Maar wie betaalt de kosten van deze stap?
Is PlanetProof een voorbeeld van ketenkracht of ketenmacht?
De afgelopen jaren heeft zich een stille revolutie voorgedaan in het AGF-vak van de supermarkt. Bij Jumbo en Aldi liggen straks alleen nog maar Nederlandse aardappelen, groenten en fruit met het PlanetProof keurmerk, overigens meestal zonder zichtbaar logo. Bij Lidl en leden van Superunie - zoals Plus - zijn de aardappelen grotendeels PlanetProof. Dat is winst voor het milieu.
De telers van het PlanetProof-certificaat gebruiken tot de helft minder gewasbeschermingsmiddelen gemeten per kilogram werkzame stof. Belangrijker is de navenant afgenomen belasting van de gebruikte middelen voor bijen, bestuivers en ander bodem- en waterleven. Ook vermindert het risico van vervuiling van oppervlakte- en grondwater als bron voor drinkwater.

Van slapend bestaan naar nieuwe ondergrens
De voorloper van PlanetProof, het Agro-Milieukeur certificaat, bestond al meer dan twintig jaar, met CLM als ontwerper. Een handvol telers werkte ermee. Inhoudelijk voldeed het aan een sterk schema: controleerbare, concrete maatregelen om biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid te verbeteren en zuinig om te gaan met energie en water. Niettemin was er was al die jaren nauwelijks marktvraag naar Milieukeur-producten.
Tot Greenpeace in 2016 besloot op basis van het CLM-onderzoek 'Supermarkt aan zet' Milieukeur naast Biologisch te omarmen. De Greenpeace-campagne had effect. Uit vrees voor radiospotjes die hen als bee killers neerzetten, maakte de een na de andere supermarkt afspraken met Greenpeace. Hun verse AGF ging ‘On the way to PlanetProof’.
Opvallende afwezige was Albert Heijn, die aangaf ook te werken aan duurzame teelt maar dan volgens hun eigen, in samenwerking met Natuur en Milieu ontwikkelde normen. Het AH-protocol hiervoor is niet openbaar.


Dekking extra kosten moeilijk te realiseren
Het werken aan duurzaamheid via PlanetProof levert de samenleving veel op, maar telers maken hiervoor extra kosten. Zij gebruiken minder chemische gewasbeschermingsmiddelen, maar zijn veel extra tijd kwijt aan schoffelen en het tijdig signaleren van plagen en natuurlijke vijanden. Leggen supermarkten PlanetProof op als – zoveelste - leveringseis zonder op te draaien voor deze kosten?
Greenpeace had oog voor de problemen. Zij maakten een eerlijke beloning voor telers onderdeel van hun afspraken met supermarkten. Maar in de praktijk blijkt de dekking van de extra kosten moeilijk te realiseren.
Marc Jansen, directeur van supermarktkoepel CBL, vindt PlanetProof geen goed model voor een meerprijs want “telers en supermarkt kennen elkaar niet”. Volgens hem is het keurmerk alleen voor nieuwe concepten ontwikkeld in korte ketens met vaste producent-afnemer relaties; alleen in zulke relaties is een meerprijs haalbaar. Maar heb je het dan niet over het zoveelste nicheproduct met beperkte totaalimpact, in plaats van over een nieuwe ondergrens in het AGF-schap?
In 2018 onderzocht CLM in samenwerking met PlanetProof telers en adviseurs de omvang van de meerkosten. Dit gebeurde in opdracht van het miniserie van LNV. Planetproof sloot immers perfect aan bij de belofte van het kabinet dat "de ACM er op toe gaat zien dat boeren en tuinders hogere prijzen ontvangen van afnemers die bovenwettelijke eisen stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheid".
In het rapport werd berekend dat telers van aardappelen en appels zo’n negenhonderd euro per hectare extra kosten maken om te voldoen aan de eisen van PlanetProof-teelt. Met 2,2 cent extra voor een kilo aardappelen en 1,9 cent voor appels dek je deze kosten af, inclusief een kleine marge voor het extra risico van omschakelen. En het risico dat je soms minder kunt oogsten. Wat niet mee telde waren de extra investeringskosten in machinerie, scholing of de inkomsten die telers mislopen door compost in plaats van drijfmest aan te voeren.
Planetproof: Wordt het ketenkracht of ketenmacht?
Twee cent per kilo aardappelen of appelen in ruil voor een grote milieuwinst. Dat moet toch te doen zijn? Toch komen ook de aanwezigen op het Foodlog congres er nog niet goed uit.
Nedato, Agrico en HAK geven het goede voorbeeld en betaalden afgelopen jaar hun telers een kostendekkende toeslag per hectare PlanetProof aardappelen of rode kool. Akkerbouwer Dingeman Burgers is blij met de meerprijs van de coöperaties maar heeft wel zorgen: “Zal die meerprijs de komende jaren blijven?” Dat hangt in hoge mate af van de mogelijkheid om de prijs door te berekenen naar de supermarkten.
Oud-fruitteler Raymond Notermans ergert zich aan de houding van afnemers. Hij hekelt hun ketenmacht en mist ketenkracht: werkelijke samenwerking in de keten die alle schakels wat oplevert.
Marc Jansen, directeur van supermarktkoepel CBL, vindt PlanetProof geen goed model voor een meerprijs want “telers en supermarkt kennen elkaar niet”. Volgens hem is het keurmerk alleen voor nieuwe concepten ontwikkeld in korte ketens met vaste producent-afnemer relaties; alleen in zulke relaties is volgens hem een meerprijs haalbaar. Toch heb je het dan, merkte ik tijdens het congres op, over het zoveelste nicheproduct met beperkte totaalimpact, niet over een nieuwe ondergrens in het AGF-schap.
Niet polderen, maar doorpakken
Een echte, blijvende oplossing komt in zicht als supermarkten zelf ervaren dat verduurzaming een prijs heeft. Dat kan prima nu ze het wettelijk recht hebben - en daarvan gebruik moeten maken - om met elkaar prijsafspraken te maken over duurzamere producten. Supermarkten zijn ook verplicht aan hun klanten uit te leggen waarom de aardappelen, groenten en fruit een paar cent per kilo (sic) duurder zijn. Daarmee laten ze telers zien dat zij de prijs van verduurzaming niet alleen hoeven te betalen.
Met wat meer ketenmacht aan telerskant komen we dan ook bij die gewenste gezamenlijke ketenkracht.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dick #33, het is inderdaad van groot belang om uit het stereotype en vaak verlammende frame biologisch/gangbaar te komen.
Maar ik weet nog niet of "biomimetisch" daarvoor de juiste term is, omdat de ecologie daar nog maar half in zit. Ook is het een ongebruikelijke term.
"Resilient" ofwel "veerkrachtig" dekt de lading misschien beter. Daar zit alles in, van meer droogte- en plaagbestendige rassen en natuurlijke vijanden tot ruimere vruchtwisseling en strokenteelt.
De rol van chemie is dan nog slechts die van "achtervang". Het moet dan ook chemie zijn die de veerkracht ongemoeid laat of zelfs versterkt.
Peter #32, prima voorbeelden.
Ik denk zelf ook aan bestuivers. Doe jullie daar ook al wat aan?
#32, Peter dank voor je voorbeelden en je opmerking dat een kritische houding wel waardering verdiend!
Een vraag bij je voorbeelden: zet het schema in op resilience of zijn het voorbeelden die erbij komen?
Nog een vraag: (hoe) communiceert het logo die aanpak als waarden naar het publiek? En als dat niet gebeurt (want dat vermoed ik): waarom gebeurt dat niet, c.q. wat doet het daaraan?
Wouter v.d. Weijden, ik zocht even naar de definitie van biomimicry/biomimetica. Als mimicry een verkeerde connotatie heeft, dan stel ik voor dat de uitdaging waar stimulansen aan een groene landbouw aan moeten voldoen 'de realisatie van een biomimetische landbouw' genoemd wordt.
Dan zijn we eindelijk beyond de zinloze loopgraaf biologisch/gangbaar en alle semantische verwarring die daaromheen bestaat.
Wouter #29 Zoals beloofd een paar voorbeelden.
Voor de hand liggend voorbeeld is natuurlijk het benutten van natuurlijke vijanden (…vrienden...) door aanleg van akkerranden en heggen.
Luizenbestrijding met insecticiden is in die situaties niet of nauwelijks nog nodig. Met name met akkerranden is hier in verschillende regio’s veel ervaring mee, zoals bekend. De Hoekse Waard is daarbij het bekendste voorbeeld. Daar is ook nauwgezet onderzoek uitgevoerd en is ook goed nagedacht over groene dooradering om de leefomgeving voor natuurlijke vijanden nog aantrekkelijker te maken. Samen met aardappeltelers (Nedato en Agrico), Natuurmonumenten en Albert Heijn hebben we die aanpak afgelopen jaren verder opgepakt, ook in Zeeland, Brabant en Flevoland. Ook dat zijn regio’s waar met akkerranden wordt gewerkt, onder andere via het project Bee Deals, waar Jumbo bij betrokken is.
Interessant is dat er ontwikkelingen zijn die het benutten van natuurlijke vijanden verder kunnen versterken, zoals banker fields en strokenteelt. Strokenteelt is een goed voorbeeld van een recente ontwikkeling die meerdere voordelen kent (o.a. minder snelle verspreiding van gewasspecifieke schimmels) en inmiddels ook al door enkele telers in de praktijk wordt toegepast.
Verder is de toenemende aandacht voor een gezonde bodem een voorbeeld dat preventie steeds meer in de praktijk wordt toegepast. Akkerbouwers in o.a. Brabant, Flevoland, Drenthe zijn hier intensief mee bezig, o.a. in samenwerking met partijen zoals Lamb Weston. Denk aan ruimere vruchtrotatie, minder intensieve grondbewerking, op peil houden organisch stof en benutten van de juiste groenbemesters. Enkele telers zijn daarbij ook bezig met het versterken van o.a. nuttige schimmels (inclusief aandacht voor mycorrhiza).
Er gebeurt dus veel, maar het blijft een uitdaging. De natuur blijft ons verrassen, in positieve en negatieve zin.
Nee hoor, Dick #28 , maak je geen zorgen. Je hoeft van mij niets toe te juichen en ook niet je mond te houden. Dat staat er niet.
Wouter #29, ik zal morgen een paar voorbeelden op een rijtje zetten.