We – mijn vrouw en ik – merkten het al na twee klusdagen. Resultaat: één keer McDonald's, één keer FEBO. Oorzaak: te druk, te gestrest, net niet op tijd gegeten, geen puf om moeite te doen, dan maar vette hap.

Nu heb ik op zich geen principiële bezwaren tegen een vette hap. Het begint pas zorgwekkend te worden wanneer ze je beginnen te herkennen aan de balie in de McDrive of glurend van achter de vetklepjes bij de FEBO.

Waar ik me vooral over verwonderde, was het gemak waarmee we met die bak frietjes (of patatjes?) op schoot eindigden. Waar de optie normaal gesproken niet eens in me opkomt, is in een situatie van acute stress, schreeuwende honger en fysieke uitputting de keuze in een milliseconde gemaakt. Of sterker nog: het voelt niet eens als een keuze, maar als een noodzakelijke uitkomst. Een heilig moeten.

Hoe later we lunchen, hoe groter de kans op tosti's
Stress verhoogt sowieso je behoefte aan 'beloningsvoedsel' met veel vet en suiker, en tel daarbij op de vermoeidheid en het slechte plannen en je gaat geheid voor de bijl. Dit geldt vooral voor mensen die normaal goed opletten dat ze niet teveel eten, blijkt uit een recente meta-analyse.

Ik wilde bijna schrijven dat uit onderzoek is gebleken dat hongerige mensen calorie-rijker voedsel kopen, maar die publicatie uit 2013 van Brian Wansink et al is in september teruggetrokken. Wat natuurlijk niet betekent dat ie onwaar is, maar toch. Andere onderzoekers concludeerden in 2016 dat wie z'n werklunch een uur van te voren bestelt, tien procent minder calorieën verorbert, wat ik me ook goed kan voorstellen. Ik zeg op kantoor altijd: 'hoe later we lunchen, hoe groter de kans op tosti's.'

Smeltende goede voornemens
Psychologen bestuderen manieren om dit soort escalaties waarin alle verantwoorde gewoonten regelrecht de deur uit gaan te voorkomen. Ze laten mensen vooraf bedenken hoe ze zichzelf eruit willen gaan redden, bijvoorbeeld door in geval van hongerklop het stuur om te gooien en niet naar de Mac, maar naar de biologische supermarkt te rijden (en vervolgens daar zeer onbevredigende net-niet-snacks te kopen, waarna ze zeer onbevredigd op de bank neerploffen…).

Soms kan zo'n 'implementatie-intentie' je redden, maar als de nood het hoogst is, smelten ook die goede voornemens als sneeuw voor de zon. Effectiever is het om gewoontes in te bouwen die je helpen de situaties structureel voor te zijn. Door ook in tijden van verhuizing, klussen, deadlines, knellende werkprivébalans en overvolle sociale agenda's, wél op tijd te lunchen, voor onderweg iets overbruggends te kanen bij je te hebben en wél op tijd te beslissen wat er 's avonds op tafel of op schoot komt. Het waarmaken van zulke intenties vreet veel minder mentale energie.

En laat dat nou zijn waar ik normaal gesproken – al zeg ik het zelf – juist best goed in ben, met mijn appeltje en bananenkoker (nee dat is geen dildo en je kookt er ook geen banaan in; hij voorkomt dat die beurs wordt). Gelukkig had ik na twee dagen wennen aan de chaos het heft weer in handen. Verandering van omgeving en omstandigheden kunnen je goede gewoontes doen wankelen, het is zaak ze snel weer op de rit te krijgen voor ze zijn vervangen door minder wenselijke.

Want laten we wel wezen. Ook klussen doe je gewoon beter op een goed gevulde maag.
Dit artikel afdrukken