Nu zijn we, eindelijk, aan de mogelijkheid toe dat de waarschuwing voor een ernstige verstoring van ons milieu ter harte wordt genomen en dat daar iets aan wordt gedaan. We kunnen haar zonder meer tegenover het doen-als-vanouds stellen, maar het is beter om wat onderscheid te maken. Als het WRR-rapport 'Duurzame risico's' één verdienste heeft, dan is het in dit onderscheid. We zullen het nu volgen. Omdat het ook overigens belangrijk is mag de naam van de redacteur hier niet ontbreken: Jan Schoonenboom, hoogleraar toekomstverkenningen en beleid aan de Landbouw Universiteit Wageningen.

Wat het doen van mensen bepaalt is een oordeel, niet een feit. Dat is de hoofdwet. (Hebben sociale wetenschappen trouwens wel hoofdwetten?) In ons geval is niet alleen een oordeel over het klimaatprobleem aan de orde, maar ook een oordeel over mogelijkheden om te reageren. Dit levert minimaal 4 oordeels-posities op:

tabel 2 andriesse

We hebben [1] hierboven al besproken; het WRR-rapport noemt het de positie van een benutter. Daar staat [4] tegenover, de positie van een behoeder. Maar we hebben nog twee mogelijkheden. Op [3] staat een beheerder, die als rentmeester zal handelen wanneer zich ècht een probleem aandient en daarom technologie ontwikkelt om voorbereid te zijn. Op [2] staat een spaarder, die weinig van nieuwe technologie verwacht en zijn gedrag reeds afstemt op de schaarste die hij aan ziet komen.

Dit schema roept zeker vragen op. Waarom niet 3 x 3 posities, of 5 x 5? Waarom niet andere namen en dus afwijkende interpretaties van de reactie'? Het antwoord is dat de namen niet zo belangrijk zijn en dat het schema alleen in zijn elementaire vorm een helder argument oplevert: Als [1] het drukst bezet is (wat verondersteld mag worden) zullen [2] en [3] sneller worden ingenomen dan [4]. En verder, als politieke partijen uit zijn op veranderingen (wat althans in Nederland verondersteld mag worden) zullen ze [3] of [4] bepleiten. Dus zal het een gedrang zijn op [3].

Welke uitweg we ook kiezen, we zakken weg in het moeras
Zitten we op het goede spoor? Zo ja, dan moeten al die rentmeesters een goed hoorbaar debat op 2 fronten voeren: met de behoeders op [4] over hun voorbehoud en met de benutters op [1] over het geld voor de ontwikkeling van hun (duurzame) technologie. Nu is van dat eerste debat nog wel iets te horen, maar van het tweede praktisch niets. Zelfs de grote bezuiniging der overheid op het gebied van de technologie-ontwikkeling is (op de plek na waar ontslagen vielen) in alle rust geslikt. Met andere woorden: is het wel een gedrang op [3]?

We zijn hier met een serieuze poging bezig om de sociale werkelijkheid te begrijpen waarin duurzaamheid al dan niet geconstrueerd zal worden. En daarom valt het tegen dat de eerste de beste toets ons argument al onzeker maakt, zo niet falsifieert. Hoe redden we ons hier uit? Door te zeggen dat de tijd nog wel zal komen dat het dringen is op [3]? Of dat in het schema houdingen bedoeld zijn, niet feitelijke handelingen? Welke uitweg we ook kiezen, we zakken weg in het moeras. Het WRR-rapport spreekt over handelingsperspectieven en kiest daarmee voor de houdingen.

Toekomstbeelden
Als die houdingen tot handelingen zullen leiden is een beeld te vormen van de toekomst. Een vaag en mogelijk misleidend beeld - want we herinneren ons Poppers bewijs nog dat de toekomst niet gekend kan worden. Of zijn we al zover weggezakt dat dit bewijs als hinderlijk gewicht verwijderd wordt?
Welnu, Schoonenboom en de andere auteurs van het WRR-rapport hebben zo'n beeld geschetst, maar dan in 4-voud, op grond van de 4 houdingen. Ze geven getallen die ons gebruik van voedsel, energie, natuurgebieden, grondstoffen en water in het jaar 2040 zouden kunnen karakteriseren. Omdat het klimaatprobleem vrij hard te formuleren is en waarschijnlijk sterk samenhangt met de CO2 uit verbranding, citeren we getallen voor het relatieve energiegebruik en voor de CO2-uitstoot:

tabel 3 andriesse

De auteurs lichten ze als volgt toe: "Het scenario Benutten [1] toont nog de meeste verwantschap met het Nederlandse regeringsbeleid. (...) Het laat een enorme stijging zien van de mondiale CO2-uitstoot.

De inzet bij Beheren [3] is om de klimaatrisico's zowel als de nucleaire risico's te vermijden. Dit blijkt een zware opgave. Terwijl de nucleaire risico's tot op zekere hoogte beheersbaar blijven, toont ook dit scenario nog (...) niet de beoogde stabilisatie (van de CO2-uitstoot). Ook wordt de exploitatie van de kolenvoorraden veel omvangrijker. Toch vindt in Beheren een snelle uitbreiding van stromingsenergie plaats en is de daling van de energie-intensiteit [de hogere efficiëntie bij het gebruik] naar huidige maatstaven scherp.

Het scenario Sparen [2] wordt vooral gekarakteriseerd door vergaande energiebesparing en een stijgende inzet van kernenergie. Dit zou belangrijke technologische en maatschappelijke doorbraken vereisen. Het gaat hierbij niet alleen om reactorveiligheid en afvalproblematiek, maar ook om het vraagstuk van proliferatie. De huidige oplossingen, in het kader van het Non-proliferatieverdrag, zijn deels gebaseerd op wederzijds vertrouwen. De condities hiervoor zijn evenwel sterk verslechterd in een wereld waar de bronnen van conflict steeds minder voorspelbaar zijn.

Enkel het scenario Behoeden [4] is, mits langdurig volgehouden, krachtig genoeg om de langetermijnrisico's [van de klimaatschok] grotendeels te vermijden. De noodzakelijke veranderingen zijn evenwel enorm: het wereldwijd terugbrengen van de energie-intensiteit vergt een ingrijpende trendbreuk in Noord zowel als Zuid. (...) Ook het noodzakelijke tempo waarmee het aandeel van stromingsbronnen wereldwijd moet toenemen (...) vergt een zeer grote inspanning. Als de samenleving niet in staat is de kosten van deze veranderingen te dragen, zullen echter op de lange termijn risico's aanvaard moeten worden." Tot zover het WRR-rapport.

Spookbeelden
De boodschap is duidelijk. Overal loert gevaar, elk scenario heeft zijn risico's. Het zijn meer de risico's van bestuurders dan van burgers, grapte de socioloog Arie Rip tijdens zijn bespreking van het WRR-rapport op 24 november 1994 in Amsterdam, en het zijn ook geen risico's in de strikte zin van het woord, zei Jan Schoonenboom toen', maar onzekerheden. Zeker is dat deze enigszins geobjectiveerde toekomstbeelden onderworpen worden aan ons oordeel. Zien we spoken?

In die noodzakelijke rol van de overheid schuilen de spoken: Staatscontrole, dwang en verzet, straf en vlucht, onderdrukking, opstand, chaos
Wie wil kan de beelden gemakkelijk bekritiseren. Zo vallen in de geciteerde passages twee dingen op: Als van de 13,9 gigaton CO2 per jaar in [3] gezegd wordt dat het niet de beoogde stabilisatie teweegbrengt, terwijl de uitstoot nu al circa 20 gigaton per jaar is, dan mag aan de getallen in het WRR-rapport getwijfeld worden. En als van de toepassing van kernenergie in [2] gezegd wordt dat er technologische doorbraken voor nodig zijn (wat op zich zelf juist is), dan mag getwijfeld worden aan de striktheid waarmee de houding van de spaarder is uitgewerkt: die verwachtte toch weinig van nieuwe technologie? Hoe moeilijk is de sociale wetenschap!

Maar zo'n kritiek is wat gemakkelijk. Ze gaat voorbij aan de conclusie dat alleen scenario [4] "krachtig genoeg (is) om de lange-termijnrisico's grotendeels te vermijden." Daar kan een verdediger van [4] wel mee tevreden zijn. Het zuigende moeras, waar die conclusie uit naar boven borrelt, sluit blijkbaar geen consensus uit. Opschoor moppert dan ook wat na als hij zegt dat de WRR "suggereert dat iets duurzaam is als het binnen een handelingsperspectief duurzaam gevonden wordt, alsof er geen externe toetsstenen bestaan." Scenario [4] komt uit op 5,6 gigaton CO2 per jaar, wat overigens nog altijd ruim 2 keer zo veel is als het RMNO-rapport uit zijn duurzame hoed tovert.

De vraag of we spoken zien geldt dus de weg naar het doel, niet het doel om de CO2-uitstoot sterk terug te dringen. Die weg is duister. Hij vereist een amalgaam van bijna vrij vloeiend kapitaal met taaie mensenarbeid en een hard milieu, dat de grens van zijn opnamevermogens en grondstoffen waarschijnlijk snel zal laten voelen. Dat lukt vrij zeker niet met de chemie van een vrije markt en een terugtredende overheid. Daar is de alchemie voor nodig van een overheid als behoeder, die juist naar voren treedt om burgers en bedrijven te prikkelen hun milieugebruik te matigen. En precies in die noodzakelijke rol van de overheid schuilen de spoken: Staatscontrole, dwang en verzet, straf en vlucht, onderdrukking, opstand, chaos.

Zolang mensen in staat zijn te denken wat ze teweeg brengen, kan soberheid een leefstijl worden
De constructie
Wie denkt dat deze weg begaanbaar is moet wel een grote optimist zijn. Maar ook de optimist zal krijgen wat hem of haar toekomt, en daarom volgen nog drie technologische mogelijkheden waarmee de duurzaamheid geconstrueerd kan worden. Ze zijn, dat spreekt vanzelf, op het vermijden van de CO2-uitstoot gericht, terwijl ons nuttig energiegebruik toch op een niveau van kilowatts per mens gewaarborgd wordt.

De eerste is foto-elektrisch. Die mogelijkheid wordt toegejuicht, maar dat maakt haar nog niet goedkoop. Daar is ontwikkelingskapitaal voor nodig, meer dan kennis. We weten namelijk hoe zonnecellen goedkoop gemaakt kunnen worden: door silaan in een elektrische (glim)ontlading te ontleden en het silicium daaruit met nog wat waterstof op een drager neer te slaan zodat een halfgeleidende film ontstaat. We moeten leren hoe dit proces bij grote panelen verloopt en hoe we bijvoorbeeld een dakpan als drager toe kunnen passen. We kennen ook nog andere potentieel goedkope processen en andere materialen die geschikt zijn.

De tweede is nucleair. Die mogelijkheid is thans praktisch taboe, maar als ze ècht nodig is kan dat veranderen. De kerntechniek is zeker nog niet uitontwikkeld. We zitten niet vast aan de enigszins riskante reactoren van nu. We kunnen veiliger reactoren bouwen, met grafiet als remstof en helium als koelmiddel, waarin het uranium-233 verspleten wordt dat daar eerst uit thorium gevormd is: thorium komt meer voor dan uranium. We kunnen thorium met hulp van een versneller zelfs rechtstreeks versplijten. En we kunnen de radioactieve afvalstoffen diep begraven, zodat ze op de lange termijn niet veel risico opleveren.

De derde is besparing op het energiegebruik. Met die mogelijkheid zijn we het verst, maar het kan beter. In bedrijven kan bij de tegenwoordige energieprijs zeker nog 15% op warmte en elektriciteit bespaard worden. Technisch is meer mogelijk, oplopend van 25% in de glasindustrie tot 47% in de glastuinbouw. We kunnen met de tegenwoordige techniek ons gebruik in het verkeer 30% kleiner maken, en meer nog als de brandstofcel-motor beschikbaar zou komen, en als onze mobiliteit kleiner worden zou. Minder ver op vakantie gaan, minder vliegen... Zolang mensen in staat zijn te denken wat ze teweeg brengen, kan soberheid een leefstijl worden.

We waren begonnen met een citaat van Michel Foucault en we zullen daar nu ook mee besluiten. Op het begincitaat volgt: "Als deze manier van denken (over de mens) mocht komen te verdwijnen, als ze mocht omtuimelen door een voorval dat nu al voorvoeld maar verder niet gekend kan worden, dan kunnen we wel wedden dat de mens verdwijnen zal - zoals een zandportret op het strand bij de zee."

Deze tekst van prof. dr. C.D. Andriesse verscheen in 1994 in print als beschouwend hoofdstuk in het Energie Verslag Nederland van het Energieonderzoek Centrum Nederland. Foodlog publiceert de tekst in drie delen. Afgelopen week verschenen het eerste en tweede deel.
Dit artikel afdrukken