Michaël Wilde: “Sinds de Europese Unie in mei 2021 heeft aangekondigd dat 25% van de landbouwgrond van Europa in 2030 biologisch moet zijn (dat is nu nog 8%, en in Nederland 5% - red.), is het imago van de biologische sector compleet veranderd. Deze aankondiging van de EU is onderdeel van de Green Deal, de duurzame landbouw- en voedselstrategie voor de komende jaren die werd aangezwengeld door klimaat-Eurocommissaris Frans Timmermans. Deze strategie werkt toe naar een klimaatneutrale landbouw in 2050. De biologische landbouw moet daar dus een grote rol in gaan spelen.”
“Van alle kanten zie je dat er sinds de bekendmaking van deze plannen veel meer aandacht is voor de biologische sector. We worden – eindelijk – serieus genomen. We tellen mee. Biologisch is relevanter in de media, in het onderwijs, voor banken, voor provincies, voor internationale organisaties, voor de politiek, en ook voor supermarkten. We zijn nu onderdeel van het maatschappelijke debat.”
Door die extra aandacht komt er ook meer kritiek. Afgelopen woensdag stond er in De Telegraaf een opiniestuk waarin de auteurs zeggen dat je het klimaat pas echt helpt als je groene adviezen negeert. Hoe ga je daarmee om?
“We staan als biologische sector in de schijnwerpers, maar liggen tegelijkertijd onder een vergrootglas. Daardoor laten ook tegenstanders meer van zich horen. De andere kant van het verhaal is dat veel andere partijen juist meer willen weten. Er is een enorm gebrek aan kennis als het gaat over de waarde van biologisch. Wij willen die kennis met zoveel mogelijk mensen delen, en zoeken de samenwerking met andere boereninitiatieven, ook als die niet biologisch zijn.”
“Ik zat laatst in een opiniepanel met onder andere Caroline van der Plas, lijsttrekker van de BoerBurgerBeweging. Zij is afkomstig uit de gangbare landbouw en heeft van oorsprong niet zoveel met bio. Maar ze komt op voor het platteland, en dus ook voor biologische boeren. Ze gaf mij volkomen gelijk in mijn stelling dat we weg moeten blijven van polarisering. Mensen die baat hebben bij polarisatie, willen niet veranderen. En als er een ding duidelijk is op het gebied van voeding en landbouw, dan is het wel dat we moeten veranderen als we onze kinderen en kleinkinderen ook nog op een gezonde manier willen blijven voeden. Die verandering moeten we met elkaar in werking stellen. Bioboeren en niet-bioboeren.”
We staan als biologische sector in de schijnwerpers, maar liggen tegelijkertijd onder een vergrootglasWat maakt de biologische landbouw anders dan reguliere landbouw?
“Heel simpel gezegd, en zonder reguliere boeren af te vallen, leg ik het altijd als volgt uit: biologische boeren produceren voedsel in samenwerking met de natuur. Hoe ze dat doen? Ze gebruiken geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en geen kunstmest. De dieren komen vaker buiten en hebben meer bewegingsruimte.”
Veel mensen hebben niet zoveel tegen bio, totdat ze het hogere prijskaartje zien. Hoe kijk je daar tegenaan?
“Uit onderzoek blijkt dat voor 70% van de Nederlanders de hogere prijs van biologische producten de reden is dat ze de producten niet in het boodschappenmandje stoppen. Het is aan de hele biologische sector de taak om consumenten in te laten zien dat die prijs het waard is om te betalen. We zijn nu samen met Finland, Zweden en Vlaanderen een internationale campagne aan het opzetten waarin we burgers willen verleiden om voor biologische producten te kiezen – overigens zonder negatief te doen over niet biologische producten.”
“Een ander argument dat aanhangers van de biologische sector vaak gebruiken is: ‘Biologisch is niet te duur, regulier is te goedkoop’. De reguliere landbouw brengt veel verborgen kosten met zich mee die we uiteindelijk met elkaar toch moeten betalen. Het kopen van biologische producten is een investering in je persoonlijke gezondheid en in de natuur en het klimaat.”
Aanstaande maandag start de biokennisweek, een digitale variant van de jaarlijkse Biobeurs. Wat houdt de week precies in?
“De Biokennisweek is een online kennisweek met 126 workshops, waaronder een spoedcursus bio regelgeving, een workshop over biologische verdienmodellen en 'No shit', een programma met alles over (kunst)mest. Iedereen die interesse heeft in de biologische sector kan deelnemen. Gedurende de week willen we de verbinding leggen naar de samenleving, en kennis delen. Op de fysieke Biobeurs, die we voor de coronatijd altijd organiseerden in januari, zag je dat de beurs vaak een weerzien was van mensen uit de sector. Nu zien we aan de deelnemers van de kennisweek dat het ook veel mensen zijn van buiten de sector. Ook daaraan zie je dat de interesse in bio echt toeneemt.”
Dit artikel verscheen eerder op Food Inspiration
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Nog een belangrijke aanvulling via Olivier Honnay (prof in Leuven) via Twitter:
Het is een groot misverstand dat er bij een opbrengstverlies van 30% slechts 30% meer land nodig is om hetzelfde productieniveau te halen.
Opbrengstverlies van 35% =>54% meer land.
Opbrengstverlies van 30% =>42% meer land.
Link
Hendrik J. Kaput heeft helemaal gelijk. Slicher von Bath noemt voor de periode 1840/1850 graanopbrengsten van 1500 - 2000 kg/ha op zeeklei. En dat is met gebruik van dierlijke en waarschijnlijk menselijke mest. Dat zijn de productienivo's die je mag verwachten in een systeem met vruchtbare gronden zonder externe inputs. Frans Aarts komt met cijfers voor rogge op zandgronden die, zoals verwacht, nog lager zijn.
Recent onderzoek in het VK waar gangbare en bio systemen vergeleken worden (96 gangbare en 69 bio) is de opbrengst van bio tarwe 54 % lager tov gangbare teelt. In het langjarige onderzoek op Vredepeel werd voor graan eveneens een 40 % lager gerapporteerd. Mijn eigen ervaringen sluiten hier volledig bij aan.
Bij onderzoeken waar bio 80% van gangbaar produceert zijn hoogstwaarschijnlijk de N giften vergelijkbaar. Dat klinkt logisch, maar die hoeveelheden N uit biologische dierlijke mest zijn simpelweg niet beschikbaar voor alle akker/tuinbouw en bovendien erg duur. En met die dure mest ga ik geen graan verbouwen.
Waar de discussie tussen bio en gangbaar vaak al moeizaam verloopt, ervaar ik binnen de biologische landbouw evenmin een levendig gesprek. Er is veel zelfgenoegzaamheid, "we doen het allemaal al zo goed", en weinig kritisch nadenken. Al maak ik me niet de illusie dat het binnen de gangbare landbouw veel beter is.
nb het hier boven genoemde rapport uit het VK vergelijkt naast de opbrengsten ook de verschillen in biodiversiteit: sparing versus sharing. Boeiend.
Zonder boeren was je waarschijnlijk zelf boer geworden, Gert.
Maar er komen interessante tijden aan: minder kunstmest, minder fossiel, een veel andere essentieel grondstoffen zijn ook binnen 100 jaar wel op. Ben benieuwd hoe we ons daar uitwurmen. Dat gaat wel wat verder dan de biologische discussie.
Het gaat niet om de monniken Jan Peter, dat was een aardigheidje, het gaat om de boeren. Een aantal jagers/verzamelaars gingen iets doen met granen. Steeds meer. Granen kun je bewaren, je kunt belasting heffen, daardoor ruimte voor specialisatie van - inderdaad - religieuze stand, soldaten, ambachtslieden, meer ruimte voor handel. Alle beschavingen zijn zo tot stand gekomen. En ten onder gegaan als het niet goed ging met de landbouw.
Zonder boeren zat ik nu niet achter een laptop. Maar: in de 19e eeuw dreigden de boeren uitgeboerd te raken, er was guano, nog wel, maar de uitvinding van kunstmest heeft hen - en ons, de samenleving als geheel - gered. En mede bijgedragen aan de wereldwijde ontwikkelingen tot vandaag de dag. Nu komt als centraal punt in het EU beleid: geen kunstmest meer toepassen in 25% van onze landbouw. Dat wordt interessant.
Toen jager/ verzamelaars boeren werden zorgden ze voor hun eigen gezinnen. Veel ruimte voor anderen was daar niet. Je had meer dan honderd gezinnen nodig om 15 monniken in leven te houden.
Honger op brede schaal (naast ziekte en oorlog) lijkt een beetje over als doodsoorzaak. Welvaart als doodsoorzaak is daarvoor in de plaats gekomen. Maar die zal door de klimaatcrisis wel weer vervangen worden door de aloude honger.
Jan Harm en Gert, het was een grapje, maar de steun voor de monnik is aandoenlijk. Over monniken gaan ook wel wat andere verhalen de ronde.