De rol van het microbioom en de relatie tussen de darmbacteriën en de hersenen is een relatief nieuw onderzoeksgebied met veelbelovende resultaten. De laatste jaren staan poeptransplantaties flink in de belangstelling. Poeptransplantaties kwamen onder de aandacht nadat onderzoekers ontdekten dat mensen met diarreeklachten door de bacterie Clostridium Difficile hun klachten flink zagen afnemen hadden nadat ze een transplantatie kregen met de - bewerkte - poep van een gezond persoon. Vanaf dat moment zijn vele onderzoekers gaan kijken bij welke aandoeningen een fecestransplantatie nog meer effectief zou kunnen zijn.

En aangezien uit cijfers van het CBS blijkt dat meer dan 40% van de Nederlanders last heeft van een depressie of angststoornis is dit heel maatschappelijk relevant
Connectie brein en darmen
De bacteriën in de darmen hebben een nauwe band met ons brein. De hersenen sturen niet alleen signalen naar de darmen, maar de darmen geven ook signalen terug aan het brein. Deze zogenoemde microbiome-gut-brain-axis lijkt een rol te spelen bij allerlei aandoeningen. “Na een poeptransplantatie zien we significante verbeteringen bij mensen met verschillende aandoeningen”, vertelt Claassen. “Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt heel duidelijk dat, naast andere variabelen, het microbioom een belangrijke rol speelt. Mensen met autisme bijvoorbeeld, scoren na een poeptransplantatie statistisch significant beter op 4 verschillende scoringsschalen bij autisme. Dat is spectaculair. Ook bij depressie en angst zien we deze resultaten. En aangezien uit cijfers van het CBS blijkt dat meer dan 40% van de Nederlanders last heeft van een depressie of angststoornis is dit heel maatschappelijk relevant.”

Zelfde effecten zonder echte ontlasting
Hóe darmbacteriën de hersenen precies prikkelen is nog niet opgehelderd. Dat is een groeiend onderzoeksgebied waar een toevloed aan wetenschappers zich mee bezighoudt. “Maar eerst zijn we aan het kijken", zegt Claassen, "hoe we de poeptransplantaties kunnen simuleren. Zodat we hetzelfde effect bereiken met een soort van synthetische poep. Het lijkt nu dat er 7 tot 8 verschillende bacteriën een hoofdrol spelen. Als we die synthetische poep hebben, kunnen we het mechanisme erachter onderzoeken, want dan heb je een meer gecontroleerde situatie dan wanneer je echte poep met wel duizenden bacteriën moet onderzoeken”, aldus Claassen. Canadese onderzoekers maakten al eerder een kunstpoep met 33 bacteriën.

Aanpassen van eetpatroon
Wetenschappers denken inmiddels dat voeding een belangrijke rol speelt. “Het Westerse eetpatroon lijkt een negatieve invloed te hebben op het microbioom”, vervolgt Claassen. “Dat hebben we gezien in landen als Estland, Letland en Litouwen, waar de bevolking na de val van de Berlijnse muur Westerse voedingsgewoonten overnam. Maar ook in Japan is er steeds meer sprake van een Westers eetpatroon en ook daar zien we een toename in bijvoorbeeld allergieën, auto-immuunziektes en angststoornissen.”

Het eetpatroon kan een negatieve invloed hebben op het darmmicrobioom en daarmee het brein, maar ook een positieve. Claassen: “Als mensen hun eetpatroon veranderen, kun je het microbioom deels herstellen en dat heeft ook gevolgen voor het brein. De stoornissen waarmee we nu een link hebben gevonden zijn mogelijk te verbeteren door het eetpatroon aan te passen. We kunnen ze dus terugdraaien.” Claassen benadrukt wel dat dit niet makkelijk is. “Er is niets moeilijker dan het menselijk dieet te veranderen, maar er is een opening en dat is heel concreet.”

Op het 7e congres Arts en Voeding, dat op 6 april plaatsvindt in de Jaarbeurs Utrecht, zal Eric Claassen de nieuwste wetenschappelijke inzichten presenteren en verduidelijken hoe je het eetpatroon kunt aanpassen om te zorgen voor een meer gebalanceerd darmmicrobioom.
Dit artikel afdrukken