De kern van het document dat de drie ministers ondertekenden draait om steun voor boeren die collectief of individueel hun productie beperken. Overproductie heeft immers geleid tot de slechte prijzen voor boeren.

Vrijwillige beperking
De EU kan via wet- of regelgeving geen eisen stellen aan de marktimpact van de productie. Het geldende beleid verbiedt dat. Daarom moet er volgens de landbouwministers van Polen (Krzysztof Jurgiel), Duitsland (Christian Schmidt) en Frankrijk gekozen worden voor EU-premies die worden gegeven aan boeren die vrijwillig hun productie beperken.

Kunstmatig
De maatregel wordt gezien als een doorbraak omdat de ministers ook bepleiten dat de opslag (in vrieshuizen en door verpoedering van melk) van overgeproduceerd vlees en te dure melk niet mag worden gebruikt om de inkoopprijzen van vlees-en zuivelwerkers te drukken. Het overaanbod blijft fysiek in de markt aanwezig en kan daarom - teneinde prijsval in een zich herstellende markt tegen te gaan - slechts gedoseerd op de markt worden gebracht om de maatregelen effectief te laten zijn en de verse productie niet meteen weer in een crisis te storten.

Onzeker, teleurgesteld
Wie er met enige afstand naar kijkt, kan alleen maar tot de conclusie komen dat het een ingewikkelde, onzekere en dure vorm van net-niet-regulering is.

VVD Europarlementariër Jan Huitema (zelf boer) reageert teleurgesteld en zegt op Boerderij: "deze ministers ruiken door de huidige marktsituatie hun kans om het landbouwbeleid bij het oude te houden. In plaats van de sector echt vooruit te helpen om het beter te doen, willen ze de status quo blijven subsidiëren en geld uit Brussel veiligstellen. Over een aantal concrete oplossingen wordt reeds gesproken in Brussel, zoals uitbreiden van de interventie. We blijven echter achter de feiten aanlopen zo, we zouden de sector juist competitiever moeten maken en de boer centraal stellen."

De verpester betaalt
De boeren van de Dutch Dairy Board (DDB), geleid door Sieta van Keimpema, willen de opgeslagen interventievoorrraden de marktprijzen niet langdurig laten verprutsen door ze boven de markt te laten hangen. Inkopers van vlees-en zuivelverwerkers spinnen daar garen bij omdat ze de prijzen van de verse productie drukken. Dat is niet in het belang van de boer vindt de DDB. De voorraden moeten worden opgeschoond en de markt moet worden gereguleerd door een gevoelig prijssysteem dat bij een prijsval onder een redelijke kostprijs direct in werking treedt.

Van Keimpema pleit al geruime tijd voor een methode die minder ingewikkeld, minder onzeker en minder duur is dan het voorstel van de drie landbouwministers: boeren die teveel blijven maken in een situatie van overproductie, betalen strafgeld, wie minder maakt, krijgt een premie die betaald wordt uit de strafpot die gevuld wordt door de marktverpesters. De vorming van grote interventievoorraden is strijdig met dit marktsysteem en moet dan ook worden voorkomen.

meermelkDDB


Ierland en de Benelux molken EU extra vol
Volgens de DDB ligt op dit moment de totale EU-meerproductie van 2015 ten opzichte van eerdere jaren op dit moment in opslag. Het gaat om het equivalent van 3 miljard liter melk dat in de vorm van poeder, kaas en boter houdbaar is gemaakt. De opslagkosten en het prijsdrukkend effect van dat volume moeten wat de DBB betreft zo snel mogelijk tot het verleden behoren. Ierse en Benelux boeren zijn volgens cijfers van de DDB het meest verantwoordelijk voor het extra volume dat de huidige marktprijs verpest. Zij hadden dan ook eigenlijk fors bij moeten betalen om te mogen werken. En dat zouden ze natuurlijk wel uit hun hoofd hebben gelaten.

Frans-Duitse as tegen 'innovatie' als beleid
Duitsland en Frankrijk, de twee grootste landbouwnaties van Europa, blijken het eens: er moet een vorm van regulering komen. De DDB kiest voor een duidelijke vorm. Onze PvdA-staatssecretaris Van Dam wil nog niet reageren op het plan. Hij is op dit moment voorzitter van de Europese Landbouwraad en dus de baas van alle EU-ministers. Net als VVD-parlementariër Huitema gelooft hij in innovatie en ondernemerschap onder boeren.
De DDB weet dat het zo niet werkt. De Duitsers en de Fransen ook. Op een vrije markt produceren gewone boeren elkaar de tent uit als je ze niet helpt dat niet te doen. Het handjevol echte ondernemers onder hen gaat innovatieve ouderwetse worst maken, zelfkazen, aan huis- en directe verkoop doen, wordt grootgroenteboer annex diepvries- en conservenfabrikant (zoals de Belgische champignonteler Hein Deprez), gaat in innovatieve farma (zoals de Nederlandse kippenboer Jos Nelissen) of was al een megaboerderij in Oost-Europa begonnen. Dat is weggelegd voor hooguit 1% van alle boeren. Vooruit, laat het 3% zijn.
Dit artikel afdrukken