In een column op FoodUp pleitte Hendrik Hoeksema, programmaleider transitie bij boerenorganisatie ZLTO, onlangs voor meer boeren. Meer boeren in Brabant! Intensieve boeren, biologische boeren, klimaatboeren, bodemboeren, natuurinclusieve boeren, kringloopboeren, gangbare boeren, zorgboeren, jonge boeren, zij-instroomboeren, hightechboeren en vooral blije boeren.
Frank van den Dungen van Brabants Burgerplatform reageert: is dit een wanhoopsoffensief?
Hendrik,
Meer boeren in Brabant. Is dit een wanhoopsoffensief? Of toch een kerstwens? Mooi van je dat je héle achterban blij en gelukkig wilt maken. Dat je van alles, tegen de wind in, tóch nog meer wilt, kan ik niet echt rijmen met mijn idee van je missie als programmaleider transitie. Maar wees eerlijk. Realistisch is het niet. Diep in je hart weet jij dat ook wel. Want de managers van de mega- en gigastallen in de intensieve veehouderij vallen al lang niet meer in de categorie boeren.
De industriële veehouderij is de boerderij voorbij. Ze zitten nog op het platteland. De grond is er goedkoper. Je mag er meer uitstoten. Er is minder toezicht. Maar veefabrieken horen thuis op een industrieterrein. Ze hebben geen binding met het platteland. En het draagvlak onder de bewoners wordt bij elk schandaal kleiner. De industriële intensieve veehouderij hoort thuis op bedrijventerreinen, dichtbij een haven en logistieke knooppunten. Het voer komt immers van heinde en verre. De productie is grotendeels bestemd voor de export. De arbeidskrachten komen steeds vaker van over de grens. En wij zitten nu vooral met de ellende. Want die blijft hier: stank, ammoniak, gezondheidsrisico’s, fijnstof en steeds meer mest die ergens op het platteland verdwijnt. Omdat bijna niemand dat bruine goud nog wil hebben. Zelfs niet met geld erbij.
Meer = moordende concurrentie
Je wilt méér boeren in Brabant. En je geeft aan dat je denkt dat wij dat ook willen. Dat klopt. Maar wij willen dan wel échte boeren: grondgebonden, circulair, liefst in de buurt van biologisch, met of zonder zorgtaken, maar in ieder geval met liefde voor hun vak en aandacht voor hun omgeving. En om die boeren blij te maken moet het roer om. Zelfs bij de ZLTO. Want met nog méér intensieve veehouderijbedrijven, wordt de race-to-the-bottom feller, de moordende concurrentie tussen de veehouders onder elkaar heftiger en moet er nog meer tussen regels en kosten door gelaveerd en gemarchandeerd worden om nog rendabel te kunnen ‘boeren’. En daarbij neemt de maatschappelijke tegenwind tegen de industriële veehouderij steeds toe in kracht.
Minder = beter perspectief
Hendrik, laat deze fata morgana los. Neem afstand van dit kamikaze-pleidooi voor alsmaar méér. Luister naar je gezond boerenverstand. Lees om je heen. De Trouw-enquête geeft een helder beeld van wat boeren willen. Boeren worden niet blij op de route met steeds meer technologie. Op de smalle snelweg naar een ‘Boerderij zonder Boer’ is er plaats voor steeds minder boeren.
Boeren zullen pas weer blij worden als de veestapel krimpt. Dat biedt een beter perspectief. Dan neemt het overschot en ook de overlast af. En dan kan de regeldruk ook omlaag. Bovendien is er met minder beesten meer kans op een eerlijke prijs voor een eerlijk product. Als je daar je ambitie op richt, zul je ons naast je vinden. Want ook wij willen blije boeren. Maar wel échte. Boeren mét een binding met hun grond, met hun dieren, met hun omgeving en met hun klanten.
Dit artikel afdrukken
Meer boeren in Brabant. Is dit een wanhoopsoffensief? Of toch een kerstwens? Mooi van je dat je héle achterban blij en gelukkig wilt maken. Dat je van alles, tegen de wind in, tóch nog meer wilt, kan ik niet echt rijmen met mijn idee van je missie als programmaleider transitie. Maar wees eerlijk. Realistisch is het niet. Diep in je hart weet jij dat ook wel. Want de managers van de mega- en gigastallen in de intensieve veehouderij vallen al lang niet meer in de categorie boeren.
De industriële veehouderij is de boerderij voorbij. Ze zitten nog op het platteland. De grond is er goedkoper. Je mag er meer uitstoten. Er is minder toezicht. Maar veefabrieken horen thuis op een industrieterrein. Ze hebben geen binding met het platteland. En het draagvlak onder de bewoners wordt bij elk schandaal kleiner. De industriële intensieve veehouderij hoort thuis op bedrijventerreinen, dichtbij een haven en logistieke knooppunten. Het voer komt immers van heinde en verre. De productie is grotendeels bestemd voor de export. De arbeidskrachten komen steeds vaker van over de grens. En wij zitten nu vooral met de ellende. Want die blijft hier: stank, ammoniak, gezondheidsrisico’s, fijnstof en steeds meer mest die ergens op het platteland verdwijnt. Omdat bijna niemand dat bruine goud nog wil hebben. Zelfs niet met geld erbij.
Meer = moordende concurrentie
Je wilt méér boeren in Brabant. En je geeft aan dat je denkt dat wij dat ook willen. Dat klopt. Maar wij willen dan wel échte boeren: grondgebonden, circulair, liefst in de buurt van biologisch, met of zonder zorgtaken, maar in ieder geval met liefde voor hun vak en aandacht voor hun omgeving. En om die boeren blij te maken moet het roer om. Zelfs bij de ZLTO. Want met nog méér intensieve veehouderijbedrijven, wordt de race-to-the-bottom feller, de moordende concurrentie tussen de veehouders onder elkaar heftiger en moet er nog meer tussen regels en kosten door gelaveerd en gemarchandeerd worden om nog rendabel te kunnen ‘boeren’. En daarbij neemt de maatschappelijke tegenwind tegen de industriële veehouderij steeds toe in kracht.
Minder = beter perspectief
Hendrik, laat deze fata morgana los. Neem afstand van dit kamikaze-pleidooi voor alsmaar méér. Luister naar je gezond boerenverstand. Lees om je heen. De Trouw-enquête geeft een helder beeld van wat boeren willen. Boeren worden niet blij op de route met steeds meer technologie. Op de smalle snelweg naar een ‘Boerderij zonder Boer’ is er plaats voor steeds minder boeren.
Boeren zullen pas weer blij worden als de veestapel krimpt. Dat biedt een beter perspectief. Dan neemt het overschot en ook de overlast af. En dan kan de regeldruk ook omlaag. Bovendien is er met minder beesten meer kans op een eerlijke prijs voor een eerlijk product. Als je daar je ambitie op richt, zul je ons naast je vinden. Want ook wij willen blije boeren. Maar wel échte. Boeren mét een binding met hun grond, met hun dieren, met hun omgeving en met hun klanten.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Piet Hermus,
Het was toch veel logischer geweest als Hendrik Hoeksema had gezegd: "zoveel mogelijk boeren behouden door transitie naar meer diversiteit en andere taken.". Meer boeren zonder dat er sectoren krimpen dat kan m.i. helemaal niet.
Nu lijkt het dat Hoeksema alles wil behouden en liefst nog wat meer?
Helemaal geen zure reactie, wel realistisch. Immers, waar Hendrik naar toe wil kan alleen op voorwaarde dat de LTO's vanaf nu stelling gaan nemen tegen alle industriele intensieve veehouderij, mega en giga stallen, zoals bv NGB. Dat zie ik nog niet gebeuren....
De LTO's hebben tot nog toe de industriele vee ondernemers omarmd en daarmee de kleine en middelgrote bedrijven in de kou laten staan cq verraden. Wanneer komen de LTO's daar nou eens op terug? Zolang dat niet gebeurt liever geen sprookjes, al is het kort voor Kerst....
Wat een zure reactie van Frank van den Dungen van het Brabantse Burgerplatform. Waarschijnlijk zit Frank nog in de ouwe kramp van koppen tegen elkaar. Wat is zijn belang daarin? Is het een bepaald beeld koesteren van een ooit machtige vijand. Wat is het belang om dat kapotte beeld in stand te houden? Die boerenkoepel van weleer is dood. Ja echt. Die ouwe platte macht is dood. Met tegenstellingen door ook al oude heren in een zgn. burgerplatform trachten sommigen nieuwe platte macht vanuit vijandbeelden te creëren. Het is 7 juli 2017 dunnetjes overdoen.
Hendrik Hoeksema probeert een nieuw Brabant te maken en eigenlijk een nieuwe landbouw met ook de nieuw soort boeren die we er allemaal extra bij nodig hebben, zoals de natuurinclusieve, de agroforestyboeren, de Heerenboeren van Geert van der Veer en Douwe Korting etc. Hij geeft de overgangstijd aan, waarbij de doodgelopen weg van plankgas meer en meer op de schop gaat. Hendrik probeert dat ook buiten Brabant.