De onzekerheid waar we 2020 mee begonnen is in de loop van het jaar alleen maar groter geworden. Helaas is dat de realiteit waarin vissers hun bedrijf moeten runnen. Gelukkig is de visserij gewend om flexibel in te spelen op natuurlijke schommelingen. Die flexibiliteit zie je nu ook terug in de houding van de ondernemers. Elke week, ook nu, gaat de vloot naar zee om met een gezond natuurproduct terug te keren in de haven.

Horeca belangrijk voor Nederlandse vis
Vis is een duurzame aanvulling op een gevarieerd eetpatroon. Er is voor elk wat wils; de Noordzee en Waddenzee kenmerken zich door grote soortenrijkdom aan vis, schaal- en schelpdieren. Er zijn soorten die zich prima lenen voor diepvriesverwerking, maar ook de (amateur) kok kan zijn hart ophalen als het gaat om het aanbod van versproducten. In Nederland is vis vooral populair in de horeca. Dat is bij uitstek dé plek om te genieten van een vakkundig bereid luxeproduct. Thuis vis klaarmaken is nog altijd weinig populair, maar goed klaargemaakte vis thuis laten bezorgen kan natuurlijk ook.

De sluiting van de horeca in Europa leidde tot een enorme prijsval van de soorten die in dit segment verkocht worden. In sommige gevallen daalde de prijs met meer dan de helft ten opzichte van voor de pandemie. Denk daarbij aan tarbot en griet, maar ook aan tong. Omdat vissersschepen in maatschapsvorm worden geëxploiteerd, raakt dat niet alleen de scheepseigenaren maar ook de bemanningen direct in hun portemonnee. De bemanning deelt in de opbrengst en heeft geen recht op inkomenssteun van de overheid.

Naast de horecasluiting zal de economische recessie als gevolg van Covid-19 ook het exportvolume omlaag duwen. Hoe lang beide gevolgen gaan duren, is koffiedik kijken.

De Europese Farm to Fork-strategie is gericht op het voorzien in een duurzame en structurele voedselbehoefte. Over vis is echter verdraaid weinig in de Europese plannen te lezen. Het leest alsof beleidsmakers zich geen raad weten met vis en visserij
Voedselzekerheid is geen gegeven
Horeca is een vorm van luxe. Maar visvangst is ook nodig om verantwoord te kunnen voldoen aan de voedselvraag van een groeiende wereldbevolking. Wild gevangen vis levert (veel en gezond) voedsel voor menselijke consumptie, en heeft aantoonbaar de laagste ecologische voetafdruk van alle dierlijke eiwitten. Als visserij vinden we onszelf daarom een deel van de oplossing.

De Europese Farm to Fork-strategie is gericht op het voorzien in een duurzame en structurele voedselbehoefte. Over vis is echter verdraaid weinig in de Europese plannen te lezen. Er staan wat vage termen, zoals ‘de duurzaamheidslat hoger leggen’ of ‘certificering en transparantie verbeteren’, terwijl er al een woud aan keurmerken en informatie beschikbaar is. Het leest alsof beleidsmakers zich geen raad weten met vis en visserij. Helaas voor ons: uit onwetendheid komen vaak de meest onwerkbare regels. Daar moeten we als sector dus heel alert op zijn.

De ‘wilde’ Noordzee
Wild gevangen vis is bijna het enige onderdeel van ons voedselpakket dat nog wild geoogst wordt, waarbij terechte eisen gesteld zijn voor verantwoord beheer. De vraag is echter wel hoe wild de omgeving van de vis nog is.

Visserij is een belangrijke speler, al is de sector vergeleken met nieuwe gebruikers op zee niet heel groot. Hoewel we voedsel leveren, moeten we als visserij flink concurreren met offshore wind, start-ups rondom zeewierkweek, terugkerende plannen over kunstmatige eilanden, maak-natuur en andere spielerij zonder noemenswaardig verdienmodel. Onze visgebieden worden drastisch ingeperkt, terwijl de ecologische impact van deze nieuwe spelers onbekend is. Het voorzorgsprincipe geldt vooral voor visserij, maar niet voor de ‘new kids on the block’, ondanks hun negatieve impact op het systeem.

Deze ‘new kids’ krijgen veel speel- en experimenteerruimte in beleid. Beleid dat net als de Farm to Fork-strategie bedacht wordt van achter een bureau. De praktische uitwerking: wát gaan we doen, wáárom gaan we dat doen en hóé gaan we dat doen, blijft achterwege. Dat geldt zowel voor kunstmatige bouwwerken en energiewinning als voor natuurbescherming. Let wel: vissers zijn voor bescherming van de natuur. Ze leven er immers van. Maar tegenwoordig is natuurbescherming op zee grotendeels verworden tot politieke sier maken en box ticking met ingewikkelde regels en het halen van cijfermatige doelen. Het draait om percentages en oppervlaktes, maar zonder voldoende oog voor kwaliteit.

Wij zijn ervan overtuigd dat we als Nederlandse visserijsector kwaliteit leveren. Niet alleen de kwaliteit van onze producten is hoog. Ook de kwaliteit van onze vissers, de uitwerking van duurzaamheidscriteria, de kwaliteit van onderzoekssamenwerking en bereidheid tot overleg zijn hoog.

De Nederlandse visserij staat in 2021 nog veel te wachten. Maar zowel kwantiteit in de vorm van voedselvoorziening, als kwaliteit in de vorm van vakmanschap zijn onze unieke waarden die we, ook in 2021, hoog proberen te houden. Hoe woelig de baren ook zullen zijn.
Dit artikel afdrukken