In het mondiale debat over de transitie naar een duurzaam voedingssysteem was het een zware vuist die op tafel werd geslagen: van 37 hooggeleerde deskundigen uit 16 landen van de EAT-Lancet Commission. Hun rapport Food in the Anthropocene: the EAT-Lancet Commission on healthy diets from sustainable food systems verscheen in januari in het medische vakblad The Lancet en kreeg direct wereldwijd bijval. Maar ook kritiek, verrassend genoeg.

De aanbevelingen van de commissie moeten leiden tot de Great Food Transformation. Belangrijkste doelstellingen zijn het hele voedselsysteem zo inrichten dat in 2050 de dan 10 miljard wereldbewoners gezond en genoeg te eten hebben, èn het voorkomen van voortijdige sterfte door slechte voeding voor miljoenen. De ambitie en ernst deden denken aan het Rapport van de Club van Rome, over de uitputting van de olievoorraden. Alles moet anders, we koersen (weer) op de afgrond af.

Volledig herzien systeem
Het ideale dieet voor mens en planeet wijkt niet af van wat zo langzamerhand als mantra’s is gaan klinken: minder dierlijke producten, meer plantaardige, minder bewerkt, met minder suiker en vet. Ongeveer zoals het Mediterrane dieet. Geproduceerd door een volledig herzien systeem, met oog voor het klimaat, de biodiversiteit en de lucht-, water- en bodemkwaliteit.

De Volkskrant citeerde Guido Camps, onderzoeker Humane Voeding van Wageningen Universiteit: “Dat het voor de meeste mensen beter zou zijn om te eten zoals de commissie voorstelt, staat als een paal boven water”.

Op Foodlog schreef Dick Veerman wat de commissie als een belangrijke voorwaarde ziet om de transitie te laten slagen: “Regeringen moeten daarin volgens hen gezamenlijk het voortouw nemen. Tevens zeggen ze dat de beoogde transformatie alleen lukt als alle partijen in het voedselsysteem samenwerken.”

We moeten èn gezonder gaan eten, èn duurzamer, èn uit andere bronnen. De hele industrie moet op de schop en iedereen moet meedoen. Zie dat maar eens voor elkaar te krijgen, zeiden niet alleen de grootste cynici.

Deprimerende boodschap
Hoe beroerd het er nu voorstaat met de natuurlijke bronnen van het mondiale voedingssysteem werd duidelijk uitgespeld door de FAO in het rapport The State of the World’s Biodiversity for Food and Agriculture. De biodiversiteit staat onder zeer zware druk, is de deprimerende boodschap.

Foodlog las in dat rapport dat van de 6.000 voedselgewassen die beschikbaar zijn er maar 200 voor grootschalige voedselproductie gebruikt worden. “Slechts 9 gewassen maken 66% uit van de totale teelt. De veeteelt wordt gedragen door maar 40 verschillende diersoorten”.

Het voedingspatroon dat de Lancet EAT-Commission ziet als enige oplossing het met gevoel voor drama genoemde ‘planetary health diet’, de ideale schoonzoon of- dochter onder de diëten. De helft planten, veel noten, bonen, beetje kip, vis. Weinig rood vlees, zuivel en suiker, niks bewerkt.

Het ‘planetary health diet’ is de ideale schoonzoon of- dochter onder de diëten. De helft planten, veel noten, bonen, beetje kip, vis. Weinig rood vlees, zuivel en suiker, niks bewerkt
Dierlijke oorsprong
De paleo-angehauchte Britse voedingsdeskundige Zoë Harcombe was een van de eersten die gefundeerde inhoudelijke kritiek leverde. Ze had het gezonde-planeet-dieet doorgerekend en concludeerde: “The EAT Lancet diet is nutritionally deficient”, het bevat te weinig voedingsstoffen. Op basis van gangbare aanbevelingen voor (minimum) hoeveelheden serveert ze het dieet af. Het bevat te weinig vitamines B12, D en K. Te weinig zout, kalium, calcium en ijzer. Ook te weinig omega-3 vetten. Er zitten kortom te weinig micronutriënten van dierlijke oorsprong in.

Een tekort aan dieren in het nieuwe voedingssysteem is ook de kritiek van de auteurs van een stuk op The Conversation. Onder de titel ‘First ever global scientific eating plan forgets the world’s poor’ zetten ze uiteen dat voor een miljard arme wereldbewoners hun productiedieren van levensbelang zijn.

Enorme verschillen
Het healthy planet diet houdt helemaal geen rekening met de enorme verschillen die er op de wereld zijn in eetgewoonten en productiesystemen, zeggen ze. Ja, in rijke landen is vee de bron van keurige stukken vlees in de supermarkt en pakken melk. Die kan je missen en vervangen. Voor velen in ontwikkelingslanden is vee een bron van inkomsten, banen, spaargeld, en voedselvoorraad. Waar het lastig is groente en fruit te telen, is de afhankelijkheid van dierlijke voeding groot.

Het EAT-rapport ontkent dit niet. Het komt helemaal niet aan de orde. Er wordt geen oplossing geformuleerd voor de armsten van de wereld. Hoe komen die aan kip, vis, eieren en al die verse groente? Als ze het al produceren, dan verkopen ze het om andere dingen te kunnen betalen, zoals onderwijs en gezondheidszorg.

Arme kinderen moeten niet minder, maar juist meer voedingsstoffen van dierlijke oorsprong hebben, zeggen de Conversation-auteurs: zink, ijzer, jodium, vitamine A en B12. Daar moeten ze nog even over gaan nadenken, die 37 topwetenschappers uit de welvarende landen van de EAT-Lancet Commission.
Dit artikel afdrukken