Het grote probleem met deze strategie is dat de Deense boeren van alle vlees- en zuivelproducenten wereldwijd nu al de laagste CO2-voetafdruk hebben. Je jaagt kopers dus naar meer vervuilende plekken. Niet gek dat de boeren zeggen dat dit een waanzinnig plan is'Belasting-in-ruil-voor-subsidie-strategie'
In de Deense politiek wordt het idee van een boerenbelasting breed gedragen. Naar verwachting zal deze vastgelegd worden in het regeerakkoord waarover op dit moment onderhandeld wordt. Politici hebben het over een tarief van minimaal 500 kronen per ton CO2, circa €67. De opbrengst zou moeten terugvloeien naar de boeren in de vorm van vergroeningssubsidies. Zo'n 'belasting-in-ruil-voor-subsidie-strategie' kan effectief zijn, op 3 voorwaarden: er moet potentieel zijn om de uitstoot te verlagen, boeren moeten de tijd krijgen om uitstootbeperkende maatregelen te nemen én er moet een betere meetmethode ontwikkeld worden. Alleen dan kan de boer concrete maatregelen nemen om de uitstoot te verminderen, de belasting te verlagen en zijn voortbestaan te garanderen.
De boeren zijn ontstemd. Kalverhouder Søren Thomsen, elfde generatie boer, zegt het in een reportage in de Volkskrant zo: "Deze belasting zal ons in een wurggreep houden en velen zullen stoppen." Thomsen weet wat de boerenbelasting voor hem zal gaan betekenen, omdat hij op verzoek van vleesproducent Danish Crown en zuivelfabrikant Arla precies zijn emissies bijhoudt. De 550 kalveren die hij jaarlijks verkoopt, produceren 1.056 ton broeikasgassen. Dat is €70.000 aan belasting - bij het tarief van €67 - ofwel 8% van zijn omzet. En dan stelde de commissie Hansen in het advies een dubbel zo hoog tarief voor, €148. Dat is einde oefening.
Concurrentiepositie
Het belangrijkste bezwaar van Thomsen tegen de boerenbelasting is dat de consument er niet aan meebetaalt. Dat gaan consumenten natuurlijk wel doen als boeren vanwege de belasting hun prijzen voor melk en vlees gaan verhogen. Dat ziet Thomsen niet gauw gebeuren, omdat daarmee de concurrentiepositie van de Deense boeren ondergraven wordt. Net als Nederlandse boeren, produceren Deense boeren grotendeels voor de export: 80% van de Deense zuivel wordt buiten het land gegeten en gedronken.
Dierwetenschapper Christian Friis Børsting van de universiteit van Aarhus ziet een ander bezwaar aan duurdere Deense producten: "Als de prijzen in Denemarken stijgen, gaan kopers naar andere landen. Het grote probleem met deze strategie is dat de Deense boeren van alle vlees- en zuivelproducenten wereldwijd nu al de laagste CO2-voetafdruk hebben. Je jaagt kopers dus naar meer vervuilende plekken. Niet gek dat de boeren zeggen dat dit een waanzinnig plan is."
Niet dus volgens econoom Hansen. "Wij hebben berekend dat de prijzen voor zuivel en vlees met 15 procent zullen stijgen, maar dat is niet erg," zegt hij. "Het is immers de bedoeling dat de consument, zowel nationaal als internationaal, minder Deense vlees en zuivelproducten afneemt." Dat mag dan de bedoeling zijn, het is niet iets dat door de Deense overheid direct uitgesproken wordt. Denemarken heeft zijn klimaatdoelen gesteld en ja, minder vlees en zuivel consumeren is een krachtig middel tegen klimaatverandering. En daar komt econoom Hansen weer om de hoek: "Wij hebben uitgerekend dat een boerenbelasting de goedkoopste oplossing is, die ook nog positieve neveneffecten heeft, zoals dat er minder stikstof in de grond terechtkomt."
'Bot'
Volgens Thomsen is de boerenbelasting niets meer en minder dan een 'bot middel' om het aantal Deense boeren fiks omlaag te brengen. "Ik weet dat ze in Nederland niet blij zijn met het uitkoopbeleid vanwege stikstof, maar daar word je tenminste gecompenseerd," zegt hij. "Als je minder boeren wil, zeg het dan gewoon."
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
De Deense aanpak van een tax die wordt teruggesluisd voor vergroening doet in de verte denken aan de vleestax bepleit door de TAPP-coalitie in Nederland. De heffing ligt echter niet op vlees maar op vee. En niet alleen op vleesvee, maar ook op melkvee.
De discussie lijkt erg op die in Nederland. In feite doet DK wat ik in het foodlog-artikel over bijmenging bepleit. Randvoorwaarden opleggen (in dit geval via belasting) en tegelijkertijd geld beschikbaar stellen om bedrijven de omslag te kunnen laten maken. Alleen gebeurt het in DK blijkbaar in een tempo dat veel bedrijven niet kunnen bijbenen. Typisch is dat je hier ook de vertroebeling in de discussie ziet die we in Nederland kennen. De broeikasgassen moeten gereduceerd worden maar tegelijkertijd geeft dhr. Hansen aan dat de consumptie en export van DEENS zuivel en vlees moet dalen. Dus niet alleen milieubeleid, maar tegelijkertijd een beetje sneaky structuurbeleid. En dat roept logischerwijs weerstand op, als je denkt dat je goed bezig bent (qua mileuvriendelijkheid / efficiëntie). En jarenlang werkt aan een bepaalde concurrentiepositie die je plotseling moet inleveren. Terwijl je weet dat de vraag in de markt blijft en elders direct weer ingevuld gaat worden door (waarschijnlijk / mogelijkerwijs) minder-efficiënte boeren. Die aanhoudende vraag is de crux. Tegelijkertijd realiseer ik me ook wel dat als je extra randvoorwaarden oplegt dit vaak wel tot een kostprijsverhoging zal leiden en daarmee vraaguitval. In Nederland hebben we vaak het systeem gehanteerd dat we randvoorwaarden (bijv. voor stalsystemen) eisen voor over 10 jaar. Dan kan een boer ervoor kiezen zijn/haar bedrijf op tijd te vernieuwen of nog een aantal jaren op de oude voet doorgaan (tot pensioen) en daarna de productierechten verkopen. Duurt mogelijk iets langer voor je effect ziet, maar past wel beter bij het investeringsritme in een sector en geeft daarom minder onrust (tenzij die nieuwe stalsystemen ook weer niet goed genoeg blijken te zijn, grrr)
NL en Denemarken kunnen wel allebei hoog scoren, maar niet allebei het hoogst.
Misschien speelt er wat chauvinisme mee.
En inderdaad, het maakt ook uit hoe je de score meet. Deense varkens eten bijvoorbeeld veel graan uit eigen land, Nederlandse varkens veel reststoffen uit de voedselindustrie en soja uit Zuid-Amerika. Welke emissies reken je mee?
Misschien kan Hans Blonk daar wat over zeggen.
Maar Nederland en Denemarken kunnen toch beide in top 3 staan en de rest daaronder?
Misschien moet ik het zo vragen: wat is het verschil tussen Nederland (meer mensen per km2 en meer mengvoerfabrieken) en Denemarken (grotere grasmat) en hebben de Denen gelijk?
#3 Wouter bedoelt dat er maar één de beste kan zijn. Viel mij ook op. Het verplaatsen van het probleem is overigens nog steeds een "dingetje"