Op het 6e congres Arts & Voeding was de Amerikaanse hoogleraar Voedingsleer en Kindergeneeskunde David Ludwig de keynote spreker. Hij stelde zijn publiek de vraag: Which comes first: overeating or obesity? Oftewel: eten we teveel waardoor we dik worden, of gaan we teveel eten omdat we dik zijn?

'Eat less, move more' werkt niet
Ludwig haalt de traditionele gedachte over calorieën onderuit. “De oude theorie”, legt hij uit, “gaat ervan uit dat je vetcellen aanmaakt als je calorie-inname hoger is dan je calorie-verbruik. Omdat vet meer energie levert dan koolhydraten geven voedingsrichtlijnen vanaf de jaren ’80 het advies om minder vet te eten en meer koolhydraten. Maar in die tijd is de hoeveelheid mensen met obesitas enorm toegenomen. Dat wil niet zeggen dat het direct met elkaar te maken heeft, maar het is wel opmerkelijk.”

Als er te weinig vetcellen in de bloedbaan zijn, word je hongerig en vertraagt je stofwisseling. Hierdoor val je niet verder af
Wel op dieet, maar niet afvallen
Ludwig benadrukt de verschillen tussen oude en bestaande voedingsrichtlijnen, nieuwe onderzoeken en de praktijk. In zijn boek Always Hungry, in het Nederlands vertaald als Altijd trek?, vertelt hij dat hij in zijn praktijk als arts veel mensen zag die zeiden zich aan het vetarme dieet te houden, maar toch nauwelijks gewicht verloren. Daarnaast verschenen er een aantal grote meta-analyses (waaronder deze) waaruit bleek dat een vetarm dieet niet effectiever was dan andere diëten.

Alternatief model
Ludwig komt met een nieuwe verklaring van obesitas: als je eenmaal vetcellen hebt, zetten die aan tot eten. Hij legt uit: “Insuline in je bloedbaan vertelt je lichaam om vet op te slaan. Door te veel koolhydraten te eten, krijg je een teveel aan insuline, waardoor vetcellen de calorieën uit het bloed opnemen en het lichaam niet meer bij de brandstoffen kan. Hierdoor krijg je snel weer zin in iets lekkers. Vetten uit voeding zijn een veel betere brandstof dan koolhydraten, want daardoor stijgt het insulinegehalte niet. Als er te weinig vetcellen in de bloedbaan zijn, word je hongerig en vertraagt je stofwisseling. Hierdoor val je niet verder af.”

Niet alle koolhydraten hebben hetzelfde effect. Vooral de geraffineerde koolhydraten en zetmeel verhogen het insuline in het bloed snel. De glycemische index (GI) of de glycemische lading (GL) zijn belangrijk om naar te kijken. “Producten met een hoge GI of GL verhogen insuline snel. Bovendien stijgt de hoeveelheid epinefrine bij een hoge glycemische lading, wat mensen aanzet tot meer eten.”

Alle koolhydraten laten staan is ook niet nodig: let vooral op de glycemische lading van koolhydraatrijke producten
Low carb, high fat
Ludwigs advies: eet minder koolhydraten en meer vet. Alle koolhydraten laten staan is ook niet nodig: let vooral op de glycemische lading van koolhydraatrijke producten. Geraffineerde koolhydraten, aardappelproducten en toegevoegde suikers zijn producten met een (te) hoge GL. Met een onvervalst Amerikaans accent noemt hij ons volkorenbrood een prima bron van goede koolhydraten, net als andere producten met minimaal bewerkte granen, fruit, bonen en zuivel. “Eet niet minder, eet beter”, zegt Ludwig.

Steeds meer organisaties stoppen met voorschrijven van het koolhydraatrijke dieet en omarmen vet. De stichting Voeding Leeft leert mensen met diabetes in het programma ‘Keer diabetes om’ om Low Carb, High Fat (LCHF) te eten. Ook het nieuwe Food First Network dat op 16 oktober van start gaat, kiest deze manier van eten als basis. De artsen in de zaal lijken overtuigd.
Dit artikel afdrukken