'Eat less, move more' werkt niet
Ludwig haalt de traditionele gedachte over calorieën onderuit. “De oude theorie”, legt hij uit, “gaat ervan uit dat je vetcellen aanmaakt als je calorie-inname hoger is dan je calorie-verbruik. Omdat vet meer energie levert dan koolhydraten geven voedingsrichtlijnen vanaf de jaren ’80 het advies om minder vet te eten en meer koolhydraten. Maar in die tijd is de hoeveelheid mensen met obesitas enorm toegenomen. Dat wil niet zeggen dat het direct met elkaar te maken heeft, maar het is wel opmerkelijk.”
Als er te weinig vetcellen in de bloedbaan zijn, word je hongerig en vertraagt je stofwisseling. Hierdoor val je niet verder afWel op dieet, maar niet afvallen
Ludwig benadrukt de verschillen tussen oude en bestaande voedingsrichtlijnen, nieuwe onderzoeken en de praktijk. In zijn boek Always Hungry, in het Nederlands vertaald als Altijd trek?, vertelt hij dat hij in zijn praktijk als arts veel mensen zag die zeiden zich aan het vetarme dieet te houden, maar toch nauwelijks gewicht verloren. Daarnaast verschenen er een aantal grote meta-analyses (waaronder deze) waaruit bleek dat een vetarm dieet niet effectiever was dan andere diëten.
Alternatief model
Ludwig komt met een nieuwe verklaring van obesitas: als je eenmaal vetcellen hebt, zetten die aan tot eten. Hij legt uit: “Insuline in je bloedbaan vertelt je lichaam om vet op te slaan. Door te veel koolhydraten te eten, krijg je een teveel aan insuline, waardoor vetcellen de calorieën uit het bloed opnemen en het lichaam niet meer bij de brandstoffen kan. Hierdoor krijg je snel weer zin in iets lekkers. Vetten uit voeding zijn een veel betere brandstof dan koolhydraten, want daardoor stijgt het insulinegehalte niet. Als er te weinig vetcellen in de bloedbaan zijn, word je hongerig en vertraagt je stofwisseling. Hierdoor val je niet verder af.”
Niet alle koolhydraten hebben hetzelfde effect. Vooral de geraffineerde koolhydraten en zetmeel verhogen het insuline in het bloed snel. De glycemische index (GI) of de glycemische lading (GL) zijn belangrijk om naar te kijken. “Producten met een hoge GI of GL verhogen insuline snel. Bovendien stijgt de hoeveelheid epinefrine bij een hoge glycemische lading, wat mensen aanzet tot meer eten.”
Alle koolhydraten laten staan is ook niet nodig: let vooral op de glycemische lading van koolhydraatrijke productenLow carb, high fat
Ludwigs advies: eet minder koolhydraten en meer vet. Alle koolhydraten laten staan is ook niet nodig: let vooral op de glycemische lading van koolhydraatrijke producten. Geraffineerde koolhydraten, aardappelproducten en toegevoegde suikers zijn producten met een (te) hoge GL. Met een onvervalst Amerikaans accent noemt hij ons volkorenbrood een prima bron van goede koolhydraten, net als andere producten met minimaal bewerkte granen, fruit, bonen en zuivel. “Eet niet minder, eet beter”, zegt Ludwig.
Steeds meer organisaties stoppen met voorschrijven van het koolhydraatrijke dieet en omarmen vet. De stichting Voeding Leeft leert mensen met diabetes in het programma ‘Keer diabetes om’ om Low Carb, High Fat (LCHF) te eten. Ook het nieuwe Food First Network dat op 16 oktober van start gaat, kiest deze manier van eten als basis. De artsen in de zaal lijken overtuigd.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dick Veerman, discussies over macronutrientverhoudingen en de energiebalans zijn wat mij betreft voer voor de vorige eeuw. 15 jaar (klinische) leefstijlervaring en uptodate zijn met de wetenschappelijke literatuur vertelt ons dat het gaat om kunnen volhouden, zoals ook dit experiment laat zien waarin men laagvet, mediterraan en lowcarb tegen elkaar afzet. Het beste dieet is het dieet dat je vol kunt houden en de rest is pretentieuze prietpraat.
In 1977 pleitte psychiater George L. Engele al voor een biopsychosociale visie in de geneeskunde. We hebben er nog weinig mee gedaan, behalve dan de eventuele inzet van multidisciplinaire teams die de client sequentieel en in het gunstigste geval parallel in plaats van integraal benaderen. Ook in het volhouden dient men biopsychosociaal te werken. Daar is nu meer aandacht voor, maar die aandacht is voor gericht in het opleggen van taks. Hoewel deze best effectief kunnen zijn, blijkt dat dit vooral invloed heeft op de hoog opgeleiden, terwijl de armen dubbel worden gestraft, zoals een recent persbericht van het CBS over roken laat zien. En laten we meteen duidelijk zijn. Het aantal rokers daalt al jaren niet meer, de horeca rookhokjes worden steeds luxer en dat kan best als 1 op de 4 Nederlanders (ruim 3,5 miljoen) rookt. Toch wordt er nauwelijks meer gesproken over roken. Kennelijk is dat niet belangrijk, want suiker is het nieuwe roken, zitten is het nieuwe roken, maar als ik gewoon naar de data blijf kijken, kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat roken het nieuwe roken is. Ik ben niet zo gevoelig voor trends, ik zit in dit vak omdat ik mensen wil helpen.
Kort samengevat, betekent het dat discussieren over macronutrientverhoudingen vooral mentale masturbatie is, dat we naar een biopsychosociale visie moeten voor de aanpak van het probleem (welvaartziekten) zonder dat we laf naar het takswapengrijpen. Mijn team en ik zijn er al een tijdje achter dat ook leefstijl onvoldoende is. Met ruim 700 vitaliteitscoaches zitten we in de loopgraven waarin we een biopsychosociale aanpak verenigen met de laatste inzichten in de wetenschap. Ja, dat is op client- en niet op beleidsniveau, maar het is in ieder geval meer dan zinloos speculeren zoals Ludwig.
#8 Engelbert:
Wat ik bedoel is dat het kan uitmaken wat een varken, een koe of een kip eet.
Dat kan een andere kwaliteit vlees of ei opleveren.
Deze Belgische voederfabrikant bijvoorbeeld heeft varkensvoer ontwikkeld met als doel om de verhouding tussen omega 3 en omega 6 in het vlees te verbeteren.
Chi L. Chiu, wat vind jij van de zin van al deze discussies? Of, om het anders te stellen, hoe zou de onderzoeksvraag moeten luiden?
#Gert: welke ' voeding van ons vlees' bedoel je als je zegt dat vlees veel omega6 levert?
Het is vervelend dat Dr. Ludwig dit soort uitspraken blijft doen zonder enig direct bewijs, terwijl het indirect bewijs uit context wordt geciteerd of sterft van de confounders. Ook zijn eigen onderzoek (Ebbeling 2012) toont dat niet aan. De claim dat lowcarb beter werkt zonder de eiwitinname constant te houden, is een methodologisch fout. Dat was pas het begin van de problemen, zoals je kunt lezen in het artikel 'De energiebalans deel 3: Een calorie is niet een calorie, het definitieve bewijs'.
Nu krijgt Ludwig opnieuw de kans het onderzoek beter uit te voeren via NuSI, maar biedt weinig hoop. De eerste twee NuSI onderzoeken, die de koolhydraat-insulinehypothese moeten bekrachtigen hebben juist het tegenoverstelde aangetoond. Het tweede onderzoek van Chris Gardner is formeel nog niet gepubliceerd, maar de details zijn inmiddels wel vrijgegeven, zoals je kunt lezen in Insuline onbegrepen deel 11: Lowcarb beter bij insulineresistentie. Het is duidelijk dat mensen met insulineresistentie het niet beter doen op lowcarb en dat genen ook niets voorspellen. Het is afwachten op de analyse van de darmflora.