Hoewel er aan de oevers van de Nijl volop vis en wild te verschalken viel, aten ze toch vegetarisch. Dat blijkt uit het onderzoek dat een Frans team uitgevoerd heeft op de weefsels van 45 mummies. In de mummiemonsters konden ze op basis van de isotopen vaststellen waaruit het menu van de oude Egyptenaren bestaan heeft. In de natuur komt het zeldzame C-13 isotoop vooral bij de zogenaamde C-4 planten voor: grassoorten, mais, suikerriet en gierst voor. Het gebruikelijkere C-12 komt vooral in C-3 planten voor: tarwe, rogge, haver en rijst. Afhankelijk van wat er bij de mens op het menu staat, legt hij meer of minder van de C-12 of C-13 isotopen in zijn lichaam vast.

Tot verrassing van de onderzoekers bleken de oude Egyptenaren gedurende duizenden jaren een vrijwel onveranderd dieet gegeten te hebben, dat vooral uit C3-planten heeft bestaan en nog het meest lijkt op het C3-patroon dat bij moderne vegetariërs wordt gevonden. Hoewel gierst en sorghum (C4-planten) wel geteeld werden in Egypte en het daar in de warmte droogte ook beter doen dan C-3 gewassen, werden die maar weinig gegeten.

Maar de grootste verrassing was dat de oude Egyptenaren geen vis hebben gegeten, ondanks muurschilderingen die regelmatig vissers afbeelden. Dat was af te leiden uit de verhouding tussen stikstof- en zwavelisotopen van de mummiemonsters. Het waren pas de Kopten die over gingen op het eten van beesten, schrijft Der Spiegel.
Dit artikel afdrukken