Die paarse brief op de deurmat kan twee dingen bevatten: een nieuw bankpasje van de SNS of een testpakketje van het darmkankeronderzoek. Beide hebben meer met elkaar te maken dan je zou denken. En dat is niet omdat het ene handig is bij het uitvoeren van een taakje voor het andere. Dit jaar twintig jaar geleden begonnen de voorbereidingen voor het Bevolkingsonderzoek darmkanker. In 2006 startten twee aparte ‘proefbevolkingsonderzoeken’, in Rotterdam en Amsterdam. Vanaf 2014 werd het onderzoek landelijk uitgerold.

In 2020 keek een van de initiatiefnemers in een interview enthousiast terug op de organisatie en de resultaten van het bevolkingsonderzoek naar kanker tot dan toe. “Wat de meeste mensen niet weten is dat bijna een kwart van alle kankers die bij de mens voorkomt, kankers in het maag-darmkanaal zijn. Het bijzondere van bijna al deze kankersoorten is dat ze langdurig vooraf worden gegaan door voorstadia, die je kunt volgen en vaak behandelen,” aldus de geïnterviewde, Ernst Kuipers, MDL-arts, voormalig bestuurder van het Erasmus MC in Rotterdam. En tegenwoordig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Testsetje
Anno 2022 bereiken de paarse enveloppen alle Nederlanders tussen de 55 en 75 jaar en loopt het onderzoeksprogramma als een trein. Elke twee jaar worden ouderen die nog niet hebben meegedaan aan het onderzoek benaderd met een brief en een testsetje. Er zit een buisje met een staafje in dat setje. “Bij het bevolkingsonderzoek darmkanker wordt de ontlastingstest opgestuurd naar een laboratorium. Daar wordt gekeken of er bloed in de ontlasting zit. Dit is niet altijd met het blote oog te zien. Bloed in de ontlasting kan te maken hebben met darmkanker,” verduidelijkt de overzichtelijke website.

Naar gelang de uitkomst van deze faecal immunochemical test (FIT) volgt een onderzoek, dat bestaat uit een informatief voorgesprek en mogelijk een colonoscopie. Op de website van het KWF wordt alles ook haarfijn uitgelegd. Wie tot de doelgroep van het screeningprogramma behoort, zal de indruk hebben dat alles tot de puntjes geregeld is door dokter Kuipers en zijn collega's.

Anno 2022 bereiken de paarse enveloppen alle Nederlanders tussen de 55 en 75 jaar en loopt het onderzoeksprogramma als een trein
SES
Eerder deze week verscheen het eerste verslag van de resultaten van het programma op PLoS ONE, het open platform voor wetenschappelijk onderzoek. De titel geeft al aan waar de veertien onderzoekers (elf van Erasmus MC Rotterdam, twee van het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam, één van het AMC, Amsterdam) in het bijzonder naar keken: ‘Socioeconomic differences in participation and diagnostic yield within the Dutch national colorectal cancer screening programme with faecal immunochemical testing’. Bereikt het onderzoek alle lagen van de bevolking gelijk? En wat levert het op aan diagnoses?

Het antwoord op de eerste vraag is nee. Van de vijf groepen (kwintielen, ieder 20%) waarin de SES, de sociaal-economisch status van de deelnemers is ingedeeld, werd de laagste het minst bereikt. De conclusie is duidelijk:
  • Screening heeft het potentieel om de ongelijkheid op het gebied van de gezondheid wat betreft de sterfte aan darmkanker te verminderen, dankzij een hogere opsporingsgraad bij deelnemers met een lagere SES. In het Nederlandse screeningsprogramma wordt dit momenteel echter tenietgedaan door de lagere deelname in deze groep.

  • Postcode
    Voor dit onderzoek werden gegevens over 2014 en 2015 gebruikt. De SES van de aangeschreven 55-plussers werd bepaald op basis van hun postcode. De auteurs schrijven dat dat weinig zegt over persoonlijke financiële en sociale omstandigheden van de deelnemers. Postcodes geven een grove indicatie van inkomen, opleiding en arbeidsparticipatie.

    Er werd naar meerdere criteria gekeken: het percentage van de aangeschrevenen die poep terugstuurden, het percentage van de FIT-monsters waarin bloed werd gevonden, het aantal colonoscopiën dat na een positieve FIT werd uitgevoerd, het aantal indicaties van poliepen en (beginnende) kanker, en de gemiddelde ‘opbrengst’ aan ziekteverschijnselen per aantal onderzoeken.

    Bereikt het onderzoek alle lagen van de bevolking gelijk? Het antwoord op die vraag is nee. Van de vijf groepen waarin de SES, de sociaal-economisch status van de deelnemers is ingedeeld, werd de laagste het minst bereikt
    De deelname van ouderen uit de laagste SES-kwintiel was 67,0%, uit de hoogste 75,1%. De score voor slechte uitslagen varieerde van 5,8% in het hoogste kwintiel tot 7,1% in de laagste. Dat beeld deed zich ook voor bij wie een colonoscopie ondergingen, het minst in de laagste SES-groep.

    Ongelijkheid
    Op zich geen verrassende, maar wel teleurstellende resultaten. Een bevolkingsonderzoek is bedoeld de hele bevolking te bereiken en heeft dus als uitgangsprincipe de ongelijkheid in de zorg te verkleinen. Verklaringen zijn niet moeilijk te bedenken. Mensen met een lagere SES hebben minder toegang tot en beheersing van de noodzakelijke elektronische middelen die deelname aan het onderzoek vereisen. De gang naar de gezondheidszorg wordt ook beperkt door geld: de colonoscopie en eventuele behandeling daarna zijn niet gratis. Ze worden wel vergoed uit de basisverzekering, maar dat kost je wel je eigen risico.

    En dan zijn er nog de ouderen die om andere redenen, het zogenaamde ‘well-informed-decision-making', niet deelnemen aan het screeningsprogramma. Dat is met 12 procent aan de hoge kant.
    De auteurs opperen strategieën om het aantal deelnemers te verhogen. Betere voorlichting, herhaling van de oproep en het inschakelen van de huisarts zijn opties. Afschaffen van de eigen bijdrage is ook een mogelijkheid.

    Dit onderzoek keek niet naar de effectiviteit van het landelijke programma voor wat betreft het voorkómen van darmkanker door tijdige opsporing.
    Dit artikel afdrukken