Het lustrumjaar van de debatreeks over de toekomst van landbouw en voeding, in de Rode Hoed, begon met een prikkelende eerste aflevering. De sprekers behandelden de tweedeling die in de maatschappij rond voedsel aan het ontstaan is; in Amsterdam is het verschil in levensverwachting tussen "goede" en "mindere" wijken al opgelopen tot tien jaar. De volle zaal werd deze keer mild in bedwang gehouden door moderator Felix Rottenberg.

Sarphatische aanpak
Hoogleraar Jaap Seidell - van wie de openingsquote afkomstig is - hield een gedreven pleidooi voor stadslandbouw; niet om de wereld te voeden, maar om kinderen en volwassenen in de steden ertoe te bewegen gezonder te eten. "Hoe krijgen we de achterstandswijken aan de groente en het fruit?", zo luidde feitelijk zijn centrale vraag. Informatiecampagnes werken averechts, stelde Seidell, maar als je eenmaal je eigen radijsjes hebt geoogst en gegeten, kijk je de rest van je leven anders tegen eten aan. Hij pleitte daarom voor een aanpak op de manier van Samuel Sarpathi. Deze 19e-eeuwse arts verhoogde de levensverwachting in arme Amsterdamse wijken met vijftien jaar, niet door patiënten te behandelen of ziekenhuizen te bouwen, maar door waterleidingen aan te leggen en de leefomgeving te verbeteren. Het probleem met obesitas moet Sarphatisch worden aangepakt, betoogde Seidell. Onderzoek laat zien dat zo'n aanpak niet alleen leidt tot een gezonder levensstijl maar ook tot meer sociale samenhang, betere schoolresultaten en economische voordelen, dus "waar wachten we nog op?"

Kruissubsidie
Naast de wetenschapper stond de bedrijfsman: Erik Does, directeur van EkoPlaza. Hij greep de gelegenheid aan om reclame te maken voor zijn succesvolle biologische supermarktketen, die inmiddels 65 winkels telt. Does meldde dat Aegon een speciale verzekering voor de klanten van EkoPlaza wil ontwikkelen omdat ze zo gezond zijn. Tussen neus en lippen door maakte Does een bijzondere opmerking: groente en fruit ligt bij EkoPlaza altijd prominent voor in de winkel, ofschoon er niet veel op wordt verdiend. Dat is opmerkelijk, merkte bezoeker en worstenmaker Samuel Levie na afloop op, want gangbare supermarkten drijven juist op kruissubsidie: ze leggen flinke marges op groente en fruit, en gebruiken dit geld om frisdrank en andere obesitas-bevorderende producten van A-merken onder de prijs te kunnen verkopen. Terwijl je het eigenlijk andersom zou moeten doen, als je het goed voor hebt met je klanten. Desgevraagd beaamt Does dat EkoPlaza inderdaad een ander verdienmodel heeft dan de reguliere supermarkten: "Onze marge op groente en fruit is kleiner, maar ik hoef geen internationale A-merken te verkopen met een negatieve marge."

Prisoner's dilemma
De moderator en oprichter van Foodlog, Dick Veerman, zette het lustrumdecor voor beide sprekers neer. Zijn opsomming van voedselschandalen rond vlees in het voorbije jaar was eigenlijk niet zo feestelijk, maar wel hilarisch. Via poepvlees, paardensnippers en hinnikende runderballetjes werd paard in 2013 "het meest veelzijdige stukje vlees". Een schuldige is niet goed aan te wijzen, want het systeem zelf is de oorzaak. Supermarkten, consumenten en producenten houden elkaar gevangen in een neerwaartse spiraal richting laagste prijs. Een prisoner's dilemma, waar je alleen met wederzijds vertrouwen en samenwerking uit kunt ontsnappen.

Schooltuinen of winkels?
In de afsluitende discussie blijkt niet iedereen vertrouwen te hebben in de transformerende invloed van schooltuinen en stadstuinen. "Ik vind stadstuinen een utopie," stelt bezoeker Marcel. Net als enkele andere bezoekers ziet hij meer heil in kooklessen en smaaklessen voor kinderen. Ook bezoeker Jan Peter van Doorn, ex-reclameman en oprichter van The Food Agency, is kritisch na afloop: "Goed voedsel moet aanwezig zijn in het straatbeeld en het dagelijkse aanbod als je gedrag wil veranderen. Wat mij betreft kun je de subsidie die Seidell voor zijn stadstuinenproject krijgt, beter aan EkoPlaza geven om goede winkels neer te zetten in achterstandswijken."

Andere bezoekers getuigen echter hoe hun jeugdervaringen met tuinieren en koken doorslaggevend zijn geweest voor hun houding tegenover voedsel. "Wij hadden vroeger een piepklein moestuintje" zegt bezoekster Wendy. "Dat doet echt wat met je. Dat werkt tien keer beter dan informatie geven".

Bezoekster Arlinde Plomp: "Ik werk voor Green Canteen, een lesprogramma van Jongeren Milieuactief, dat we nu op 30 scholen in achterstandswijken hebben gedraaid. Daarmee gaan leerlingen zelf onderzoeken hoe het menu in hun kantine duurzamer kan. Dat werkt! Een aantal scholen heeft onder druk van de leerlingen zijn kantine aangepast en nu, een jaar later word ik nog steeds getwitterd door leerlingen."

Bezoeker Catrinus Veninga, 23 jaar oud, student aan een agrarische hogeschool en zoon van een Friese boer: "Stadslandbouw zet geen zoden aan de dijk in kwantitatieve zin, maar is wel heel belangrijk voor de beleving en het begrip van voedsel. EkoPlaza en de schooltuintjes van Seidell zijn complementaire werelden. Erik Does kreeg eigenlijk veel tips uit de zaal. EkoPlaza zou veel meer kunnen doen rond kooklessen en tuinieren en daarbij zijn eigen producten promoten."

De avond werd in een livestream uitgezonden. De beelden zijn beschikbaar via youtube:



De volgende dialoog van "It's the food, my friend!" vindt plaats op woensdag 12 maart, wederom in de Rode Hoed. Het thema: vruchtbare bodems in een veranderend klimaat.


Fotocredits: Jaap Seidell (l) en Erik Does (r), It's the Food, my friend
Dit artikel afdrukken