Het artikel van de NRC begint met de zinnen: "De NVWA drijft bedrijven naar de afgrond", meent een branchevoorzitter in de pluimveesector. "De NVWA is voor het publiek veel te passief”, aldus de baas van de grootste consumentenorganisatie. "De NVWA kan en moet steviger opereren”, zei de verantwoordelijke bewindspersoon.

Daarna komt de krant meteen tot de kern van de analyse. Bedrijven vinden de NVWA te streng en te duur. Consumenten schrikken van grote schandalen die de NVWA niet kon voorkomen (paardenvleesfraude, salmonella-uitbraak). Politici vinden de toezichthouder slap en slecht functioneren. Dat laatste bleek donderdag bij het Kamerdebat over de Landbouwnota.

Volgende week donderdag vergadert de Kamer specifiek over de NVWA, die na alle kritiek en hoon zichzelf aan het hervormen is én de volledig eindverantwoordelijkheid heeft gekregen voor de vleeskeuring. Helaas kan de dienst het in niemands ogen meer goed doen. Directeur-generaal Harry Paul staat dan ook voor een lastige opgave en zal komende week ontdekken hoeveel krediet hij krijgt om de fouten te maken die zijn organisatie op weg naar beterschap onvermijdelijk zal maken. Voor zijn overleven is het van belang dat die hem worden gegund en dat hij het vertrouwen krijgt om ze te maken.

Een makkelijk proces zal het niet worden. De NRC somt de punten van kritiek op:

1. Mislukte reorganisaties, bezuinigingen en politieke druk
De NVWA resulteert uit een lange serie fusies waarover de Algemene Rekenkamer negatief oordeelde. De Onderzoeksraad voor Veiligheid schreef dat de handhavingsorganisatie van de NVWA "zwak” en "niet consistent” is. De Raad ging zelfs zover openlijk te zeggen dat de NVWA geen middelen heeft om de voedselveiligheid in Nederland te borgen. Dat is nogal wat voor een land dat veel voedingsmiddelen en grondstoffen daarvoor maakt, verwerkt en verhandelt. De economische reikwijdte van die uitspraak is moeilijk te overschatten.

De reorganisaties moesten zorgen voor een goedkopere dienst, maar die werd juist duurder. Bovendien namen de kennis en motivatie van het gehele apparaat af.
"De NVWA is het afgelopen decennium politiek mishandeld”, zegt Bart Combée, directeur van de Consumentenbond. Daarmee legt hij de schuld nadrukkelijk buiten de NVWA.

Het beeld ontstaat van een even vermakelijke als schadelijke soap waarin de NVWA noodzakelijk de kwaaie pier is, de overheid er een bende van heeft gemaakt, bedrijven het slachtoffer zijn terwijl de volksgezondheid helemaal niet in gevaar is
2. Te veel regels, willekeur en slordigheid
De slecht functionerende dienst hanteert te strenge regels, zeggen boeren en hun belangenbehartigers. Gert-Jan Oplaat, oud-VVD-Kamerlid en voorzitter van brancheorganisatie voor pluimveeslachters Nepluvi vertelt de NRC: "De NVWA is een probleem. Ze zijn nu zó extreem in het houden van toezicht, dat ze afwijken van de Europese hygiënenormen. Als er een vliesje van een graankorrel van 1,5 millimeter wordt gevonden op een karkas, krijgt de slachterij een boete. Terwijl dat vliesje geen gevaar vormt voor de volksgezondheid. En terwijl nergens geschreven staat dat dat niet mag.”

Het gevolg van verwaterende kennis beschrijft de NRC als volgt: volgens Oplaat lopen inspecteurs weg bij de NVWA omdat ook zij de regels te extreem vinden. „Hun plek wordt ingenomen door jonge jongens die bloedfanatiek zijn. Die komen met zaklantaarns en een vergrootglas, eerlijk waar. Opdat zij goed kunnen kijken, moeten wij onze slachtlijnen langzamer laten lopen en dat kost ons klauwen vol geld. De NVWA drijft bedrijven naar de afgrond.”
Daarnaast zou de dienst oudere en trage medewerkers hebben die niet begrijpen hoe de snelle dynamiek van het moderne bedrijfsleven functioneert. Daardoor laten vergunningen weken op zich waken en verliezen bedrijven hun competitiviteit.

3. Te hoge kosten, te hoge boetes
NRC: Een andere bron van ergernis zijn de tarieven. In Nederland betaalt de sector zelf voor het toezicht. En een dierenarts in dienst van de NVWA, die permanent in een slachterij controleert, kost al gauw anderhalve ton per jaar. Dus een grote slachterij is jaarlijks tonnen aan NVWA-inspecties kwijt. Bovenop zijn eigen controleurs. Bij een slecht functionerende dienst is dat een nog groter probleem dan bij een goed functionerende. Daarbij komt dat de controle-functie van de NVWA recent als een dubbeling is opgelegd aan de eigen controles waar bedrijven aan gehouden zijn.
Ingewijden aan overheidszijde en vanuit de vleessector verklaarden naar aanleiding van mijn analyse van de vleeskeuring die recent weer in handen van de overheid is gekomen in vertrouwen dat het de vleesveiligheid niet beter maakt, maar wel duurder. Niettemin zou de nieuwe aanpak na alle reuring over vlees in Nederland, cosmetisch wel bijdragen aan het buitenlands vertrouwen in onze slachterijen. Die zetten immers 90% van hun volume buiten de Nederlandse grenzen af. Om die stroom op gang te houden is het essentieel dat de NVWA vertrouwen weet te wekken.

De NRC suggereert aan de hand van een aantal gevallen hoe de NVWA dat doet. Het zou gebeuren door het overdreven streng bestrijden van kleine onregelmatigheden. Dat zou bovendien vooral gebeuren nadat de NVWA negatief in het nieuws is geweest.

Daar zou het volgende week dan ook over moeten gaan in de Tweede Kamer: hoe hebben wij, overheid en politici, dit in 's hemelsnaam kunnen laten ontstaan?
4. Wantrouwen, zwartmakerij en angstcultuur
Henk Flipsen, voorzitter van de brancheorganisatie voor veevoeders Nevedi: "Als de NVWA iets over de diervoedingssector zegt, dan is het altijd ‘stelletje boeven’. Ze schetsen als semi-overheid de sfeer dat het in de vlees- en voersector een ratjetoe is van handelaren die gaan voor het gewin.”

De agrarische sector voelt zichzelf door de NVWA publiek aan de schandpaal genageld. De NRC laat Frans Egberts, directeur van vleeswarenfabriek Henri van de Bilt, aan het woord. Hij schetst de veranderde houding van de NVWA. "Toen wij na een grote brand in 2010 een noodfabriek opzetten, vond de NVWA dat prima. Ze zeiden: we komen over vier weken terug. Ze hadden vertrouwen in ons. Maar de band is sindsdien verslechterd. Na alle vleesschandalen wil de overheid geen risico’s meer. Dus de NVWA is veel strenger geworden. Soms is het ridicuul. We moeten alles meteen melden. Maar ik wil graag eerst zelf even kijken wat er aan de hand is.” Oplaat van Nepluvi maakt duidelijk dat er onder zijn leden inmiddels angst heerst voor de NVWA. "Als je bezwaar maakt of kritiek hebt op de strenge inspecties, krijg je extra controles. Ik hoor dat wekelijks. Het escaleert meer en meer. De NVWA treitert de sector en misbruikt haar macht."

De nieuwe staatssecretaris zou - hoewel het zeer ongebruikelijk is - de hand in de boezem van het functioneren van de politiek onder de eigen Haagse kaasstolp kunnen steken. Juist omdat hij kersvers is en daarom het verschil kan maken
5. Gesloten voor pers en publiek
De NVWA zou een ondoordringbaar bastion zijn geworden en niet toegankelijk zijn voor de pers. Ook op de eigen werkvloer zou daarom een angstcultuur zijn ontstaan en perscontacten buiten worden gehouden. "Geen van de werknemers die door deze krant is benaderd, durft met vermelding van naam te spreken. Zelfs vakbond FNV wil niet reageren", schrijft de NRC.

Stoppen soap
Ondanks alle kritiek zegt Bart Combée tegen de NRC: "Het Nederlandse consumentenvertrouwen in voedsel is best hoog. En terecht."

Het beeld ontstaat van een even vermakelijke als schadelijke soap waarin de NVWA noodzakelijk de kwaaie pier is, de overheid er een bende van heeft gemaakt, bedrijven het slachtoffer zijn terwijl de volksgezondheid helemaal niet in gevaar is. Daar zou het volgende week dan ook over moeten gaan in de Tweede Kamer: hoe hebben wij, overheid en politici, dit in 's hemelsnaam kunnen laten ontstaan?

Martijn van Dam, de nieuwe en voor de NVWA verantwoordelijke staatssecretaris, die zich voortreffelijk manifesteerde bij de presentatie van de Landbouwnota zou - hoewel het zeer ongebruikelijk is - de hand in de boezem van het functioneren van de politiek onder de eigen Haagse kaasstolp kunnen steken. Juist omdat hij kersvers, volledig fris en een buitenstaander is die nu wel de volle verantwoordelijkheid draagt, kan hij het verschil maken.

De usual suspects spelen allemaal hun onvermijdelijke rol. Van Dam kan komende week nog net wat doen vóór ook hij in een voorspelbare rol gezogen wordt in het luidruchtige Haagse teatro buffo dat de spelers en de kwalijke plot van deze soap heeft geproduceerd maar niet meer kan stoppen.

Fotocredits: Harry Paul, still, Nieuwsuur
Dit artikel afdrukken