Hè, dát was gezellig griezelen! Afgelopen woensdag deed in het (voor anderen wellicht: ‘de’) NRC een economieredacteur verslag van een inspectietochtje, dat hij samen met een inspecteur van de Voedsel en Waren Autoriteit ondernam langs een paar supermarkten. De koppen konden niet sensationeler zijn: ‘Muizen kun je al ruiken bij de broodafdeling’, en: ‘In Amsterdam is muizenprobleem het grootst.’
Wantoestanden, dus! De aanleiding van het uitje was dat de VWA zich zorgen maakt over de voedselhygiëne in supermarkten. Die was daarom als ‘speerpunt’ in het beleid gekozen. Op ten oorlog! Met als wapenrusting de thermometer, want van eten dat niet ijskoud op 2 graden uit de koelkast komt, ga je dood, vast en zeker!
De ‘voedselautoriteit’ vond de eigen indianenterm niks niet overdreven. Er werd als ultiem bewijs van viezigheid naarstig naar sporen van muizen gezocht, in het bijzonder op de broodafdeling - kijkt u voor de aardigheid zélf maar eens achter de rollen beschuiten. En ja hoor, of daar keutels lagen, nou! Hele nesten hadden ze er gemaakt, verstevigd met pulp uit eierdozen! Dat klonk even hilarisch als de vondst van kruimels in een broodfabriek - om die legendarische krantekop uit de betreurde Vrij Nederland-lezersrubriek ‘Geknipt voor U’ is bij ons thuis nog lang nagelachen.

Voor de plaatsvervangend directeur van de VWA was de Zaak van de Muizen in de Supermarkt echter helemaal geen grapje: ‘De dieren brengen ziektes over.’ Zou het? Is dat een vermoeden van meneer de voedselautoriteit, of weet hij dat (van weer andere autoriteiten) heel zeker? De verslaggever maakte er geen punt van en schreef de aantijging braaf op. Even empathisch leeft hij mee met ‘inspecteur Michel’ (opzettelijk geanonimiseerd) die, gewapend met zijn thermometer, een Heel Erg Vreselijke overtreding constateert bij een supermarkt in Gorinchem. Daar wordt de zaak weliswaar qua muizen en qua schoonmaak ‘spik en span’ bevonden - dat lijkt me een dikke plus waard, want wáár vind je nog een voedselimperium waar je kunt ruiken dat er ouderwets geschrobt wordt? Exclusief te Gorcum (vermoedelijk gevrijwaard van de 24-uurseconomie) weten ze nog van soppen met Lodaline of ‘Spic en Span’, lijkt me toe - maar de overtreding van een partij kaas die vanwege het actieprijsje buiten de koeling was gestapeld (en 17,5 graden mat) wordt desondanks beboet met het meedogenloze bedrag van 450 euro. (De ondernemer stond blijkens de reportage zelf achter de kassa, een indicatie dat het bedrag voor hem geen sinecure is.) Het argument van de VWA-gezondheidsridder is dat voor die te warm bewaarde kaas de houdbaarheidsdatum (die zich nog uitstrekte tot een volle maand) niet meer zo lang zou gelden als het etiket aangaf. Zoals de mensen nu overal recht op hebben, recht op geen ongeluk of spaargeldverlies bijvoorbeeld, hebben ze in des inspecteurs ogen kennelijk recht op nooit geen schimmeltje op de kaas, zelfs niet als die ‘in de aanbieding’ was. Zou de VWA-man zich ervan bewust zijn, dat hijzelf tot de eerste generatie behoort die niet meer weet dat kaas eeuwenlang, ongeveer tot het midden van de vorige eeuw, zonder koelkast goed (en eigenlijk veel beter) bewaard kon blijven?

Als Schouten ergens mee komt, is het om te huilen, bij mij kun je lachen, snoefde mijn favoriete opposant Klootwijk laatst over onze kibbelarijen. Verdomd dat het waar is, al breekt zelfs bij mij wel eens een lachje door. Deze week heb ik zelfs nog héél hard kunnen schateren om het binnengekomen commentaar op het foodtube-filmpje dat Ronald Hoeben van mijn pasteibakkerij maakte: mijn jonge compagnon en ik zijn in de ogen van een kijker smeerlappen, want we dragen geen handschoenen! We raken vlees zomaar aan! Met onze handen! En een van ons draagt een trouwring! En mijn haar hangt zomaar los! Vies hoor, griezelig! Eng! Ziekteverwekkend, net als die vieze beesten achter de beschuiten!
Gelooft iemand mij, als ik staande houd dat schone handen properder zijn dan ‘hygiënische’ latex handschoenen? Die geven (denk ik) schijnzekerheid, want voor je er erg in hebt, heb je er intussen een deurkruk of kraan of dweiltje of vieze theedoek of je telefoon mee vastgehouden. Je dénkt er schoon mee te zijn, maar dan moet je wel elke twee seconden een nieuw paar aantrekken. Met je blote schone handen - mits gaaf zonder wondjes - ben je alerter bij de les op wat je aan het doen bent - meneer sjachrijn zal hoop ik toch niet denken dat ik me zo toegewijd voor mijn charcuterie inzet om mijn klandizie er ziek mee te maken?Zo muizen onze gezondheid en ‘de voedselhygiëne’ mochten bedreigen, de beste muizenbestrijder, effectiever en schoner dan gif, is (lijkt mij) nog altijd: een poes. Florine Boucher, die als fijne collega in het eetschrijven, samen met co-auteur Rijkelt Beumer, levensmiddelenmicrobioloog aan Wageningen Universiteit, over het onderwerp ‘voedselhygiëne’ haar huiswerk vele malen beter deed dan de hele VWA bij elkaar (zie haar originele en kordate boek ‘De dood in de pot’, uitgeverij Pereboom, 2007 inmiddels uitverkocht) wist dat ze mijn poezenhart zou raken toen ze me vertelde over de poes van biologische bakkerij Paul Année in Amsterdam. Die poes, Floortje, uitgevoerd in boeren-vlekpatroon (veel wit met cypers-zwart-en-een-beetje-rood) is een extra attractie om daar mijn favoriete bolletjesbrood te kopen (naar mijn mening de beste vloerkadetjes, in margrietvorm aan elkaar gehaakt, van de stad). Een poes die tot de categorie der dienstpoezen behoort is altijd een feest om te ontmoeten, en bovendien zag ik Floortje laatst daadwerkelijk in actie komen - het krakende geluid van zo’n muizenmoord onder de kast met jampotten geeft natuurlijk wel enige consternatie onder winkelpersoneel en klanten, maar werd blijmoedig aanvaard als behorend tot de natuurlijke orde der dingen.
Ik wist toen nog niet dat de Année-dienstpoes Floortje heette, en evenmin dat van hogerhand bevolen was dat ze daar weg moest. Florine bracht het schrikbericht over: ze had de bakker, Leo Wiener, gesproken en die had bij de laatste VWA-inspectie de aanzegging voor deportatie gekregen. ‘Van al zijn voorgaande collega’s hebben we alleen een opmerking gekregen dat ze niet naast de broodzakken mocht liggen, dus die liggen nu in afgesloten dozen waar ze niet meer bij kan.’
Leo Wiener is redelijker dan de in-het-vooruit-al-gloeiende twee verslaggeefsters, die om meer informatie over de Zaak-Floortje komen vragen. Wij vinden het een ongehoord-belachelijk contrast: broodbakkerijen waar ze varkenshaar en andere sinistere broodverbeteraars in hun brood stoppen, mogen vrijelijk hun gang gaan van de warenwet - als die zich al om voedselhygiëne bekommert, bekommert die zich ook om onze gezondheid? Maar een bakkerij die eerlijk brood bakt, mag geen poes! Daar gaan WIJ nu eens een zaak van maken, op z’n minst op foodlog...
‘Het is redelijk dat zo’n overheidsdienst controleert of je zaak schoon is,’ kalmeert Wiener ons. ‘Als er wat loos is, denk je met ze mee, en zorg je voor een oplossing. Dan verwacht je ook weer wel, dat ze ook met jóu meedenken. Hier merkten we, nadat poes Pelle met pensioen was gegaan - die heeft nog een half jaar een prachtleven gehad op een boerderij - dat het muizenprobleem, nu eenmaal inherent aan bakkerijen, zonder poes niet te beheersen viel. We kregen er teveel, zo zelfs dat je ze zag lopen, en we kregen ze niet weg met gif en met vallen.’ Gif is toch al niet erg ‘humaan’, vindt Wiener: in feite zijn het bloedverdunners, ‘dus ze bloeden langzaam dood’.
Op de uren dat de bakkerij in gebruik is, is die voor Floortje verboden terrein - daar houdt ze zich aan. Er komt dus heus geen kattenhaar in of op het brood. Aan het eind van de middag is de bakkerij geheel schoongeveegd en gepoetst, en nestelt ze zich op de warme richel van de broodoven. Dat mag.
En? Is het bij wet verboden om als bakkerij een poes te hebben? Wiener kijkt het voor ons na: ‘Er staat in de code voor het bakkersbedrijf alleen dat je geen huisdieren mag houden. En over muizenbestrijding staat er welke N-nummers als gifstoffen zijn toegestaan.’
We wachten dus maar rustig op nieuw bezoek van de VWA, vindt Wiener, die voordat hij bakker werd afstudeerde als psycholoog. ‘Dit was de eerste onder zijn collega’s die vond dat de aanwezigheid van een poes verboden is. Daar denkt de volgende inspecteur misschien milder over.’
Dit artikel afdrukken