De rookoven is al een aantal jaren in de keuken aanwezig - achter in een kastje. Een paar keer per jaar komt hij tevoorschijn, altijd met hetzelfde doel: het roken van een visje. Beetje aluminiumfolie onderin, twee lepels houtmot binnen de richeltjes, afdekplaatje en rooster met daarop het met olie bestreken visje, brandertjes aan en in vijftien minuten smul je van je eigen warmgerookte visje. Favoriet visje: de rode poon! Zoals uit de reacties bij het knorhaanartikel blijkt, is roken een prima bereidingswijze voor de poon. Het vlees wordt mooi sappig wit, met een beetje handigheid zijn de graten te ontwijken en heb je met weinig moeite een subliem bereid vers visje. Een andere topper voor in de rookoven: moten harder.

Je kunt de rookoven natuurlijk nog voor veel meer gebruiken - noten, vlees, schelpdieren, kaas, groenten... in kookboeken (zoals 'Gerookte lekkernijen' van Cecile Thijssen) is volop inspiratie te vinden. Je kunt roken met houtmot, of met thee, of met kruiden. Je kunt ook op allerlei andere manieren te werk gaan om zonder rookoven toch thuis te roken. Ik at ooit in een restaurant waar met veel vertoon een grote bos lavendel en rozemarijn in een teil in brand werd gestoken, daarna werd er een flink stuk tonijn op gelegd en ging er een deksel op. De vlammen doofden, de tonijn rookte à la minute en alle gasten kregen een plakje - het 'vuur'werk deden ze overigens buiten.

Hier in de keuken is een echte rookoven aanwezig. En toch is die tot een keukendochter verworden. Waarschijnlijk door de grote hoeveelheid 'nazorg': veel afwaswerk, en, ondanks de afzuigkap, de rooklucht die lang blijft hangen. Teveel 'gedoe' - ondanks de supersmakelijke resultaten.

Het wordt tijd 'm weer eens te gebruiken - ik heb zin om zaterdag op de markt lekker poontjes te gaan halen!
De rookoven van het plaatje hierboven is momenteel in de aanbieding op de webshop van Potten en pannen.
Dit artikel afdrukken