Frank van den Dungen, lid van de Bernhezer Buitenwacht en columnist voor Netwerk de Peelhorst, schetst een somber vooruitzicht voor Brabantse varkensboeren, maar ook een rooskleurig perspectief voor hun nieuwe kansen. Volgens hem hebben ze een blinde vlek voor markten en marketing.
De Brabantse varkenshouderij heeft een roeping: de wereld voeden. De Brabantse boeren doen daar hun stinkende best voor. En dat doen ze allemaal tegelijk. Met een tomeloze inzet. Dat valt steeds minder goed. Binnenshuis, omdat ze er allemaal samen voor zorgen dat de prijzen steeds lager worden. Buitenshuis, omdat door de toenemende concentratie van dieren en stallen de gemoederen in Brabant steeds hoger oplopen. Zelfs Brabanders kunnen nu eenmaal niet de andere kant op ruiken.
De bulk-spiraal
Niet alleen burgers, maar ook bestuurders maken zich zorgen over de schaduwen die de bedrijvigheid van de sector om zich heen werpt. Overlast, milieuschade en gezondheidsrisico’s worden de bio-industrie steeds nadrukkelijker aangerekend. Tegelijkertijd blijven de prijzen dalen. In plaats van de klassieke varkenscyclus met z’n periodieke up’s en downs, maakt een nieuwe economische wetmatigheid furore: de neerwaartse bulk-spiraal. Hoe meer er geproduceerd wordt en hoe harder de prijzen dalen, des te hardnekkiger zetten de boeren in op groeiende omzetten en krimpende kosten om die prijsdaling weer op te vangen. En-dat-gaat-alsmaar-door.
Zondagse burgers, doordeweekse consumenten
Deze meer-voor-minder industrie woekert voort op onze halfslachtigheid. Voor de supers is het kleurloos, merkloos en ‘waarden’-loos vlees welkom. Het is hun wisselgeld om klanten te lokken en te binden. Immers. Als je burgers enquêteert, hebben ze een weloverwogen standpunt. Ze zijn zich bewust van knelpunten op het gebied van dierenwelzijn. Ze hebben ook weet van de lasten die al die industriële bedrijvigheid op het platteland met zich meebrengt. Ze onderkennen de schade aan natuur, milieu en derde wereld. Maar diezelfde zondagse burger is tegelijk 'hybride'. Hij is ook een doordeweekse consument. En als hij in die functie achter zijn karretje door de super loopt, laat hij zich leiden door de alledaagse platte logica van de knip in de kontzak. De boer krijgt daardoor steeds minder. Daarom produceert steeds weer wat meer.
Op het Brabantse Foodlog-debat in Den Bosch was iedereen het eens over de diagnose: de sector ligt er beroerd bij. En er is geen zicht op verbetering. De aldaar verzamelde Brabantse voormannen kwamen niet tot een remedie. De term bulk werd opgewaardeerd tot premium-volume.
Dat was een mooi staaltje verbale wendbaarheid van de voormannen. Maar mooie woorden bieden geen soelaas. En bij gebrek aan heldere richtinggevende uitspraken van hun leiders, blijven de varkensboeren in het veld volhardend koersen op meer voor minder. En ze blijven leuren met koelwagens en containers vol varkensvlees. En ze stouwen vrachtenwagens vol biggen die na een korte inburgeringsperiode elders bijvoorbeeld als Viande de Porc Français of echte Italiaanse vleeswaar over de toonbank gaan. Maar zelfs ondanks dergelijke staaltjes kunst- en vliegwerk, lukt het de vleesindustrie niet om de balans op de overladen vleesmarkt te herstellen.
Alle meters in het rood
De vraag is of dat ooit nog zal lukken. Alle meters staan in het rood. Niet alleen de Fransen, maar ook de Engelsen en de Duitsers willen eigen bacon en eigen Bratwurst. De Russen zouden ons vlees best lusten. Maar Poetin is tegen. De Chinezen gaan zelf hun varkens fokken. Ze kijken de kunst af van Canadezen, Amerikanen en Brazilianen die al drie keer goedkoper zijn als het erom gaat de wereld te voeden.
Volhardend blind voor marketing
Elke normale ondernemer houdt de markt in de gaten, signaleert bedreigingen en speelt in op nieuwe kansen en mogelijkheden. Elke normale bedrijfstak heeft vrijdenkers en verkenners die de ontwikkelingen in de gaten houden, trends signaleren, prognoses opstellen en lange termijn perspectieven aanreiken. Onze boeren niet. Die zijn vooral volhardend. Ze hebben oog voor techniek, maar een blinde vlek voor marketing.
Voltijd of deeltijd-vegetariërs
Want de feiten liegen er niet om. Bosjes Nederlanders zijn al vanwege de vraagtekens rond onze vleesindustrie voltijd-veganist of deeltijd-vegetariër geworden. De publiciteit rond de kaalslag van regenwouden voor de sojateelt en de dreiging door resistente micro-organismen zorgden voor een stabiele aanwas. Het plantaardig aandeel in het Nederlandse voedingspatroon stijgt met elk nieuwtje over de negatieve effecten van vleesconsumptie, zoals de WHO over het kanker-risico, de FAO over broeikasgassen en onze eigen Gezondheidsraad over de hernieuwde schijf van vijf. Er komen er gegarandeerd nog meer.
Varkensmijders
De toekomst wordt nog donkerder als we kijken naar de kale feiten van de demografische ontwikkeling. Nederland en ook de rest van Europa krijgt steeds meer supermarktklanten met een andere waardenoriëntatie. Zij dragen niet hun portemonnee maar hun Koran na aan het hart. Die doelgroep groeit, om diverse redenen, harder dan elke andere groep consumenten. Ze zijn ook standvastiger in hun overtuiging. En dus ook in hun consumptiepatroon. Je hoeft weinig verstand te hebben van data-analyse om de grafiek van de niet-varkensvlees-eters door te trekken. De conclusie is dat de cumulatieve lijn van alle varkensmijders vandaag of morgen de bulklijn zal snijden. Maar dan is het te laat. Dan raakt de bio-industrie zijn ‘premium quality’ zelfs aan de straatstenen niet meer kwijt.
Hoe lang nog?
Bio-industriëlen? Gooi het roer om. Word weer boer. Herstel de binding met je land en je klant.
Burgers? Koop met je hart. Geef de boer een eerlijke prijs voor een eerlijk product.
Beleidsmakers? Bied duidelijkheid. Geef richting. De markt gaat een andere kant op voor Brabantse varkensboeren. Maak preventief beleidsruimte voor nieuwe bestemmingen van vrijkomende agrarische bebouwing. Wijs de weg naar andere bedrijvigheid. Stimuleer alternatieven als algenteler, groene kinderopvang, zonneboer, insectenteler, zorgboer, buitenboer, wormenkweker, appartementenmelker, windboer, mestverwaarder, vezelteler, altzheimer-opvang of kies uit een van de 1001 andere mogelijkheden die zich aandienen. Het barst van de alternatieven. Hoe lang moet het nog duren eer die kansen worden opgepakt of iemand hen helpt die op te pakken?
En als je echt niets anders wilt, word dan internationaal consultant. Probeer dan eens om niet nog meer varkens, maar om je know how over varkens te verkopen in de rest van de wereld. Daar waar de vraag naar vlees nog wel groeit.
Fotocredits: sarahlinde
Dit artikel afdrukken
De bulk-spiraal
Niet alleen burgers, maar ook bestuurders maken zich zorgen over de schaduwen die de bedrijvigheid van de sector om zich heen werpt. Overlast, milieuschade en gezondheidsrisico’s worden de bio-industrie steeds nadrukkelijker aangerekend. Tegelijkertijd blijven de prijzen dalen. In plaats van de klassieke varkenscyclus met z’n periodieke up’s en downs, maakt een nieuwe economische wetmatigheid furore: de neerwaartse bulk-spiraal. Hoe meer er geproduceerd wordt en hoe harder de prijzen dalen, des te hardnekkiger zetten de boeren in op groeiende omzetten en krimpende kosten om die prijsdaling weer op te vangen. En-dat-gaat-alsmaar-door.
Zondagse burgers, doordeweekse consumenten
Deze meer-voor-minder industrie woekert voort op onze halfslachtigheid. Voor de supers is het kleurloos, merkloos en ‘waarden’-loos vlees welkom. Het is hun wisselgeld om klanten te lokken en te binden. Immers. Als je burgers enquêteert, hebben ze een weloverwogen standpunt. Ze zijn zich bewust van knelpunten op het gebied van dierenwelzijn. Ze hebben ook weet van de lasten die al die industriële bedrijvigheid op het platteland met zich meebrengt. Ze onderkennen de schade aan natuur, milieu en derde wereld. Maar diezelfde zondagse burger is tegelijk 'hybride'. Hij is ook een doordeweekse consument. En als hij in die functie achter zijn karretje door de super loopt, laat hij zich leiden door de alledaagse platte logica van de knip in de kontzak. De boer krijgt daardoor steeds minder. Daarom produceert steeds weer wat meer.
Elke normale bedrijfstak heeft vrijdenkers en verkenners die de ontwikkelingen in de gaten houden, trends signaleren, prognoses opstellen en lange termijn perspectieven aanreiken. Onze boeren niet. Die zijn vooral volhardend. Ze hebben oog voor techniek, maar een blinde vlek voor marketingInburgeringsvarkens
Op het Brabantse Foodlog-debat in Den Bosch was iedereen het eens over de diagnose: de sector ligt er beroerd bij. En er is geen zicht op verbetering. De aldaar verzamelde Brabantse voormannen kwamen niet tot een remedie. De term bulk werd opgewaardeerd tot premium-volume.
Dat was een mooi staaltje verbale wendbaarheid van de voormannen. Maar mooie woorden bieden geen soelaas. En bij gebrek aan heldere richtinggevende uitspraken van hun leiders, blijven de varkensboeren in het veld volhardend koersen op meer voor minder. En ze blijven leuren met koelwagens en containers vol varkensvlees. En ze stouwen vrachtenwagens vol biggen die na een korte inburgeringsperiode elders bijvoorbeeld als Viande de Porc Français of echte Italiaanse vleeswaar over de toonbank gaan. Maar zelfs ondanks dergelijke staaltjes kunst- en vliegwerk, lukt het de vleesindustrie niet om de balans op de overladen vleesmarkt te herstellen.
Alle meters in het rood
De vraag is of dat ooit nog zal lukken. Alle meters staan in het rood. Niet alleen de Fransen, maar ook de Engelsen en de Duitsers willen eigen bacon en eigen Bratwurst. De Russen zouden ons vlees best lusten. Maar Poetin is tegen. De Chinezen gaan zelf hun varkens fokken. Ze kijken de kunst af van Canadezen, Amerikanen en Brazilianen die al drie keer goedkoper zijn als het erom gaat de wereld te voeden.
Volhardend blind voor marketing
Elke normale ondernemer houdt de markt in de gaten, signaleert bedreigingen en speelt in op nieuwe kansen en mogelijkheden. Elke normale bedrijfstak heeft vrijdenkers en verkenners die de ontwikkelingen in de gaten houden, trends signaleren, prognoses opstellen en lange termijn perspectieven aanreiken. Onze boeren niet. Die zijn vooral volhardend. Ze hebben oog voor techniek, maar een blinde vlek voor marketing.
Voltijd of deeltijd-vegetariërs
Want de feiten liegen er niet om. Bosjes Nederlanders zijn al vanwege de vraagtekens rond onze vleesindustrie voltijd-veganist of deeltijd-vegetariër geworden. De publiciteit rond de kaalslag van regenwouden voor de sojateelt en de dreiging door resistente micro-organismen zorgden voor een stabiele aanwas. Het plantaardig aandeel in het Nederlandse voedingspatroon stijgt met elk nieuwtje over de negatieve effecten van vleesconsumptie, zoals de WHO over het kanker-risico, de FAO over broeikasgassen en onze eigen Gezondheidsraad over de hernieuwde schijf van vijf. Er komen er gegarandeerd nog meer.
Varkensmijders
De toekomst wordt nog donkerder als we kijken naar de kale feiten van de demografische ontwikkeling. Nederland en ook de rest van Europa krijgt steeds meer supermarktklanten met een andere waardenoriëntatie. Zij dragen niet hun portemonnee maar hun Koran na aan het hart. Die doelgroep groeit, om diverse redenen, harder dan elke andere groep consumenten. Ze zijn ook standvastiger in hun overtuiging. En dus ook in hun consumptiepatroon. Je hoeft weinig verstand te hebben van data-analyse om de grafiek van de niet-varkensvlees-eters door te trekken. De conclusie is dat de cumulatieve lijn van alle varkensmijders vandaag of morgen de bulklijn zal snijden. Maar dan is het te laat. Dan raakt de bio-industrie zijn ‘premium quality’ zelfs aan de straatstenen niet meer kwijt.
Hoe lang nog?
Bio-industriëlen? Gooi het roer om. Word weer boer. Herstel de binding met je land en je klant.
Burgers? Koop met je hart. Geef de boer een eerlijke prijs voor een eerlijk product.
Beleidsmakers? Bied duidelijkheid. Geef richting. De markt gaat een andere kant op voor Brabantse varkensboeren. Maak preventief beleidsruimte voor nieuwe bestemmingen van vrijkomende agrarische bebouwing. Wijs de weg naar andere bedrijvigheid. Stimuleer alternatieven als algenteler, groene kinderopvang, zonneboer, insectenteler, zorgboer, buitenboer, wormenkweker, appartementenmelker, windboer, mestverwaarder, vezelteler, altzheimer-opvang of kies uit een van de 1001 andere mogelijkheden die zich aandienen. Het barst van de alternatieven. Hoe lang moet het nog duren eer die kansen worden opgepakt of iemand hen helpt die op te pakken?
En als je echt niets anders wilt, word dan internationaal consultant. Probeer dan eens om niet nog meer varkens, maar om je know how over varkens te verkopen in de rest van de wereld. Daar waar de vraag naar vlees nog wel groeit.
Fotocredits: sarahlinde
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Herman heeft wel degelijk een punt in #4 en 10.
Wat gaan de stoppers doen als ze het pensioengat niet kunnen overbruggen? Juist, op zoek naar alternatieven. Daar wordt aan de keukentafel echt wel over nagedacht (met of zonder zwemleraar Jos#17 ;-)
Aansluitend heeft Frank ook een punt in de lead met de stelling "Beleidsmakers? Bied duidelijkheid. Geef richting."
E doch, we leven in een delta welk ingepolderd is, letterlijk en figuurlijk.
Frank, beste kerel, besef je je niet dat initiatieven als de Bernhezer Buitenwacht juist debet zijn aan het zwalkend beleid van de overheid?
In een soort van Pavlovreactie (initiatieven als de uwen c.s. zorgen ervoor dat verschillende partijen een standpunt innemen maar wel, met het oogmerk op het electoraal niveau, wisselgeld verlangen), wordt er gepolderd bij het leven. Wat weer resulteert in een compromis en niet een eenduidig, consistent overheidsbeleid als resultante heeft. Vervolgens kom je met de opmerking dat de overheid geen eenduidig beleid voert!
Klinkt mij als "Rupsje nooit genoeg" in de oren.
Het polder model werkt optima forma toch?
Herman #19, wat denk jij dan dat Jos#18 in richting bedoelde? Misschien moet Jos het nog eens uitleggen.
Ik vind dat het verhaal van Frank te kort gedaan wordt in de reacties. Zijn boodschap is weliswaar een bittere, maar toch niets minder dan de realiteit.
Feitelijk vind ik de tegenreacties contraproductief:
Henric"#13, "Ik vind het nogal minachtend ten opzichte van de ondernemers in die branche."
Herman #14, "Frank #12 Even denken. Het mag geen investering kosten want geen cent te makken. Wichelroedeloper misschien? Maar daar moet je een praatjesmaker voor zijn. Lid van jouw club kan hij dus ook al niet worden."
Waarom ik dat vind? Omdat ze er van uitgaan dat betrokkenen zielig zijn.
En ook dat ze geholpen moeten worden om door te gaan: Engelbert #6, "Wat de echte kernvraag is hoe we die 70% van de productie voor export in de benen houden."
Dat is nou net niet de kernvraag, of althans zeker niet voor de individuele producent. To hell with "export in de benen houden".
Varkensboeren strijden een eenzame strijd. Wat omstanders alleen kunnen doen is begrip daarvoor opbrengen. En vooral hen voorhouden dat uitblijven van succes hen niet tot waardeloze misfits maakt, maar tot de groep die de wind tegen hebben gehad - net als kleine boekhandelaren, slagers, bakkers, etc. Is het niet tragisch dat velen de gedachte aan zelfmoord overwegen?
Een beroep is van wezenlijk belang voor ieders gevoel van zelfwaarde. Maar dat is cq moet niet zo zijn dat boer zijn het enige serieuze beroep is.
Mijn advies voor iedereen die een moeizame worsteling voert: neem alle goedbedoelde adviezen tot je, kieper alles waar je niets mee kan overboord, en wees zo egoïstisch om je van waardeoordelen nul komma nul aan te trekken.
Bedenk: het lijkt vaak dat iedereen een waardeoordeel heeft over wie/wat dan ook. Mis! De regel is dat de meesten van ons daar helemaal niet mee bezig zijn. En wel omdat die anderen zich ook afvragen wat nog weer anderen van hen denken.
Een aanvulling op de lijst van Frank: mijn zwager heeft een varkensbedrijf, hij heeft een plan laten opstellen voor uitbreiding van zijn stallen, die liggen veilig in de ijskast, hij is in plaats daarvan zzp'er in de bouw, melkmonsternemer plus hij doet zijn varkensbedrijf er naast samen met zijn vrouw. Alle respect!
Jos, dat weet ik. Mijn opmerking, praat eens met varkenshouders was voor Frank bedoeld en niet voor jou, ik dacht dat dat duidelijk was
Herman #17 Ik weet dat er allang werk gemaakt wordt van alternatieve verdienmodellen. Ben bij behoorlijk wat van die trajecten betrokken geweest. Neemt niet weg dat er nog veel meer moet gebeuren. Nu wordt nieuwe verdienmodellen vaak gelijkgeschakeld aan het ontwikkelen van een nieuwe niche. En met wat creativiteit is er vast nog wel ruimte in de markt voor een paar extra niches, maar de rek zal er daar dan ook wel uit raken. De consument ziet anders door de concepten de meerwaarde niet meer.
Ik zie dan ook meer in een samenwerking van een groep varkenshouders in een concept met andere ketenpartijen (zoals ik al eerder schreef) waarbij de varkenshouders hun bedrijfsvoering verregaand op elkaar afstemmen en vooral ook afstemmen op de behoefte van grote marktpartijen (bijv. retailers want die worstelen ook met de vraag hoe ze nog onderscheidend kunnen zijn). Family Farmers probeerde het, Keten Duurzaam Varkensvlees zet hier stappen in, maar het is niet eenvoudig. Als je met te weinig varkenshouders bent, dan ben je geen interessante partij voor andere ketenschakels "olifanten doen het met olifanten". Ben je met veel varkenshouders dan is het lastig om de wendbaarheid en slagkracht te hebben om voor een klant een echt onderscheidend concept te realiseren. Ik vrees dat de POV van dit laatste ook last gaat krijgen (als ze al de ambitie hebben om hier zelf sturing aan te gaan geven). Om dit dilemma te tackelen zijn nieuwe verdienmodellen nodig, met bijbehorende institutionele arrangementen. Kortgezegd gaat het dan om "wie zijn de partners, wat spreken ze af, en wat gebeurt er als ze zich niet aan de afspraak houden". De hierbij benodigde expertise vind ik waarschijnlijk niet bij veel varkenshouders.
Maar Herman, om jou gerust te stellen: ik spreek bijna wekelijks met varkenshouders en weet hoe moeilijk velen het hebben. En dan vind ik vanaf de waterkant roepen dat je moet zwemmen (en liefst nog een beetje voordoen hoe het moet) nog altijd beter dan toekijken.