wetenschapper. Hier vind je een perfect scherpe PDF met een overzicht van de voedingswaarde van verse producten die in de periode 1985-2002 enorm zou zijn teruggelopen. Een tijdje geleden kwam de Telegraaf met nieuws dat het treurig gesteld was met de voedingswaarde van verse producten als gevolg van intensieve teeltmethoden. Wij - rationelen - hoonden het weg, ook hier. Er is nl. een meetprobleem. De gegevens zijn niet zeker. Maar is het daarmee onzin? Willem Koert schreef er een mooi achtergrond artikel over in Resource, het blad van Wageningen.
De gegevens beginnen op te duiken in de bewijsvoering van mensen die enig inschattingsvermogen hebben over de betekenis ervan. Ze willen er graag het verse product nieuw leven mee inblazen. Niet alleen om er geld mee te verdienen, maar ook omdat ze het menen.
In het artikel van Koert valt o.m. deze paragraaf te lezen:
Theoretisch heeft Hoogenboom dus weinig moeite met het idee dat we via onze voeding minder vitamines en gezonde plantenstoffen binnenkrijgen dan pakweg twee generaties geleden. Maar in de conclusies die De Telegraaf in zijn geruchtmakende artikel trekt kan hij zich niet vinden. ‘Mensen vergeten vaak hoe bewerkelijk analyses zijn’, zegt Hoogenboom. ‘Als je tien goed uitgeruste laboratoria hetzelfde monster stuurt om te analyseren, dan kunnen de gemeten concentraties twee- tot driehonderd procent uit elkaar liggen. Elke kleine verandering in de manier waarop je meet leidt tot andere resultaten. Je kunt niet zomaar twee analyses met elkaar vergelijken, zoals De Telegraaf heeft gedaan.’
‘De voedingsindustrie is de laatste tientallen jaren zorgvuldiger met groente en fruit omgegaan’, zegt hij. ‘De kant-en-klare maaltijden die ik in de jaren zeventig at waren nog wel eens gesteriliseerd om te garanderen dat er geen ziektekiemen meer in zaten. Maar dat had als consequentie dat ze nog maar weinig vitamines bevatten. Sindsdien heeft de industrie zijn processen geperfectioneerd. Dat is ten goede gekomen aan de hoeveelheid vitamines die we via bereide producten binnenkrijgen.’
Eigenlijk gelooft Van Boekel dat het wetenschappelijk onmogelijk is om iets te zeggen over de veranderingen van de voedingswaarde die onze levensmiddelen hebben ondergaan. ‘Je zou producten van vijftig, zestig jaar geleden moeten analyseren op exact dezelfde manier als waarop je hedendaagse producten onderzoekt. Dat is jammer genoeg onmogelijk. Zolang kun je levensmiddelen niet bewaren. We zullen het nooit weten.’
Wat doe je? Besluiten dat deze cijfers zelfs niet indicatief zijn en je er echt niet druk om maken? Of besluiten dat we bij twijfel maar beter niet kunnen inhalen en wat meer moeten letten op de natuurlijke micronutrientenwaarde van wat we eten?
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
En nou vergeet ik MrOoijer's punt: wat doen transport en processing? Die horen dus ook in de eerste ronde van het onderzoek thuis. Anders lullen we nog steeds in de lucht en blijft het geitenwollensokken-gedoe.
Voor iemand die het nog niet wist: de micronutrienten-discussie komt van origine voort uit dezelfde motieven die de 'organic' landbouw in Engeland leven inblies. Wij vonden hier biologisch heel logisch om het milieu te redden. Aan de andere kant van de Noorzee vonden ze het veel logischer om zichzelf te redden. Het is nog altijd onbewezen. Tijd voor onderzoek dus.
Jurgen's onvoldoende zou volstrekt verdiend zijn. Metingen uit oude en nieuwe labo's, technieken, apparatuur en methoden kunnen niet zomaar naast elkaar gelegd worden om er de conclusie uit te trekken dat het niveau aan micronutrienten in onze voeding dramatisch is gedaald en we daarom moord en brand moeten roepen.
Je kunt wel concluderen dat er aanwijzingen zijn, dat dat zo is. Je kunt je ook afvragen of het nuttig is om tijd en geld te besteden aan nader onderzoek naar die aanwijzingen.
Ik probeer dit onderwerp weer 'ns vlot te trekken omdat me opvalt dat het 'pakt' onder bepaald niet ongeinformeerde ondernemers en op de praktijk van teelt en verwerking van vers gerichte onderzoekers. Een paar jaar geleden schreef ik er hier een deels neutraal, deels naief stukje over de Engelse arts David Thomas die zover ging gegevens uit 1940 naast die van 2002 te plaatsen en toch serieus werd genomen door foodnavigator.com. Zoals de reacties op de bovenstaande grafiek destijds lieten zien, wordt het al snel weggehoond, ook hier. Wetenschappelijk volstrekt correct, want de bewijzen zijn met de haren bij een gewilde conclusie gesleept.
Er zijn wel aanwijzingen dat er een verandering is opgetreden in de micronutrienten die we binnenkrijgen. Moet je daar nou lacherig over doen of toch maar niet?
Dat vind ik een boeiende vraag.
We weten nog weinig van de relatie voeding/gezondheid en kunnen dus op voorhand ook al geen antwoord geven op de vraag of micronutrienten zelfs maar belangrijk voor ons zijn. We weten wel dat ons lichaam allerlei receptoren heeft om iets met dergelijke stoffen te doen, al weten we niet wat ze ermee doen, welke combinaties ze nodig hebben en in welke onderlinge samenwerking ze ermee omgaan.
We weten wel dat we sinds de jaren zeventig/tachtig van de vorige eeuw ons menu nogal veranderd hebben. Van vers zijn we steeds meer processed gaan eten. 'Processed' betekent dat het zoveel mogelijk in heel grote hoeveelheden op 1 plek in de wereld wordt gemaakt. Onderdelen worden ergens gemaakt. Verscheept en weer verwerkt. Dat leidt tot een soms verbazingwekkende reeks van opwarmen en weer afkoelen en evenzo andere vormen van herhaalde bewerking. Die zijn bepaald niet altijd bevorderlijk voor de micronutrienten. Het zou dus zo kunnen zijn dat we zowel vanuit het primaire product als door het grotere aandeel processed eten in onze voeding onze receptoren steeds meer teleur moeten stellen.
Zou dat erg zijn? Dat weten we niet. Maar of we ze niet nodig hebben, weten we ook niet. Daarom lijkt het mij rationeel eens serieus onderzoek naar te doen naar micronutrienten. Ingewikkeld is het niet om daar een design voor op te zetten. Er is nog genoeg grond waar ouderwetse teelt kan worden gesimuleerd. Neem oude en moderne klonen van zaden en dieren en teel ze in 'oude' en 'moderne' omstandigheden. Oude klonen in moderne omstandigheden kan lastig wezen. Laat ze dus in de eerste ronde eruit en vergelijk totale oude context met totale moderne.
Hoe rationeel is het gelden te steken in onderzoek naar functional foods of pimptomaten en-komkommers als voedingswetenschappers beweren dat we alles toch wel binnenkrijgen als we maar gevarieerd eten? Toch gaan daar enorme geldstromen heen. M.n. naar de functionals. Die passen bij de trend naar nog meer processed foods. Logisch dus vanuit een bedrijfseconomisch, maar niet vanuit een kentheoretisch, dwz pre-wetenschappelijk perspectief.
Robin,
Een wetenschappelijk onderzoek levert (als het goed is...) steeds hetzelfde resultaat maar je moet natuurlijk wel op dezelfde wijze meten. Dat is het probleem hier, er lijkt sprake te zijn van een systematische fout. Een student die op grond van bovenstaande gegevens een conclusie trekt zonder dit op te merken krijgt een onvoldoende van mij...
Overigens zijn labs redelijk gestandaardiseerd en de fout kan ook in behandeling van het materiaal zitten. Hoe vers waren de groentes welke grond werden ze op geteeld etc etc etc.
Goh, en ik altijd maar denken dat wetenschappelijk onderzoek per definitie herhaalbaar is.
Je bedoelt: onderzoeken zoals vijftig, zestig jaar geleden?
Zoals Jurgen al zegt: tussen verschillende labs zit (veel) ruis. Iemand die regelmatig z'n bloed moet laten controleren, doet dat bij voorkeur in 1 lab vanwege de verschillen tussen de labs. Methoden kun je standaardiseren, maar de labs en hun instrumenten niet helemaal.