Dat blijkt uit onderzoek naar de maaginhoud van 445 diepzeevissen die wetenschappers van het Institut de Ciències del Mar in Barcelona wisten te vangen ten westen van de Balearen in de Middellandse zee. Het ging om grote vissen: 3 soorten haaien en 6 soorten bodemvissen die tot op 2.300 meter diepte leven.

'Menselijk aandeel'
Het is voor het eerst dat onderzocht wordt in hoeverre diepzeevissen afhankelijk zijn van het voedsel dat vanaf het wateroppervlak naar beneden zinkt. Ook werd voor het eerst gekeken naar welk deel daarvan een menselijke herkomst had: etensresten van schepen, bijvangst uit de visserij, plastic afval, resten van visnetten, versus het voedsel dat de vissen in hun natuurlijke habitat konden vinden.

Microplastic
In de magen van vissen troffen de onderzoekers microplastics en visnetresten aan. Het aandeel daarvan betrof gemiddeld minder dan 2% van het gewicht aan voedsel. Het grootste deel van de maaginhoud, soms wel 70%, bestond uit voedselresten die bestonden uit andere vissen (soortgenoten) en zeedieren.

Opvallend was het relatief grote aandeel van voedsel dat het gevolg was van menselijke activiteiten. Circa 5 tot 6% van het vissendieet bleek teruggevoerd te kunnen worden op menselijke activiteiten. Zo troffen de onderzoekers rundvlees, geitenvlees, dolfijnen-blubber, groenten en fruit - zelfs een druiventros - aan. Het 'menseneten' werd vooral bij vissen die leefden onder reguliere vaarroutes en bij bekende visgronden aangetroffen.

Het onderzoek is verschenen in Deep Sea Research.

Fotocredits: 'Schnellboot verlässt Ibiza', Michael Beat
Dit artikel afdrukken