De professionele stadsboerderij, gemeenschapspark, zelfoogsttuin (inclusief volkstuinen), niet-grondgebonden stadslandbouw, zorgboerderij en buurttuin: het zijn de zes typologieën, oftewel categorieën waarin EFUA de stadslandbouw indeelt. Vorige maand stuurde de organisatie hierover een communicatie uit. “Als je stadslandbouw op de kaart wil zetten bij beleidsmakers, moet je eerst met een definitie komen”, verklaart Nele Lauwers, namens Boerenbond verbonden aan EFUA.

In 2016 is er een eerste aanzet gedaan voor deze definiëring en werden twee groepen stadslandbouw vastgesteld: professionele stadslandbouw en stadstuinieren. “Maar de tijd staat niet stil en inmiddels is men tot het besef gekomen dat deze onderverdeling de lading niet langer volledig dekte”, legt Lauwers het initiatief verder uit.

Op de agenda krijgen
Met de nieuwe typologieën van stadslandbouw probeert de organisatie de activiteit hoger op de agenda te krijgen bij verschillende overheden. Stadslandbouw kan bijdragen aan politieke doelstellingen op verschillende vlakken. Het zorgt voor meer groen in de stad, vergroot de band tussen landbouw en burger, en kan een verdienmodel zijn”, somt Nele Lauwers een aantal volgens haar onbelichte eigenschappen van stadslandbouw op. In een stedelijke context is de sociale functie van groot belang. Zo biedt een zorgboerderij daginvulling aan mensen met een beperking en heeft op deze manier een cruciale rol in het lokale weefsel. Bij vrijwillige initiatieven is de verbinding tussen mensen minstens zo belangrijk als wat er uiteindelijk wordt geoogst. Dat geldt voor de buurttuinen, braakliggende gronden in de stad waar burgers in bakken groenten telen en bij elkaar komen. “Samen komen met de buren op een zonnige avond draagt bij aan de verbinding en het welzijn van stedelingen”, aldus Lauwers.

Volgens haar verdienen de professionele land- en tuinbouwbedrijven in sterk stedelijk gebied niet alleen aandacht van stedelijke, maar zelfs ook van Europese beleidsmakers. “Stadslandbouw kan tegelijk bijdragen aan de voedselvoorziening, aan vergroening, én aan verduurzaming van de stad. Daarbij kan ze in een circulair model opgenomen worden en reststromen gebruiken. Dat zijn juist de doelstellingen van The Green Deal.”

Stadslandbouw kan tegelijk bijdragen aan de voedselvoorziening, aan vergroening, én aan verduurzaming van de stad
Paddenstoelen op restbrood
Een voorbeeld van een dergelijke activiteit is Eclo dat in de 19e-eeuwse kelder van het slachthuis in Anderlecht paddenstoelen kweekt. De paddenstoelen worden onder andere verkocht aan Brusselse chefs en groeien op oud brood van de Colruyt Group. Klein onderdeel van het verdienmodel zijn ook de rondleidingen aan groepen. Deze vorm van stadslandbouw wordt door EFUA getypeerd als niet-grondgebonden stadslandbouw.

Volgens Lauwers kan stadslandbouw ook helpen bij het dichten van de kloof tussen burger en landbouw en kunnen de diverse projecten in een stedelijke omgeving zelfs inspiratie bieden aan reguliere land- en tuinbouwers. “Stadslandbouw is erg sterk in het betrekken van burgers, het bouwen van lokale ketens en het sluiten van kringlopen. Dit zijn uitdagingen waar ook steeds meer landbouwers oplossingen voor zoeken.“

Reguliere landbouwer in de stad
Volgens Lauwers kan Vlaanderen op het gebied van de moderne stadsland- en tuinbouw een voortrekkersrol spelen. Zij wijst op het feit dat stadslandbouw ook in de typologie van EFUA steeds breder gezien wordt. “Het gaat niet enkel meer over landbouw ín de stad gaat maar ook om bedrijven rondom de stad, landbouwbedrijven die met hun activiteiten inspelen op het stedelijk netwerk. Dat kunnen dus ook "reguliere landbouwbedrijven" zijn.”

Door onze sterk verstedelijkte samenleving verdwijnt het verschil tussen reguliere landbouw en stadslandbouw in zekere zin. Lauwers: “Het grootste deel van de Vlaamse boeren is namelijk actief in licht tot sterk stedelijk gebied en verschillende bedrijven hebben manieren gezocht om hiermee om te gaan. Enerzijds door te intensiveren, anderzijds door met hun verdienmodel in te spelen op de nabijheid van de stad. Door nieuwe en bestaande landbouwers samen te brengen binnen Boerenbond stellen we bovendien vast dat de noden van die ondernemers tamelijk gelijkaardig zijn. Door deze beter en concreter in kaart te brengen, kunnen we met dit project de uitdagingen van land- en tuinbouwers in stedelijk gebied ook op de Europese agenda te plaatsen.”


Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en VILT.
Dit artikel afdrukken