China opent beetje bij beetje de deur voor Nederlands varkensvlees. De Nederlandse slachters VION en Van Rooi hebben onlangs toestemming gekregen om rechtstreeks varkenspootjes te exporteren naar China. Vóór alle varkenshouders zich nu rijk rekenen: 'Varkenspoten maken een zeer klein deel uit van het totale karkasgewicht van het varken. De totaalopbrengst van het karkas gaat hooguit met enkele dubbeltjes omhoog. Per kilo is dat nauwelijks terug te vinden', schrijft Boerderij. Maar ze zijn geliefd in China. Zo geliefd dat de prijzen al heel ruim boven de prijs van het gewone karkasgewicht uitstijgen. Als het varken een duizendpoot was, kon de boer er geld aan verdienen.

Franse varkenshouders hadden het al eerder voor elkaar. Zij exporteren al sinds 2005 de pootjes en oren van hun 25 miljoen varkens naar China. De Chinezen betalen er meer voor dan voor ham. De totale markt voor pootjes en oren is 767.000 ton en dat kunnen de Fransen bij lange na niet helemaal afdekken. Ze kunnen maar 40.000 ton per jaar doen en daar verdienen ze 80 miljoen euro aan.

Neem dan de Denen. Die maken maar liefst 6 keer zoveel varkens als ze zelf nodig hebben. Dat betekent dat zij trots de lijst aanvoeren van de oren- en pootjesexporteurs. Een indrukwekkende137.000 ton pootjes weten ze in China af te zetten, meer nog dan de Amerikanen en Duitsers. Wij Nederlanders laten ca. vier maal zoveel varkens in Nederland geboren worden als we zelf op eten. Ongeveer net zoveel als de Fransen voor hun vier maal zo grote land.

In Nederland gaat het bar slecht in de varkenshouderij. Uit de woorden van VION is te horen dat men hoop ziet gloren in het Oosten. Maar - nu de woorden exportpotentieel al weer klinken - waar laten wij de stront van al die beesten als straks de hammen achter de schaarse pootjes aan moeten?

Fotocredits: zackaholic
Dit artikel afdrukken