Begin november stuurde de regering het wetsvoorstel Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg na een uitgebreide consultatieronde naar de Raad van State voor advies. Als die wet volgend jaar door de beide kamers is aangenomen, komt wellicht een einde aan het hoofdpijndossier van de zogeheten zorgcommunicatie. Een definitieve juridische regeling en waterdichte technische uitvoering van de digitalisering van patiëntgegevens zijn een belangrijke stap voorwaarts in het efficiënter en veiliger maken van de gezondheidszorg.

Transacties
Ook groeit het aantal initiatieven voor andere digitale toepassingen in de medische zorg, de eHealth. De coronacrisis heeft de verhuizing van veel transacties naar het internet versneld. Voor arbeidsintensieve dienstverleningssectoren zoals de gezondheidszorg gelden ook de wetten van de platformeconomie. Wat online kan, zal in de cloud gaan, daar is op den duur geen ontkomen aan.

Op Wikipedia staat een beknopte geschiedenis van de eerste stappen van de zorgcommunicatie over internet en het elektronische patiëntendossier (EPD), wat inmiddels klinkt als een uitvinding uit 1934. Het is een episch verhaal over de bezorgdheid om de privacy, over vrees voor de Amerikanen, haperende en onvolwassen techniek en hoog politiek spel.

Zeg eens eerlijk: wie weet nu wie zijn gezondheidsdata mag inzien, waar die te vinden zijn en of je er zelf ook bij kan? Moet je nog toestemming geven voor inzage door derden? En waarom zijn er zoveel verschillende systemen?

Uitwisseling
Aan die onduidelijkheid zal mogelijk een einde komen als de wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg is ingevoerd. In Nederland is het instituut Nictiz (‘de kennisorganisatie voor digitale informatie-uitwisseling in de zorg’) namens de overheid belast met het signaleren, informeren, ontwikkelen, beheren en adviseren van die uitwisseling.

Nictiz schrijft op de website: de nieuwe wet “biedt vele voordelen en mogelijkheden wanneer zorgverleners medische informatie veilig digitaal kunnen delen, ondersteund door Eenheid (sic) van taal en met dezelfde techniek. Zowel zender als ontvanger beschikken dan over dezelfde eenduidige informatie. Zo is bijvoorbeeld meteen inzichtelijk welke behandeling iemand heeft gehad, welke medicijnen worden gebruikt en of er allergieën zijn. Dit helpt vermijdbare fouten terug te dringen.”

Eén op de drie Franse steden heeft al een tekort aan huisartsen. Op het platteland is sprake van ‘désertification médicale’, woestijnvorming in de gezondheidszorg
Gezondheidsomgeving
Behalve de techniek was vooral de privacy van patiënten een remmende factor in de ontwikkeling van wat iedereen uiteindelijk de ‘Persoonlijke Gezondheids Omgeving’ (PGO) moet gaan noemen.

Hoe gevoelig dat privacy-aspect is, kwam aan het licht in het begin van de coronacrisis toen de minister voor Medische Zorg en Sport aan de Autoriteit Persoonsgegevens om een advies over een urgent probleem vroeg. Dat was de “moeizaam verlopende triage van coronapatiënten op de huisartsenposten (HAP) en de spoedeisende eerste hulpafdelingen (SEH) van ziekenhuizen, die ontstaat doordat medische persoonsgegevens van een deel van de patiënten niet via een elektronisch uitwisselingssysteem kunnen worden geraadpleegd.”

Er moest snel een oplossing komen om van iedereen de “noodzakelijke medische informatie” in te kunnen zien met het oog op de verspreiding van het virus en de individuele gezondheid. De Autoriteit worstelde, getuige deze brief, met een oplossing voor de privacyschending. Maar gelukkig: “De AP stelt (…) vast dat er is voorzien in waarborgen die het risico op beveiligingsincidenten en onbevoegde raadpleging van medische persoonsgegevens zoveel mogelijk wegnemen.” Kernbegrip bij het EPD/PGO is ‘regie’. Het is van het allergrootste belang dat patiënten “de regie blijven houden over hun medische gegevens”, volgens de AP.

Macron
Behalve noodzakelijk voor efficiëntie en kostenbesparing is digitalisering ook de manier om het bereik van de zorg te vergroten. In landen die dunbevolkt zijn, of waar de steden en dorpen leeglopen en met een verpauperende en vergrijzende bevolking te kampen hebben (of met alle drie), wordt de urgentie van eHealth nog meer gevoeld dan bij ons.

In Frankrijk, waar de gezondheidszorg altijd tiptop was, heeft president Macron een ruim budget uitgetrokken voor de soin digitalisé. Eén op de drie Franse steden heeft al een tekort aan huisartsen. Op het platteland is sprake van ‘désertification médicale’, woestijnvorming in de gezondheidszorg.

De methode laat volgens de onderzoekers betere resultaten zien dan de arbeidsintensievere traditionele aanpak, met bezoeken aan de huisarts of het gezondheidscentrum
Al in 1982 stond in vele Franse huishoudens de voorloper van internet, Minitel. Dat was een mooi bewijs van de wet van de remmende voorsprong en het duurde lang voordat Frankrijk op internet overging. Maar nu hebben oudere Fransen in leeggelopen gebieden een Ipad om met hun arts te communiceren.

Protocollen
De voorlopige rapportage over een online experiment met vijfduizend Amerikanen met hoge bloeddruk en hoge cholesterol laat zien hoe mooi en eenvoudig eHealth kan werken. Veel oudere Amerikanen hebben die kwalen en lopen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, maar worden niet behandeld. Terwijl dat betrekkelijk eenvoudig kan, volgens beproefde protocollen, met algemeen gebruikte bloeddruk- en cholesterolverlagende medicijnen.

De behandelingen werden gevangen in een algoritme. Deelnemers aan het experiment meten zelf hun bloeddruk en gaan om de zoveel tijd naar het artsenlaboratorium voor een cholesterolbepaling. Via internet hebben ze contact met een hulpverlener, die ze op basis van de meetgegevens de juiste doseringen van de medicijnen voorschrijft en laat bezorgen.

De methode laat volgens de onderzoekers betere resultaten zien dan de arbeidsintensievere traditionele aanpak, met bezoeken aan de huisarts of het gezondheidscentrum. Meer patiënten die anders de zorg zouden mijden, namen deel.
Dit artikel afdrukken