Dat schrijft Boerderij. Het kabinet heeft €200 miljoen apart gezet om de druk te verminderen. Volgens Pechtold gaan de plannen de boeren bedrijvigheid in Brabant zo verduurzamen dat boeren niet het gevoel hebben "dat ze gepest worden. We gaan elkaar helpen om te zorgen dat het verantwoord kan en voor het klimaat zelfs nog beter is.” Buma beloofde dat het nieuwe kabinet weer toekomst in de varkenshouderij brengt en tegelijk de Brabantse burger van de last van de veehouderij af wordt geholpen.

Hoe de beide politici hun gedachten willen uitvoeren, bleef onduidelijk. De twee fractievoorzitters konden niet zeggen of het aantal varkens in Brabant omlaag gaat door varkensrechten uit de markt te halen. Pechtold zei wel geen €200 miljoen uit te willen trekken voor "verplaatsing van het probleem", dat wil zeggen door in het ene dorp diertallen te laten verdwijnen maar die in een ander dorp weer terug te laten komen. Minister-president Mark Rutte maakte echter duidelijk dat de uitvoering van het beleid rond de warme sanering van de varkenshouderij in belaste gebieden een zaak is van minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit).

Of er varkensrechten en dus dieren zullen verdwijnen, blijft dus nog even de vraag. Hoeveel de regering kan doen voor €200 miljoen - die landelijk bedoeld zijn - in de meest varkensrijke provincie van ons land is een tweede. De reacties van de Brabantse boeren op de besluitvorming van GS in Brabant op 7 juli jongstleden over maatregelen om de groei van de dierhouderij te beteugelen, zijn nog altijd sterk afwijzend.
Dit artikel afdrukken