Een internationaal consortium van onderzoekers onder leiding van de Universiteit van Gent heeft een belangrijke doorbraak bereikt in het onderzoek naar de verbetering van biobrandstoffen. Gewassen die voor eerste generatie biobrandstof en bioplastic ingezet worden, zoals mais en koolzaad, zijn nu doorgaans in directe concurrentie met voedselgewassen.

De onderzoekers hebben ontdekt dat zij de stof lignine in de celwanden genetisch kunnen veranderen. Celwanden bestaan grotendeels uit lignine en suikermoleculen (cellulose). Cellulose kan in principe omgezet worden in glucose en vervolgens vergist tot alcohol. Lignine fungeert als een soort van 'cement', waarmee de plant stevigheid krijgt, maar de energieomzetting belemmerd raakt. Met de ontdekking van het gen (CSE) dat de lignine-productie regelt, kan de omzetting van plantmateriaal in energie tot vier keer zo efficiënt verlopen.

Snelgroeiende plantensoorten als populieren, eucalyptus en verschillende grassoorten kunnen hiermee voor biobrandstof worden ingezet. Het nieuws komt net te laat voor Frankrijk, waar juist vorige maand de veldproef met genetisch gemanipuleerde populieren voor tweede generatie biobrandstof werd stopgezet.
Dit artikel afdrukken