Wat ik betoog is dus geen wetenschappelijk verhaal maar een mening gebaseerd op waarnemingen, ervaringen en gedachten. Ik wil ingaan op drie zaken waar Breman, volgens mij, de plank volledig misslaat: kringlooplandbouw, ratio versus emotie en de waarden waar de landbouw voor kan staan.
Kringlooplandbouw
In het stuk van Breman en Veerman wordt eerst geconstateerd dat kringlooplandbouw zoals de minister dat benoemt een vaag en niet nauwkeurig omschreven begrip is. Dat klopt, de minister heeft kringlooplandbouw gepresenteerd als de ontwikkel richting voor de landbouw voor de komende tien jaar. Juist om de landbouw een handreiking te doen over de manier waarop we de landbouw verder zouden moeten ontwikkelen als antwoord op een vraag vanuit de sector zelf. Vervolgens kiest Breman zelf een definitie van kringlooplandbouw die op zich wetenschappelijk juist is, maar volgens mij heel ver afstaat van wat de minister bedoelde. Ik heb de roep om kringlooplandbouw altijd vertaald als het zelf moeten proberen om de kringloop van grondstoffen op onze bedrijven zo lokaal mogelijk, zo goed mogelijk moeten proberen te sluiten. Dat is heel iets anders dan zeggen dat er niets meer vanuit het buitenland geïmporteerd mag worden. De kringloop sluiten op een bedrijf waar voedsel geproduceerd wordt is zo goed als onmogelijk. Met het verkopen van je producten verdwijnen er mineralen van je bedrijf, die zul je op de een of andere manier weer moeten aanvullen. Het grote verlies zit nu juist bij de consumptie van het voedsel, bij de mens dus.
We kunnen landbouw en natuur zo ver uit elkaar trekken als we willen, de burger zal nog steeds van de landbouw blijven vragen om meer rekening te houden met natuur en landschap en zal daarnaast eisen dat we het milieu minder belasten. Dit komt allemaal vanuit het gevoel dat het hun achtertuin en hun recreatiegebied is waar ik boer benBreman heeft dus helemaal gelijk als hij zegt dat streven naar een gesloten kringloop op alle bedrijven een grote impact gaat hebben op onze landbouw en zal leiden tot een daling van de voedselproductie. De praktische boer in mij is echter van mening dat het streven naar een meer gesloten kringloop op bedrijfsniveau maar zeker ook het werken aan een meer gesloten kringloop op landsniveau juist niet zal leiden tot een grote productiedaling, maar wel zal leiden tot een enorme beperking van de impact van de landbouw op natuur en milieu.
Ratio versus Emotie
Breman kiest een heel rationale benadering als hij de landbouw en de ontwikkelingen daarin beschrijft. Zelfs bij de relatie met de natuur gaat hij helemaal uit van de ratio, ook Dick Veerman gaat daarin helemaal mee in zijn analyse. Alhoewel ik weet dat wij mensen allemaal denken dat we heel rationele besluiten nemen is uit talrijke onderzoeken gebleken dat dit juist niet zo is. We nemen de meeste besluiten op basis van emotie. Een bedrijf als Coca-Cola weet dat donders goed en besteedt dan ook meer dan 25% van zijn omzet aan reclame.
Die reclame moet bij mensen een gevoel, beleving en emotie oproepen om ze daarmee te verleiden om zijn producten te kopen. In alle reclame van Coca-Cola kom je geen enkel rationeel argument tegen, zelfs de verpakking van een colafles doelt op beleving, gevoel en emotie; er staat niet voor niets 'Open Happiness' op de dop van een Coca-Cola fles. De landbouw speelt zich voor een groot deel af in de openbare ruimte, in de ruimte die de gemiddelde burger steeds meer ziet als zijn achtertuin of recreatiegebied. Nu kunnen we heel rationeel gaan onderbouwen dat het scheiden van landbouw en natuur het beste is voor beide sectoren maar zal dat dan leiden tot een ander beeld dat gemiddelde burger heeft over de landbouw? We kunnen landbouw en natuur zo ver uit elkaar trekken als we willen, de burger zal nog steeds van de landbouw blijven vragen om meer rekening te houden met natuur en landschap en zal daarnaast eisen dat we het milieu minder belasten. Dit komt allemaal vanuit het gevoel dat het hun achtertuin en hun recreatiegebied is waar ik boer ben.
Waarden
Als je wilt nadenken over de toekomst van de landbouw in Nederland moet je je volgens mij in de eerste plaats afvragen welke waarden de landbouw vertegenwoordigt in de Nederlandse maatschappij. Dat zijn er volgens mij meer dan de waarden waar Breman en Veerman van uitgaan. We zijn voedselproducent, leveren een economische bijdrage maar onderhouden ook meer dan 60% van het landelijk gebied. Daarnaast kunnen we een grote bijdrage leveren als het gaat om klimaatmaatregelen of klimaatadaptatie.
Ons probleem is echter dat slechts een van de waarden die we bijdragen aan de Nederlandse maatschappij ook economisch beloond wordt, de voedselproductie. Geen wonder dus dat we als landbouw bijna volledig hebben ingezet op die waarde, want die waarde geeft ons inkomen en toekomstperspectief. Daarentegen worden we de laatste decennia in toenemende mate wel beoordeeld op die andere waarden maar worden we worden er nog steeds niet voor beloont. Dat is dan ook direct de belangrijkste reden dat de waarden zoals landschap en natuur, niet echt worden ontwikkeld op het huidige landbouwbedrijf. Alleen daar waar er iets mee te verdienen valt (lees: agrarisch natuur en landschapsbeheer) gaan boeren ermee aan de slag en lukt het hen ook om de gecreëerde waarde te gelde te maken. Als deze waarden dan voldoende perspectief bieden gaan we onze bedrijven erop inrichten en investeren met die waarden in ons achterhoofd.
Natuurinclusieve landbouw
Als we het dus gaan hebben over de toekomst van de landbouw dan moeten we niet de ratio maar juist de emotie als een van de belangrijkste uitgangspunten nemen. Op basis van die emotie zie ik dat de landbouw meer aan waarde produceert dan alleen voedsel. We produceren ook landschap, natuur, biodiversiteit en kunnen helpen het klimaatprobleem op te lossen. Daarvoor is het wel nodig dat die extra waarden goed beloond worden zodat ik als boer in staat ben om mijn bedrijf daar voor een deel, op te baseren. Vervolgens zal ik dan op mijn bedrijf de optimale mix moeten vinden tussen voedselproductie, milieubelasting, natuur en landschap en andere maatschappelijke waarden die ik kan leveren.
En dat eindplaatje noem ik dan altijd: NatuurInclusieveLandbouw!
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#148 Klopt, ik ken de waard zoals ik erin ben opgegroeid en dat is met niet veel knotwilgen op productiegronden. Of je zet mist of niet hangt ervan af hoe je er naar kijkt.
Ik denk dat meer knotwilgen bijdraagt aan een diverser en meer eigen (cultureel) landschap en in die zin waarde hebben en dus functioneel zijn.
Sinds ik in Schotland vakken aan de SRUC heb gevolgd, ben ik er anders naar gaan kijken (wat ik hier toelichtte).
Welk uitgangspunt neem je? Zoals het nu is, 50 jaar geleden, 100 jaar gelden of misschien wel 1000 of 10.000 jaar geleden of misschien wat in de toekomst van nut kan zijn?
Het gaat mij niet om het herstellen van oude natuur maar het creëren van functionele en natuurlijke elementen die in de toekomst van nut kunnen zijn.
#147 is het prietpraat? Volgens mij net zo goed onderdeel van de discussie. Het houdt toch allemaal verband met elkaar. We willen twee ruggen uit één varken op hetzelfde lapje grond en dan ook nog iedereen te vriend houden. Dit gezever behoort dan toch ook in je integrale optimale vraagstellingen waar Breman op doelt. Aan de basis moet je samen komen tot de vraag wat je in deze optimalisering wel en niet mee wil nemen en hoe je alles gaat wegen en aan wie je het over laat om tot deze afweging te komen. In bijdrage 108 in de andere draad heel duidelijk verwoord door Breman zelf. De teeltoptimalisatie op mijn bedrijf komt ook pas tot stand na inmenging van andere maatschappelijke doelen, zowel markt- als overheidsgedreven en persoonlijke wensen.
#120 en #128
Voor behoud van de knotwilg heeft de Alblasserwaard dit wel nodig: Knotploeg-alblas .
Eens met Chris zijn benadering. Mijn zin was ook altijd: Ik help éénmalig mee bij het knotten van een knotwilg. En ja, daarmee bedoelde ik > ik zaag hem onderaan af. Geen droog brood mee te verdienen vanuit melkveehouderij!!**.
Chris van Bruggen Waarom zou de waard weer groener mogen? Jij bent toch te jong om de waard groen te kennen ;-) ? met dank aan zeer gewaardeerd foodlog bijdrager Jopie Duijnhouwer ken ik deze link: Topotijdreis . Rond 1980 was iedere boom / knotwilg toch al wel verdwenen Chris?
** Oom van mij heeft de rij op het perceel achter "onze" 'oude' boerderij behouden. Gelukkig vinden zijn kinderen het nog steeds leuk om mee te helpen. Wellicht ga ik het ook nog wel weer doen deze winter een handje helpen waar nodig. (Oom zelf tikt ook de 60 aan reeds ;-)).
(voor wie het opzoeken wil, neem straat middelkoop, Leerbroek in de Vijfheerenlanden
OEI, nu zie ik dat de database moeite heeft met de werkelijkheid. Lijkt erop dat bomen via algoritme herkent worden en daarmee een stip worden. Leuk detail: een geknotte knotwilg wordt niet opgepikt als boom. Het is dan goed om even naar de luchtfoto te wisselen. Als je die inzoomt zie je wel de echte werkelijkheid.
Bevinding:
Deze opinie was eigenlijk gewoon een bijdrage/reactie op het stuk van Breman .
Daar ging het over kringloop, de mineralen kringloop over de input en output van voornamelijk Stikstof.
Alex komt met Natuurinclusief op de proppen en de draad gaat na +100bijdragen over knotwilgen onderhoud. Fraai staaltje afleiding ( je zou het haast een suikertax lobby kunnen noemen, of leg ik nu een verband wat niet zou mogen? #bliksemafleider(s).
Voor mij staat #4 als een paal boven water: Dit brengt landbouw nergens, zulke (priet)praat.
Alex Datema Zou jij hem voor #150 eens willen terugpakken op het feit dat je stuk een reactie is was op het Breman verhaal?
Redactie wellicht dat dan maar als een nieuw artikel brengen? want 200+ bijdragen is zelden een topper geweest op Foodlog?
#21 Jopie, en andere reacties vwb 'wat is natuur'? Eens dat procesgerichte maatregelen voor natuur het beste zijn. Ik ben zelf betrokken bij het agrarisch natuurbeheer voor met name weidevogels. De inzet van boeren groeit, en de agrar. collectieven functioneren steeds beter. Maar ik denk dat we de manier waarop we het agrarisch beheer nu vormgeven niet kunnen volhouden, omdat het niet procesgericht is. Het is te ingewikkeld gepuzzel in een per saldo nog steeds intensieve bedrijfsvoering: complex mozaïkbeheer, vaak smalle randjes voor de kuikens, veel plasdraspompen a 4000 euro per stuk, predatorcontrole, heel veel overleg, veel vrijwilligersinzet voor het vinden van de nesten, veel monitoring en controles op het erf. En uiteraard veel inzet van de boeren. We markeren en beschermen in Nederland nu 12 zeearendnesten, 4 visarendnesten en tienduizenden weidevogelnesten. Dat kan niet goed blijven gaan, bijv. vergrijst het vrijwilligerscorps.
Ik vind dat we toe moeten werken naar voldoende grote gebieden met lage bemesting, kruidenrijk grasland, hoger waterpeil en uitgesteld maaien, kortom een situatie die lijkt op de grasachtige vegetaties waar die vogels van nature broeden. De boeren beloon je voor het creëren van die condities, en dan moeten de vogels het verder maar redden.
Misschien is dat maar mogelijk op 10% van het areaal, omdat we het maatschappelijk niet kunnen opbrengen meer boeren in staat te stellen dit in hun bedrijfsvoering op te nemen. Dat zij dan zo. Ben bang dat we het geld nu te veel “verdunnen” over een te groot areaal met hoofdzakelijk soortgerichte maatregelen waardoor je de afname van weidevogels alleen maar afremt, en niet ombuigt.
Bij die ingezaaide bloemrijke akkerranden denk ik: zullen we eens aan de patrijs vragen wat die er van vindt? Ik ken eigenlijk in de akkerbouw niet een situatie voor vogels en insecten/zaden (vogelvoer) die vergelijkbaar is met wat ik hierboven voor grasland schets: percelen met akkerbouwgewassen die zo extensief worden bewerkt, met bescheiden mestgift dat patrijzen, leeuweriken en grauwe kiekendieven er iets mee kunnen, en de boer ook. Dan zijn die bloemrijke akkerranden een goed alternatief. Ze zijn kunstmatig, maar worden in toenemende mate met overjarige soorten ingezaaid en daarvoor beheerd. Ze kunnen bijdragen aan plaagbestrijding. Bovendien werken ze samenwerking en overleg tussen boeren en ‘burgers’ in de hand, en inspireren ze om het steeds beter te doen. In de eerste jaren staan er vaak alleen eenjarigen in alle kleuren van de regenboog, met veel exoten die maar voor beperkt aantal insectensoorten interessant zijn, en die jaarlijks opnieuw moeten worden ingezaaid. Maar door die eerste stap te zetten, zet men na een paar jaar de vervolgstap, zo gaat het in veel gebieden: inzaaien met meerjarige soorten, en langjarig beheer. Geen pure natuur, maar de patrijs maalt daar niet om en zo lang er geen alternatief is, ik ook niet.
Over die hei en dat venherstel als ‘een door ecologen bedachte betere situatie en daar tuinieren we ons naar toe’ moeten we het een andere keer maar eens hebben.