Het CBS kwam gisteren met cijfers die laten zien dat het prijsniveau van food in 2005 ónder dat van 2001 lag. Niettemin gaan de supers door met verdere prijsverlagingen. De oorlog met Grolsch was koud bijgelegd, of AH kwam eveneens gisterochtend met de opmerking dat na de Hamsterweken 1000 artikelen structureel in prijs verlaagd worden. Meteen daarop gaf C1000 gaf aan dit weekend aan het rekenen te gaan om komende week te volgen.
C1000 meldt vandaag bovendien dat het de aanval start op 'Heemskerk', de nog-lagere-prijzen-winkel van AH.

In het Financieele Dagblad liet Filip den Ouden weten dat het FNLI, de koepelorganisatie van de Nederlandse Levensmiddelenindustrie, wetsaanpassing wil om de inkoopmacht van de supers te beperken.
De Nederlandse Mededingingsautoriteit lijkt het allemaal niet te begrijpen. De consument vindt het allemaal best. Dat is verontrustend: kun je in Nederland straks nog iets te eten kopen dat niet via een volledig uitgeknepen productie-proces op je bord of in je glas beland?

In hun stijd om de klant dwingen de 7 supermarktcombinaties in ons land – met Albert Heijn en Superunie voorop – de consumentenprijzen steeds verder omlaag. In mijn entries van de afgelopen 2 weken heb ik de kern van mijn gevoel daarbij al uitgedrukt: de openbare discussie over dit onderwerp zou moeten draaien om de vraag hoeveel keuze en kwaiteit we in Nederland straks nog kunnen kopen. Ik ben dan ook blij dat de FNLI de discussie juist op dat punt oppakt. Den Ouden stelt in het Financieele Dagblad in feite onomwonden dat als gevolg van het feit dat een beperkt aantal supermarktcombinaties de markt beheerst, de foodproducenten worden uitgeknepen zodat zij geen vernieuwing meer kunnen financieren.

Dat is een openbare discussie. Het argument mag veel harder en duidelijker worden uitgespeeld. Bij de toch al schrale keuze die Nederlanders in hun supers hebben, zorgen de huidige marktverhoudingen voor het uitknijpen van een al uitgeknepen citroen. Moet dat nog verder terug, mogelijk met consequenties voor de kwaliteit van producten?

De NMA lijkt er niets van te begrijpen en zegt simpelweg dat concurrentie de partijen scherp houdt en goed is voor de consument. Dat klopt natuurlijk. De consequentie is alleen dat we afstevenen op een zeer efficiente markt waarin tegen prima prijzen alleen bulk te koop is in – om met Henry Ford te spreken – ‘any color, as long as it is black’. Willen we dat en kan de NMA als uitvoeringsinstantie van de overheid dat voor ons willen?

Wij leven in het tijdperk van de enorme keuze en produktvernieuwing. De ironie wil dat juist nu een brede range nieuwe foodprodukten in ontwikkeling is met gezondheidsbevorderende toevoegingen en verbeteringen. Misschien dat de mannen en vrouwen achter het NMA het thuis ‘gewoon’ doen met de ongedefinieerde aardappels, vlees, groenten en het biertje en flesje wijn uit de Hamsterweken met Bonus. Vandaar dat ze - waarschijnlijk volkomen oprecht – menen dat het juist goed is om een ‘superefficiente’ markt te laten onstaan. Hier begint echter iets heel anders te gloren: zonder visie op voedingsethiek is het toezien op prijsvorming lastig.

NB
Nog een puntje van ironie: deze week werd bekend dat de EU de consumenten binnen de Unie meer Europese (biologische) producten wil laten eten. Met het huidige beleid zal Nederland hier snel uit de boot vallen. Deze produkten verliezen het immers omdat ze duurder zijn en dat ook wel moeten zijn. Dit soort produkten is het resultaat van extensieve teelt, die nou eenmaal duurder is dan de intensieve/efficiente die de NMA – getuige haar reacties - bij implicatie voorstaat. Laat dat nu precies de reden zijn waarom we steeds meer eten op ons bord krijgen dat geteeld wordt in landen buiten de Unie waar intensieve bedrijven tegen een fractie van de kosten van hier kunnen produceren(zie bijv. NRC Handelsblad van vandaag over Brazilië). Die kosten zijn zo laag, dat ze zelfs met de transportkosten die erbij komen Europese produkten steeds meer het nakijken geven.
Dit artikel afdrukken