Op basis van een analyse van de Nederlandse economie en de zorgen die DNB heeft over de goederen en activiteiten die banken financieren wees Dicou op de reden waarom DNB "voor het eerst in zijn 200 jarig bestaan" op de Energievakbeurs acte de présence gaf.

dicou
De reden, noteerde het FD, is het feit dat energie is een van de grootste uitdagingen voor onze economie is. "Energieverbruik is verbonden met de economie. En het wordt lastig om emissies te besparen zonder de economie te raken." Dicou wees erop dat investeringen die bijvoorbeeld nu in huizen worden gedaan reeds rekening moeten houden met 2050 omdat huizen decennialang meegaan.

De in Nederland aanwezig infrastructuur voor dierlijke productie is zoveel groter dan onze eigen consumptie of productiemogelijkheden voor diervoeders dat we er nu al rekening mee moeten houden dat investeringen die de omvang ervan niet een eind terugbrengen mogelijk tot ingrijpen van DNB zouden moeten leiden. Het is alleen (nog) niet hard voor te rekenen
Geen rekenstandaard
Daarom is nu reeds een beduidend langere horizon nodig om te beoordelen of financieringen in de toekomst nog wel verstandig zijn omdat de onderliggende waarde door de veranderende beschikbaarheid van energie mogelijk waardeloos zal blijken. Zo'n situatie is explosief voor de economie op termijn. Om die reden hamert DNB op de noodzaak van standaards om energetische duurzaamheid te beoordelen. Dergelijke standaards blijken niet te bestaan. "Er is nu geen standaard om duurzaamheid eenduidig te kwantificeren", zei Dicou. "Daarom is het voor financiële instellingen lastig om de realiteit te onderscheiden van marketing, de feiten van de fabeltjes. Voor de klimaatrisico’s bestaat nu geen maatstaf."

Haven
Wie bedenkt dat de economie draait op energie en dat Europa nauwelijks grondstoffen én geen energie heeft, begrijpt met welke vraagstukken DNB zit. De centrale bank moet er op toezien dat banken geen geld lenen aan bedrijven en particulieren voor straks waardeloze 'assets', objecten in de zogenaamde real economy. Banken lenen namelijk geld uit dat ze niet hebben, maar dat iets waard wordt omdat het in de toekomst waarde zal hebben door het onderpand dat het helpt creëren. Het onderpand krijgt echter alleen waarde als het in de toekomst ook gewild is.

Europese landen, en met name Nederland met zijn havens, importeren grondstoffen, verwerken die en exporteren ze weer. Op die goederenstroom draait de Europese economie; de Nederlandse nog wat meer dan het Europese gemiddelde. Volgens Dicou kan echter voorlopig niet worden berekend "wat de impact is van sterk stijgende CO2 prijzen op bedrijven en sectoren die veel uitstoten – en ook de banken die deze bedrijven financieren."

Waarschuwingen DNB
Ook de Nederlandse veehouderij noemde Dicou als kandidaat 'stranded asset' in de Nederlandse economie. Het in deze context door hem gehanteerde begrip stranded assets duidt op investeringen die op wat langere termijn waardeloos zullen blijken. De veehouderij wordt gevoerd met diervoeders die voor hun productie, verwerking en vervoer sterk afhankelijk zijn van fossiele energie. Nederland vangt de mest op van elders geproduceerde grondstoffen en stelde deze week €150 miljoen subsidie ter beschikking om er, ironisch genoeg, 'groene stroom' van te maken. Het probleem is echter dat de grondstof die dat mogelijk maakt met hoge kosten voor fossiele brandstoffen elders wordt gemaakt. De in Nederland aanwezig infrastructuur voor dierlijke productie is zoveel groter dan onze eigen consumptie of productiemogelijkheden voor diervoeders dat we er nu al rekening mee moeten houden dat investeringen die de omvang ervan niet een eind terugbrengen mogelijk tot waarschuwingen van DNB moeten leiden. Het is alleen (nog) niet hard voor te rekenen dat er geen voer meer naar Nederland zal komen om onze stallen en slachterijen te vullen.
Dit artikel afdrukken