image

Eind 2007 was ik in een dagje in Dover. Geen blauwe vogeltjes gezien, wel de witte kliffen en de oorlogsmonumenten. Later nog het mooie gemeentelijk museum met een uniek zeevarend schip uit de bronstijd, een expositie over het fenomeen kanaalzwemmen en een vitrine voor de dikste man van Engeland, die hier ooit kastelein was. Vanaf de boulevard nog een blik op de oude burcht geworpen en toen hadden we honger.

Dover lijkt qua volksheid op Leiden-Noord. De mensen ogen er ongezond. Asgrauwe vrouwen rokend achter hun kinderwagen. In pub The Park Inn zagen we nazaten van die dikste man: een groepje vrouwen van ca. 20 jaar met uitzonderlijke BMI's en buikomvangen, die samen een vorstelijk kerstpubmaal opschrokten in het gezelschap van een iele Afrikaan. Obesiteit was overigens niet de norm. Er was ook een meisje met mini-BMI, die in slechts een T-shirtje binnen was gekomen uit de winterkou. Ook niet heel gezond, wellicht. In diezelfde pub moest ik constateren dat er in Nederlandse kroegen maar weinig en langzaam gezopen wordt. Hier in Kent was men overdag al stuiterend dronken; de pints gleden naar binnen zoals in Holland de haringen. De Nederlander bezuipt zich besmuikt. Wie in de Park Inn nipte, was Hollander of het lampje was bijna uit. Het Dovers restaurantaanbod is niet erg gevarieerd. 's Avonds zouden we een keuze gaan maken tussen de vele Indiase restaurants zoals Light of India, Taste of India, Curry Garden en White Cliffs Tandoori. Naast die Indiërs en het pubvoer zijn er nog onbeperkt-Chinees-restaurants en fastfoofdrestaurants, maar niet veel meer. Engeland is vooral op tv culinair bezig en in een aantal sterrententen; in Dover is die wereld ver weg. Ja, je kunt "organic cider" kopen bij de M&S. Indiaas eten was trouwens prima, al leek het verrassend veel op Indiaas in Nederland. Het begeleidende "Bengaalse Bier" kwam volgens kleine lettertjes uit Manchester.

Maar er was ook een echt lichtpuntje. Voor de lunch waren we terechtgekomen bij The Allotment. De naam van dit eethuis betekent zoiets als "de volkstuin". De restauranthouder heeft een eigen perceel waar hij zoveel mogelijk de groenten verbouwt voor het restaurant en ook lokale volkstuinhouders, zo beweerde hij, kunnen hun eigen verbouwde groentes aanbieden. Zie ook de filmpjes via bovenstaande link.

Ook al vind je de foodmileskwestie onzin, het is een mooi concept. Je voelt automatisch meer sympathie voor de gemengde sla met bietjes en de andere groentjes op je bord, al was in deze decembermaand het meeste vermoedelijk niet meer uit eigen tuin. De kaart neigde wel wat naar pubvoer. Mijn tafelgenoot at een hamburger; ik had gestoofd varkensvlees in cidersaus. Maar in die cidersaus meende ik duidelijk de door de eigenaar met eigen hand uit de grond getrokken winterwortel te proeven. Misschien lag het er iets té dik bovenop, maar dit is de plek waar je moet stoppen als je daar van de boot stapt.
Dit artikel afdrukken