Ten opzichte van 10 jaar geleden is de gemiddelde levensverwachting van EU-burgers gestegen van 79,0 naar 80,8 jaar in 2017. Het aantal ‘gezonde jaren’ is ook gestegen van 68,3 naar 69,6 jaar. In Nederland was het sterftecijfer 436 op 100.000 inwoners. Dat is iets lager dan het Europese gemiddelde van 453. De grootste bijdragers aan het sterftecijfer waren hartstilstand, Alzheimer’s, longaandoeningen en hersenbloedingen.

Dat blijkt uit gisteren gepresenteerde cijfers over sterfte en ziekte in de 28 EU-landen. De cijfers zijn gebaseerd op de ‘Global Burden of Disease’-studie en vergelijken het jaar 2017 met 2007.

Hart- en vaatziektes staan – nog steeds – bovenaan de lijst van doodsoorzaken. Desondanks zijn de sterftecijfers wel gedaald ten opzichte van 2007. Een mogelijke verklaring hiervoor is de toenemende aandacht voor leefstijl(geneeskunde) en bijbehorende gedragsveranderingen.

Vooral de landen in Centraal- en Oost-Europa zijn er qua levensverwachting op vooruit gegaan, maar hier waren de initiële waardes in 2007 het laagst. Ondanks de verbeterde gezondheidszorg in deze regio’s is er nog een slag te maken om het gat tussen Oost- en West-Europa te dichten.
Oxford Journals - state of health in the European Union (EU-28) in 2017: an analysis of the burden of diseases and injuries
  • Deel
Druk af