Links hangt een weegschaal, die zou overigens ook voor ‘maat houden’ kunnen staan, maar is in een viskraam toch eigenlijk gewoon precies wat hij hoort te zijn: een instrument om een hoeveelheid vis, schaal of schelpdieren af te wegen. Rechts is een doorkijkje naar de zee met wat scheepjes en strand, waar een visser of koopman vis verkoopt?
Culinair gezien is de tafel met vis natuurlijk het belangrijkst. Rog, griet (of heilbot? tarbot?), schelvis, schol, wijting, krab en kreeft, en een zalm in moten. En wellicht een fint, vanaf de prehistorie populair als voedsel in onze kuststreek (o.a. Vlaardingencultuur), en een tong.
Visconsumptie
Vanaf de middeleeuwen is vis niet alleen een ‘lekkernij’, maar vooral een ‘boetespijs’voor tijdens de Vastendagen. Voor de doorsnee-bewoner van ons land was dat zoutevis of stokvis, of gezouten danwel gedroogde haring. Maar het kan verkeren. Is de rooms-katholieke kerk in de lage landen eenmaal buitenspel gezet, de vis blijft op de (welgevulde) dis.
Even een anekdote ter illustratie. In 1652 nodigde de Amsterdamse handelaar in kruiden en dichter Jan Six van Chandelier een aantal vrienden uit voor een vismaaltijd: ‘om dan een soodjen visch, in onsen tuin, te kluiven’ Six dacht een keus te maken uit tarbot, salm, baars, braasem, haringh, post (pos), tongh, krabbe en somwyl kreeft.
Marleen Willebrands schrijft in haar bewerking van De Verstandige Kok kort samengevat dit:
"De Amsterdammers aten in de 17e eeuw veel meer zoutwatervis dan zoetwatervis, dat blijkt uit onderzoek naar keukenafval uit de beerputten van de stad. In de eerste druk van de Verstandige kok staan nog 33 visrecepten, in de 3e druk nog maar 18 visrecepten, waarbij snoek het hoogst scoort, met steur op een direct opvolgende tweede plaats.
Voor de vermindering van het aantal visrecepten is een aantal oorzaken te geven. In de 2e helft van de 17e eeuw daalde de aanvoer van zoetwatervis door de drooglegging van de binnenviswateren en de afnemende productiviteit van de overblijvende door te intensieve bevissing. De teruglopende aanvoer kan de prijzen hebben opgedreven."
Maar het wegvallen van de verplichte vis-dagen (200 vastendagen per jaar) zal zeker ook hebben meegespeeld.
Is dit nu een icoon van de vaderlandse eetcultuur? Een land van vissers, vishandelaren en vis-eters waren we zeker. Maar passen we daarin ook niet keurig in het plaatje van de gemiddelde kustbewoner van de Noordzee?
Genreschilder
Iets over de schilder. Abraham van Beijeren, (geboren in Den Haag rond 1620, overleden in Overschie in maart 1690), geniet tijdens zijn leven maar beperkt erkenning voor zijn stillevens en genrestukken. Tegenwoordig krijgt hij meer waardering. In het begin maakt hij vooral zeegezichten en riviergezichten, later komen daar de visstillevens bij. Zijn repertoire strekt zich uit tot pronkstukken met bloemen, porselein, glas en zilver.
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het schilderij is een bekende allegorie op het gebrek aan hygiëne van sommige vrouwen in die tijd. Onderzoek toonde toen al aan dat bij bederf van eiwitverbindingen een penetrante ammoniakgeur vrijkwam. Het schilderij beoogt dan ook helemaal geen beeld te geven van culinaire variëteiten, maar is eigenlijk een 'griezelplaatje' ter waarschuwing van vrouwen, een goede hygiëne te betrachten. De term 'viswijf' als verwijzing naar een zeer ordinaire vrouw doet zijn intrede in de literatuur. Het ideaalbeeld van de begeerlijke vrouw is een herderinnetje, die zich verpoost in de zogenaamde ‘locus amoenus’ (liefelijke plaats met veldbloemen ) in contradictie met het ‘viswijf’ dus….
Hé Nick, het gaat om 'icoon' van het beeld dat wij van onze eetcultuur hebben, niet meer dan dat. Daar past het stilleven/genrestuk met vis prachtig in, getuige de tentoonstelling over Vis uit de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden in het centraal museum in Utrecht een aantal jaar geleden. Het plaatje op zich is goed, maar ik moet het hier ontzettend verkleinen, waardoor er weinig van overblijft.
Het eetstilleven is inderdaad al ouder (ook de viskraam, er hangt een prachtige in Wenen, en volgens mij ook in Gent), maar de enorme hoeveelheid visschilderijen lijkt wel typisch voor ons kustgebied. Spaanse equivalenten beperken zich tot groente en fruit voor zover ik het weet.
Natuurlijk zijn al die vissen niet direct geschilderd, want inderdaad, dat zou wat zijn gaan stinken. Gezien de vermelding in de kookboeken - hogere stand - zal het redelijk respresentatief zijn geweest. Ook wat betreft het archeologisch vondstenmateriaal klopt het wel.
Niet direct een nep-landschap, zo zag het er bij Scheveningen enzo wel ongeveer uit. De schilder maakte een gemakkelijk verkoopbaar plaatje, niet een meesterstuk.
Nick, weet jij een Duits zeevismarkttafereel of visstilleven?
Als je er een paar naast elkaar legt moet dat toch verschillen opleveren..
Ik denk dat de afgebeelde vissen niet perse een weerspiegeling van het gemiddelde aanbod zal zijn. Hierzal ook weergelden dat de schilder verschilllende structuren wil laten zien en wil tonnen hoe goed hij die weer kan geven. Zou de schilder altijd met echte vissen hebben geschilderd? Dat zijn wel bederflijke modellen.
Is het landschap een fantasielandschap? Ja, heel graag een betere afbeelding.
Icoon? Ik had nog nooit van deze van Beijeren gehoord. De kwaliteit van de afbeelding is niet goed, is er een andere op het net?
Ik dank dat in dit genre François Snijders, Joachim Beukelaer of Pieter Aertsen "iconischer" zijn (maar allicht niet "Vaderlandsch" genoeg?). Zij waren er al veel vroeger mee bezig. In 1666 waren ze alle drie zelfs al lang dood. Het genre bestond overigen vóór de zeventiende eeuw ook al in Spanje en de de Duitse landen. Van Beijeren was een naloper.