Dat legde de NVWA afgelopen week uit aan onder meer Foodlog. De organisatie wil met enige regelmaat van gedachten kunnen wisselen met bedrijven en organisaties die het publiek vertegenwoordigen, naar het publiek communiceren of waar het publiek komt. Er zal geen jaarlijkse 'De staat van' verschijnen, maar wel iedere 2 of 3 jaar.

De NVWA wil meer en meer vanuit het perspectief van het consumentenbelang communiceren, verklaarde topman Rob van Lint in een interview met VMT over de fipronilaffaire die Nederland en België teisterde en zich later bleek verspreiden naar vele landen in de wereld. Bij de communicatie rond incidenten stelt de NVWA het belang van de consument voorop met het doel ‘handelingsperspectief’ te bieden. "Dat is een bewuste keuze die ik steeds vaker zal maken”, zegt Van Lint.

Naar aanleiding van de eerste 'Staat van' (zoals het rapport in de wandelgangen van de NVWA heet) schrijft de Autoriteit:

Voedsel in Nederland is in het algemeen veilig. Dit is mede te danken aan het stelsel van wetgeving, naleving door bedrijven en het toezicht door de NVWA. Tegelijkertijd neemt het aantal signalen over voedselfraude toe en kunnen door nieuwe ontwikkelingen zoals het hergebruiken van producten ook weer nieuwe risico’s voor de voedselveiligheid ontstaan. Dit rapporteert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in haar eerste rapport over de voedselveiligheid in Nederland, de Staat van voedselveiligheid.

Dit rapport is een overzicht waarin aan de hand van de cijfers van de NVWA van 2015 en 2016 een beeld geschetst wordt van voedselveiligheid in de laatste schakels van de voedselketen. Dit zijn onder andere bedrijven die levensmiddelen importeren, produceren, transporteren, verkopen en serveren.

Voedselveiligheid
Consumenten moeten erop kunnen vertrouwen dat het voedsel dat zij kopen veilig is. Uit recent onderzoek blijkt dat het consumentenvertrouwen in de veiligheid van voedingsmiddelen in 2018 is gestegen ten opzichte van de jaren 2013-2015. 68% van de consumenten vindt dat voedingsmiddelen over het algemeen veilig zijn, ten opzichte van 61% in 2015. Iedereen die voedsel produceert of verhandelt draagt dan ook de verantwoordelijkheid om alleen veilig voedsel op de markt te brengen. Daar ziet de NVWA op toe.

Resultaten van toezicht
In 2015 en 2016 zijn bij respectievelijk 21.000 en 24.000 bedrijven controles op voedselveiligheid uitgevoerd. Het betrof hier een op risico gebaseerde selectie uit de in totaal 240.000 (2015) en 250.000 (2016) bedrijven in de voedingssector. Bij respectievelijk 8.000 bedrijven in 2015 en 10.000 in 2016 bleek dat er niet volledig volgens de wet gehandeld werd. Daarnaast voldeed 0,6 % van de onderzochte monsters van voedsel niet aan de microbiologische voedselveiligheidscriteria. Uit onderzoek naar resten van gewasbeschermingsmiddelen op voedsel werd bij gemiddeld circa 2,5% de toegestane limiet overschreden. Voor mycotoxinen (schimmel) op voedsel was dit percentage 3,9%. De wettelijke maximumlimieten dwingen levensmiddelenbedrijven om ervoor te zorgen dat de aanwezigheid van contaminanten in hun producten zo laag als mogelijk is. Overschrijding van een wettelijke limiet betekent niet dat er altijd een acuut gezondheidsrisico is.

Risico’s
De NVWA krijgt door de intensievere opsporingsaanpak en de beschikbaarheid van meer opsporingstechnieken steeds beter zicht op voedselfraude. Jaarlijks worden meer signalen opgepakt. Fraudeurs doen hun best om buiten het gezichtsveld van de toezichthouder te blijven. Daarom is het niet mogelijk uitspraken te doen over de totale omvang van voedselfraude. “We zien dat de mogelijkheden tot en de winstgevendheid van voedselfraude zijn toegenomen. Voedselfraude levert niet per definitie een onveilig product op, maar brengt veelal wel de traceerbaarheid van producten in gevaar. Als een bedrijf signaleert of vermoedt dat er sprake is van frauduleus handelen in de keten, is het belangrijk dit bij ons te melden. Deze meldingen zijn heel belangrijk voor de NVWA”, aldus NVWA inspecteur-generaal Rob van Lint.

Een andere ontwikkeling die meegenomen moet worden in het toezicht door de NWVA is de opkomst van de circulaire economie. De opkomst van de circulaire economie is een positieve ontwikkeling omdat het opnieuw gebruiken van producten de samenleving duurzamer maakt. Het is wel belangrijk hierbij oog te hebben voor de risico’s voor voedselveiligheid. Bedrijven moeten voorkomen dat er ‘afval’ in de voedselketen terecht komt.

Dit artikel afdrukken