imagefoto: Ben McLeod

Gisteren was ik op de Salon van de Smaak op landgoed De Wolfslaar in Breda. Een schitterend initiatief van o.m. Ton Pinxten (directeur van Stichting Landgoed De Wolfslaar en mede eigenaar van het gelijknamige restaurant) om het publiek toegang te geven tot topproducten. Schitterend omdat je die in Nederland nu eenmaal niet makkelijk op 1 plek bij elkaar vindt. De te proeven - en te koop aangeboden - lekkernijen, variëren van groenten, kaas, vlees, boter, brood, rauwe melk, boeken en wijn tot chips (ja, die ook), geweldige bliksoep (!) en speciale barbecues die in feite 'slow cooking'-instrumenten zijn. Je kunt er trouwens vandaag nog naar toe!

Onderwerp waarom ik er was: niet de smaak van de doelgroep van De Salon van de Smaak, maar 'de toekomst van de smaak in de supermarkt'. Initiatiefnemer tot het debat daarover is Will Jansen, hoodredacteur van Bouillon!, Nederlands cultureel gastronomisch magazine, en auteur van de onlangs verschenen Culinaire Almanak.
Will is bezorgd over de smaak in de supermarkt: als iedereen met hetzelfde zo goedkoop mogelijk te maken product bediend moet worden, is er dan nog ruimte voor smaak, smaakontwikkeling én .... respect voor wat we eten, waar dat vandaan komt en wat het doet in en voor ons lichaam? Verschillende 'culi's' - Diny Schouten (bekend van Vrij Nederland en het boek 'Het spek van Slager Blom', nu naar eigen zeggen werkzaam als 'charcutière en pasteienbakster'), Angélique Schmeinck, Onno Kleyn, Pieter Punter (smaakonderzoeksbureau OPP) en ondergetekende - verdedigden ieder een stelling over smaak in de supermarkt. Aan de orde kwam de centenknijperigheid van de Nederlander die ervoor zou zorgen dat de supermarkt geen ruimte heeft om betere producten op het schap te leggen. Die blijven immers liggen. Anderzijds werd (door Diny en Angélique) de stelling verdedigd dat er wel degelijk consumenten en (zelfs grote) producenten zijn die wél meer willen. In de zaal bleek de eigenaar van een C1000-winkel aanwezig die beaamde dat hij niet alleen meer wil maar dat ook dóet. Om de heel simpele reden dat hij zich daarmee kan onderscheiden van de andere grootsupers.

Boeiend was de vraag hoe het kan dat een Belg bij zijn Delhaize of Carrefour wél alles kan vinden wat hij zou willen kopen (de keuze in de supermarkt daar is ca. 4x zo groot als in Nederland).
Het antwoord is simpel: omdat er daar op heel veel plekken voldoende mensen wonen die die 'andere' en betere producten ook kopen. In Nederland zouden dergelijke winkels alleen in Amsterdam, Rotterdam en Maastricht succesvol kunnen zijn. Zelfs steden als Den Haag, Utrecht en Groningen redden het waarschijnlijk al niet meer.

In Nederland kan het dus 2 kanten op:
- de supermarkt blijft 'food for the millions'
- de supermarkt 'verbelgt': naast goedkope massa-producten komen er speciality-producten

In het eerste geval ligt de opportunity voor nieuwe aanbieders voor de hand: er komen nieuwe distributiekanalen. Die zullen alleen succes hebben als ze dichtbij de consument komen. Liefst nog dichterbij dan de supermarkt om de hoek, want dan hebben ze een dubbel concurrentieel voordeel op de oude aanbieders: een beter product én betere service, want meer gemak. In de VS doet amazon.com al een proef met een food-aanbod waar de AH-koper van zou dromen. Gewoon via zijn beroemde Internetkanaal, inclusief vers-specialities! Dat is nóg dichterbij en nóg makkelijker dan de AH, de C1000 of de Plus-markt om de hoek.

De vraag blijft natuurlijk wel hangen: is dat echt de oplossing voor de huidige consument die al een generatie of vier niet meer weet wat 'échte smaak' is. Die koopt niet zonder te proeven en zal wat hij of zij proeft niet eens kunnen waarderen zonder 'opvoeding'. Geen wonder dus dat Ton Pinxten enthousiast meldde dat vanaf dit najaar op 500 basisscholen smaaklessen gegeven gaan worden.
Maar ja, wat krijgen die kinderen van hun ouders als ze weer thuiskomen?

Will zal het debat ongetwijfeld verder aanzwengelen en er - o.m. hier - verslag van doen.
Dit artikel afdrukken