Vrouwen, ouderen en hoger opgeleiden namen het vaakst supplementenDaadwerkelijk gebruik
In totaal bleek 71% van de deelnemers voedingssupplementen te gebruiken. Bij 24% van de deelnemers ging het om omega-3 visoliesupplementen, 63% nam multivitaminen, 3,5% slikte multimineralenpreparaten. Meer dan 38% gebruikte anti-oxidanten. Het meest genomen kruidensupplement was ginseng, dat werd geslikt door 9,7%. Tarwekiemsupplementen werden door 6,7% genomen.
Vrouwen, ouderen en hoger opgeleiden namen het vaakst supplementen.
Gezondheidsindex en metabool-risico-index
De onderzoekers hanteerden twee indexen. Een gezondheidsindex, waarin roken, beweging, alcoholgebruik en voedingspatroon meegenomen werden, en een index voor het 'metabole risico', gebaseerd op tailleomtrek, bloeddruk en glucoseniveau van de urine.
Eén punt extra op de gezondheidsindex betekende een 19% grotere waarschijnlijkheid dat die persoon een willekeurig supplement gebruikte, een 16% grotere waarschijnlijkheid dat een van de meest gebruikelijke supplementen (vitamines en mineralen) geslikt werd, en een 9% grotere kans dat het om een minder gebruikelijk supplement ging (zoals kruiden).
Deze bevindingen wijzen er op dat mensen die supplementen nemen over het algemeen beter op hun gezondheid letten, ook in deze bevolking die gekenmerkt wordt door een hoog supplementengebruikOp de metabool-risico-index was één punt extra in verband te brengen met een 17% lagere waarschijnlijkheid dat er een willekeurig supplement gebruikt werd en 16% minder waarschijnlijkheid dat een algemeen gebruikelijk supplement geslikt werd. Voor de minder gebruikelijke supplementen werd geen verband gevonden, meldt NutraIngredients.
'Confounders'
Volgens de onderzoekers wijzen de resultaten op een mogelijk struikelblok in voedingsonderzoek. "Deze bevindingen wijzen er op dat mensen die supplementen nemen over het algemeen beter op hun gezondheid letten, ook in deze bevolking die gekenmerkt wordt door een hoog supplementengebruik. In onderzoeken naar supplementsgebruik en gezondheid moet voor leefstijl en voedingspatroon als 'confounders' gecorrigeerd worden", stellen ze in The British Journal of Nutrition.
Vervolgonderzoek
Al vele decennia woedt de strijd tussen pro- en anti-supplementengebruik. Ze zouden niet werken. Dit onderzoek verklaart de hogere gezondheid van supplementgebruikers vanuit sociologische en sociaal-psychologische factoren. Interessant is nu dan ook vervolgonderzoek dat mensen die niet in de doelgroep vallen een aantal jaren volgt als ze wél supplementen gaan gebruiken.
Fotocredits: 'Supplements - lycopene, ubiquinol, cherry, omega-3 & multivitamin', Health Gauge
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Hier hebben we niet veel aan - behalve het gegeven dat mensen met meer 'kennis' eerder naar (het totaal aan diverse) supplementen grijpen.
Op zich al logisch. Over het nut van supplementen wordt hiermee niets duidelijker.
Dan moeten we kijken naar meer specifiek onderzoek dat zich richt op causale biologische mechanismen en relaties duidelijker maakt.
63% van de onderzoeksgroep gebruikt multivitaminen/mineralen preparaten. Bij de kruiden springt Ginseng (en tarwegras) eruit.
Multivitaminenpillen zijn een sprong in het diepe, zonder te hebben leren zwemmen. De formulering van deze pillen is vaker verkeerd dan niet.
Omdat overdosissen gebruikt worden (zoals van bepaalde B vitamines en bèta-caroteen).
De relatie met andere ondersteunende stoffen in de natuurlijke context (zoals met flavonolen) ontbreekt.
Chemische varianten van natuurlijke vitaminen en mineralen gebruikt worden.
Het nut hiervan niet aangetoond is. Integendeel: de schadelijkheid is in een aantal gevallen wèl aangetoond!
De kennis van fabrikanten van 'totaalsupplementen' is meestal abominabel slecht (producenten van kruidenmixpreparaten hebben wel vaak meer fundamentele kennis). De onderzoekers lijken hier ook geen weet van te hebben.
Meer specifieke supplementen zijn een heel ander verhaal. Het nut van supplementen zoals spirulina, tarwegras, kruidenextracten - ook van ginseng - , proppolis, probiotica is in een aantal situaties wel aangetoond of waarschijnlijk gemaakt.
Met een gericht dieet kan heel veel bereikt worden om tekorten te compenseren/ voorkomen maar regelmatig zijn drastischer maatregelen nodig. Foliumzuur, B12, magnesium, selenium, ijzer, vitamine D zijn bekende voorbeelden van door voedingsdeskundigen in een aantal situaties gepropageerde supplementen.
Stoffen werken samen met ander stoffen, die een meer evenwichtige situatie scheppen. De kennis hierover/ het onderzoek hiernaar is er soms wel, maar de toepassing daarvan ontbreekt meestal. De kennis hierover bij voedingsdeskundigen is meestal onvoldoende.
Bepaalde stofjes zijn uiterst effectief gebleken in aantastingssituaties. Effectiever dan chemische farmaceutica. Chemische middelen waarover vaak bijna hetzelfde causale verhaal verteld kan worden. Met die kanttekening dat chemische supplementen erg vaak gevaarlijke bij-effecten kennen.
Net zoals overdoseringen vitamine B6, Foliumzuur of bèta-caroteen gevaarlijk zijn.
Een onderzoek dat zich wil richten op de nuttige effecten van supplementen zal heel wat specifieker moeten zijn.
Interessant dat in dit geval een omgekeerde redenering is gebruikt. De full text is helaas niet open access, maar uit de abstract lijkt het erop dat in dit geval de associatie tussen supplement gebruik en een lager metabool risico wordt uitgelegd als veroorzaakt door een confounder, namelijk een gezondere leefstijl. Dit is zeker niet onmogelijk, maar het is me niet duidelijk waarmee dit gestaafd wordt. Feitelijk is het enige dat vastgesteld lijkt te zijn, dat supplement gebruikers gemiddeld ook een gezondere leefstijl erop na houden én een lager metabool risico hebben. Wat nou wat veroorzaakt blijft, zoals telkens weer met dergelijk associatie onderzoek, de vraag. Net als bij de associatie tussen volkoren en hart- en vaatziekten, of bladgroenten en hersenconditie.