Wij eten geen insecten in Europa. Het is als met wilde bessen. Onze ouders hebben er ons altijd tegen gewaarschuwd. Insecten steken of baggeren in de mest, het is Ongedierte. We vergeten dan even dat honing ook een insectenproduct is en dat Ita­lianen wél (nog) insecten eten. Maar dan alleen ver van de stad.

In andere delen van de wereld zijn insecten in de voeding normaal, zelfs gezocht en ook gewaardeerd. Larven in de rijstkorrels vormen een belangrijke bron van proteïnen in Azië. De eter is zich er nauwelijks van bewust dat hij meer eet dan rijst alleen. Ook met andere vormen van voedsel eten we onzichtbare beestjes op, en we hebben er geen last van. Er wordt gezegd dat juist die onbewuste consumptie van insecten (en wormpjes) de zeldzame streng vegetarische volkeren toch gezond houdt.

De zijde die we dragen bij chique gelegenheden, wordt gesponnen door rupsen van de zijdevlinder. De verpopte rupsen, die bij het oogsten vrijkomen, worden in de landen waar ze gekweekt worden, altijd gegeten. In Mexico is men gek op bepaalde mieren, en in november trekt de monarchvlinder vanuit Noord-Amerika over het noordoosten van dat land naar het zuiden. Kinderen plukken die vlinders, breken er de vleugels af en eten de lijfjes op met wat salsa tussen de tortilla. En zo zijn er duizenden voorbeelden. In tachtig procent van alle landen ter wereld zijn insecten dagelijkse kost.

In Afrika zeker. De lijst van de insecten die er gegeten worden, is lang. Sprinkhanenplagen in Noord-Afrika worden opgegeten. Nog een geluk. Sprinkhanen zijn volgens de Bijbelse spijswetten trouwens koosjer. In Congo komt tien procent van de totale proteïnenconsumptie van insecten.

En dan deze rupsen hier. Al jaren liggen ze regelmatig in de Brusselse handel, ik kwam ze tegen in winkels aan de Ropsy-Chaudronstraat en ook dichter bij huis, met de wildgroei van Afrikaanse winkels in Laken. Hoe ze het land binnenkomen, is een raadsel, want volgens mij bestaan er geen Europese richtlijnen of kwaliteitsnormen voor import. Ik denk niet dat insecten legaal vermarkt kunnen worden. Toch beweerde de verkoopster dat ze aan de grens waren gecontroleerd. Ze circuleren allicht via de typisch Afrikaanse valiezeneconomie: ze komen vooral binnen als privébagage en zijn dan niet officieel geregistreerd als geïmporteerd voedsel. Iemand gehoord over containers met rupsen?

Congolese rupsen zijn altijd te krijgen, en nog in grote hopen ook. Mbinzo heten ze. Het gaat om de gedroogde rupsen van de vlindersoort Imbrasia ertli (Rebel 1904), al zijn er heel wat andere soorten Imbrasia die ook als voedsel dienen. Ze behoren tot de familie van de nachtpauwogen (Saturnidae ). Deze rupsen knagen hoog in de bomen in grote groepen aan de bladeren, de diertjes houden voortdurend lichamelijk contact, een beetje zoals de processierups bij ons. Daardoor zijn ze makkelijk te vangen en te oogsten. Eerst zijn de rupsen behaard, later worden ze kaal en groot. Ze zijn groen met gele tekening en soms wat rood en hebben oranje kopjes.

Ik kocht 120 gram mbinzo bij de Afrikaanse Madame om de hoek; de prijs was 35 euro per kilo. Ze raadde mij bezorgd aan (niet gewoon zijnde dat een bleekneus zulke dingen koopt) om de rupsen heel goed te spoelen en te lezen, ‘tegen het zand’. Er bleek achteraf vooral veel houtskool tussen te zitten. Ik vermoed dus dat de dieren in Afrika op hete asse worden gedroogd.
Vervolgens moest ik ze enkele uren laten wellen in water. Toen ik de dieren achteraf weer woog, had ik al driehonderd gram. Op de foto zijn ze al geweld, de oorspronkelijke gedroogde rupsen zagen er niet uit. En tijdens het koken daarna zijn ze nog gegroeid!

Ik vond op YouTube een recept voor mbinzo met gerookte vis en tomatensaus met mwamba (aardnotenpuree, zeg maar pindakaas). Insecten worden beter goed gekookt, schrijft een bron. De dieren worden onder verdachte omstandigheden bewaard en kunnen zelf ook nog parasieten bevatten. Dus gingen ze voor veertig minuten het gezouten ziedende water in. De keuken begon te geuren naar lang gekookte spinazie, een zeer plantaardig aroma.

Daarna laat men gepelde tomaten en gehakte ajuin stoven, maakt er een wat lopende saus van met water, muskaatnoot, zout; ik zag geen pepertjes, maar ik vermoed dat ze ergens opduiken. Daarin moeten de mbinzo dan nog eens twintig minuten verder koken. Ik heb ze even geproefd na de eerste kookbeurt, om de ware smaak niet gemaskeerd te hebben met andere ingrediënten. Spinazieachtig dus, maar met een mij onbekende textuur. Ze kunnen dan zeker nog een tijd koken gebruiken. En dan lookboter of zoiets erbij?

Eerlijk gezegd, ik keek ernaar, maar had geen honger. Niet dat ik het walgelijk vind, ik ben tenslotte gek op nog heel wat vreemdere zeedieren, maar dit zei mij niets. Toch is insecten eten een trend voor de toekomst, lees ik overal. Moeilijk te bereiden zijn ze ook niet, de enige inspanning zat hem in het spoelen, maar dat moet met prei of veldsla ook. Eens iets anders voor het kerstbuffet? Smakelijk.

Fotocredits: Francishphoto

Copyright: Nick Trachet @ Brussel Deze Week, 24 november 2011
Dit artikel afdrukken