Gisteravond liet minister Schouten van LNV de Kamer weten het plan van aanpak tegen de door de NRC blootgelegde mestfraude in Zuid-Nederland 'een goede eerste stap' te vinden. Ze wil de aanpak van de fraude nadrukkelijk bij de sector leggen; het plan van aanpak is dan ook door de belanghebbenden zelf geformuleerd. Zal het effectief blijken? Als de oorzaak van de mestfraude niet wordt aangepakt, is het onwaarschijnlijk dat illegale mest tot het verleden gaat behoren.
Het plan bestaat uit een gedragscode, private borging in de mestketen en technische aanpassingen. Het werd "in hoog tempo" opgesteld door POV (varkenssector), LTO, Cumela (mestverwerking), Transport en Logistiek Nederland (TLN) en de Rabobank. De komende tijd zullen de partijen samen met het ministerie van LNV de vervolgstappen uitwerken en tot uitvoering overgaan.
Omgekeerde wereld
De Brabantse Milieufederatie (BMF) reageert teleurgesteld. Het plan stelt een kwaliteitskeurmerk voor. Dat vindt de BMF de omgekeerde wereld. Wie zich aan de wet houdt verdient geen lintje, redeneert de milieuorganisatie; een goede aanpak moet fraude waar mogelijk uitsluiten. Meer handhavingscapaciteit moet het probleem oplossen. De Kamerfracties van SP en GroenLinks zijn het daar mee eens, schrijft Boerderij. Wie zich realiseert dat mogelijk tot 40% van het mestoverschot illegaal verdween, in Zuid-Nederland dagelijks 600 mesttransporten plaatsvinden, fysieke fraude eenvoudig is en boekhoudkundig gemakkelijk op te vangen, terwijl er maar 5 controleurs in de fraudegebieden in Brabant en Limburg beschikbaar zijn, ziet hun punt.
'Wegkijken en samenspannen'
In een uitgebreid interview met de minister sprak de NRC voor de editie van vandaag over de plannen. "Wat me opviel was de cultuur. Het afdekken, het wegkijken, het samenspannen", zegt Schouten. Ze kon er haar boosheid moeilijk door inhouden, laat de koppenmaker van de krant de lezers weten. Niettemin herhaalt ze in het gesprek haar standpunt: boeren en hun dienstverleners zullen het probleem vooral zelf moeten oplossen, al zal ze hen steeds diep in de ogen kijken.
Taboe
Gaat het werken? Nee. Zolang de prikkel tot fraude blijft bestaan is het niet reëel dat te verwachten omdat die cultuur van wegkijken niet zomaar uit te roeien valt. Daar is een reden voor. De regels en de manier waarop de betrokken boerenbedrijven kunnen voortbestaan sporen niet met elkaar. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat, redeneren ze. En wie ook nog wat mee kan pikken, moet je dat dan ook maar gunnen. Dat principe volgt automatisch. Zo corrigeren boeren eigenhandig de wet vanuit hun gevoel voor rechtvaardigheid.
Dat is de kern van de cultuur die Schouten boos maakt, maar die zal blijven voortbestaan zolang het kan en zolang er teveel mest wordt geproduceerd op bedrijven die nauwelijks het zout in de pap kunnen verdienen. Ze frauderen omdat ze vinden dat ze er recht op hebben en kunnen dan de buurman niet verbieden er ook van te profiteren. Het is een taboe om het zo op te schrijven. Daarom moet toch iemand het maar doen.
Het echte probleem zijn de achterhaalde business modellen van bosjes bedrijven die maar blijven voortbestaan zonder gezonde economische basis. Zolang daar geen oplossing is, zal de fraude door de nieuwe plannen vermoedelijk vooral minder zichtbaar worden.
Dit artikel afdrukken
Omgekeerde wereld
De Brabantse Milieufederatie (BMF) reageert teleurgesteld. Het plan stelt een kwaliteitskeurmerk voor. Dat vindt de BMF de omgekeerde wereld. Wie zich aan de wet houdt verdient geen lintje, redeneert de milieuorganisatie; een goede aanpak moet fraude waar mogelijk uitsluiten. Meer handhavingscapaciteit moet het probleem oplossen. De Kamerfracties van SP en GroenLinks zijn het daar mee eens, schrijft Boerderij. Wie zich realiseert dat mogelijk tot 40% van het mestoverschot illegaal verdween, in Zuid-Nederland dagelijks 600 mesttransporten plaatsvinden, fysieke fraude eenvoudig is en boekhoudkundig gemakkelijk op te vangen, terwijl er maar 5 controleurs in de fraudegebieden in Brabant en Limburg beschikbaar zijn, ziet hun punt.
Het echte probleem zijn de achterhaalde business modellen van bosjes bedrijven die maar blijven voortbestaan zonder gezonde economische basis. Zolang daar geen oplossing is, zal de fraude door de nieuwe plannen vermoedelijk vooral minder zichtbaar wordenDe gestelde doelen zijn niet concreet geformuleerd en daarom lastig te handhaven. Het plan draait om goede wil en moraliteit waar de samenleving op moet vertrouwen, maar haalt de fraudeprikkel niet weg. Wie een grote hoeveelheid mest kwijt moet en dat tegen lage kosten wil doen, blijft dat kunnen doen zonder gesnapt te worden.
'Wegkijken en samenspannen'
In een uitgebreid interview met de minister sprak de NRC voor de editie van vandaag over de plannen. "Wat me opviel was de cultuur. Het afdekken, het wegkijken, het samenspannen", zegt Schouten. Ze kon er haar boosheid moeilijk door inhouden, laat de koppenmaker van de krant de lezers weten. Niettemin herhaalt ze in het gesprek haar standpunt: boeren en hun dienstverleners zullen het probleem vooral zelf moeten oplossen, al zal ze hen steeds diep in de ogen kijken.
Taboe
Gaat het werken? Nee. Zolang de prikkel tot fraude blijft bestaan is het niet reëel dat te verwachten omdat die cultuur van wegkijken niet zomaar uit te roeien valt. Daar is een reden voor. De regels en de manier waarop de betrokken boerenbedrijven kunnen voortbestaan sporen niet met elkaar. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat, redeneren ze. En wie ook nog wat mee kan pikken, moet je dat dan ook maar gunnen. Dat principe volgt automatisch. Zo corrigeren boeren eigenhandig de wet vanuit hun gevoel voor rechtvaardigheid.
Dat is de kern van de cultuur die Schouten boos maakt, maar die zal blijven voortbestaan zolang het kan en zolang er teveel mest wordt geproduceerd op bedrijven die nauwelijks het zout in de pap kunnen verdienen. Ze frauderen omdat ze vinden dat ze er recht op hebben en kunnen dan de buurman niet verbieden er ook van te profiteren. Het is een taboe om het zo op te schrijven. Daarom moet toch iemand het maar doen.
Het echte probleem zijn de achterhaalde business modellen van bosjes bedrijven die maar blijven voortbestaan zonder gezonde economische basis. Zolang daar geen oplossing is, zal de fraude door de nieuwe plannen vermoedelijk vooral minder zichtbaar worden.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
dat bedoel ik eigenlijk te zeggen. Als de basisgift van mais een dosis dikke fractie is, volvelds verspreid en er later als het gewas er staat een mineralen concentraat bijgegeven wordt kan mais ook prima uit de voeten met meststoffen uit dierlijke mest.
Bennie Stevelink,
Het moment van toediening van stikstof uit dierlijke mest is bij bouwland vaak ook ongunstiger dan het toedieningstijdstip van stikstof uit kunstmest.
John #7, uit recent onderzoek bleek dat op bouwland stikstof uit dierlijke mest meer uitspoelt dan kunstmest.
Op grasland is het net andersom: daar spoelt stikstof uit kunstmest meer uit dan uit dierlijke mest.
Volgens mij gaat het er nog altijd om de juiste mest bij het juiste gewas te krijgen.. met homogene varkensmest kan niemand uit de voeten. Met een fosfaatrijk deel en een stikstofrijk deel kan dat wel. Daarnaast doet het me goed dat er naarmate meer kunstmest vervangen wordt door dierlijke mest (op de uitspoelingsgevoelige gebieden) het stikstofoverschot en daarmee samenhangend de uitspoeling naar het grondwater lager wordt. Als sector worden we alleen nog elke keer om de oren geslagen met het feit dat het vroeger en heel veel dierlijke mest en heel veel kunstmest op het land gebracht is.
#3 Jos
De oplossing ligt bij de bemonstering van de grond waarop mest wordt uitgereden.
Bemonsteren van mest, vooral na mestverwerking de dikke fractie, is misschien goed maar nog veeeel beter is dus alle grond regelmatig en onafhankelijk bemonsteren.
Mesttoediening alleen op basis van de grondanalyses, zodra de grondanalyses uitwijzen dat de gehaltes te hard oplopen de mesttoediening keihard afstraffen.
De ontvanger (met een goede moraliteit) van mest zal altijd een mestmonster eisen omdat hij moet weten welke waardevolle mineralen met dierlijke mest zijn toegediend.