imageHet kabinet gaat onderzoeken of het radicale dierenrechtenactivisten kan aanpakken met beperkende maatregelen, zoals een gebiedsverbod of een meldingsplicht.

Ook wordt gekeken of de voorbereiding van openlijk geweld eenvoudiger strafbaar kan worden gesteld. Dat hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie donderdag toegezegd. De bewindslieden debatteerden met de Tweede Kamer over gewelddadig dierenrechtenactivisme.

Aanleiding waren intimiderende acties tegen bestuurders van Nederlandse bedrijven en een rapport van de AIVD, waarin staat dat Nederlandse activisten een coördinerende rol spelen bij radicaal optreden in Europa.
Zwaar letsel
De voorbereiding van openlijke geweldpleging is momenteel alleen strafbaar als die agressie leidt tot zwaar lichamelijk letsel, of erger. Oppositiepartijen VVD en PVV vroegen om een verruiming van die regel. 'Ik neem dat serieus en zal het onderzoeken', zegde minister Ernst Hirsch Ballin (Justitie) toe.

CDA-Kamerlid Sybrand van Haersma Buma bepleitte het gebruik van een gebiedsverbod, meldingsplicht en het verbod om bij bepaalde personen in de buurt te komen om extreem dierenrechtenactivisme in te dammen.

Minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) noemt het vooralsnog niet nodig om de Nederlandse terreurwetgeving te gebruiken tegen deze activisten, maar beloofde wel te kijken of de maatregelen waar het CDA om vraagt soelaas kunnen bieden.

Massaal dierenleed
Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren plaatste donderdag vraagtekens bij de manier waarop het debat werd gevoerd. 'Ik vind het vreemd om alleen te kijken naar de verwerpelijke acties van enkele tientallen activisten, maar niet te praten over de voedingsbodem daarvan.' Daarmee doelde zij op het 'massale dierenleed' in de bioindustrie. Voorafgaand aan deze kanttekening liet Thieme onomwonden weten dat haar partij zich tegen extreem activisme keert.
Dit artikel afdrukken