Weet u wie nog niet dood is? Maïté. Die naam zegt u niets? Maïté: het is geen exotische voornaam uit Frans-Polynesië of zo, maar gewoon de Franse afkorting van Marie-Thérèse.

Maïté of Marie-Thérèse Ordonez was musicienne bij de Franse spoorwegen, seingever zeggen wij. Ze vulde dus haar dagen met op een toeter te blazen om spoorarbeiders te waarschuwen wanneer er een trein in aantocht was, voltijds, 22 jaar lang.

Maar in haar vrije tijd kookte ze voor vrienden en verenigingen in het dorp Rion-des-Landes, zo’n dikke honderd kilometer ten zuiden van Bordeaux. En daardoor kreeg zij een uitstekende reputatie als kokkin. Toen er op een dag een ploeg sportjournalisten in het dorp neerstreek voor de plaatselijke rugbyploeg, ontdekten ze Maité en namen haar mee naar Parijs.

Zij kreeg een eigen kookprogramma op FR3, La cuisine des mousquetaires. In de studio werd ze bijgestaan door Micheline Banzet, die eigenlijk klassiek violiste en musicologe was. Twee muzikantes dus.

Maïté sloeg de Franstalige wereld met verstomming gedurende de jaren tachtig en negentig. Ongegeneerd en met een accent van hier tot in Arcachon demonstreerde zij recepten waarin kikkers, hanen, ganzenlevers, slakken en ortolanen werden gesmoord in boter en ganzenvet, overgoten met liters armagnac en room. Ze slachtte hanen en palingen voor de camera, vilde een everzwijn, noem maar op. Er stond ooit zelfs een levende koe in de studio. En dat net na de hoogdagen van de nouvelle cuisine? De yuppies wisten niet wat ze zagen. Vandaag zou het niet meer toegelaten zijn.

Ze slachtte hanen en palingen voor de camera, vilde een everzwijn, noem maar op
Mijn vader, die zuinig wou letten op zijn gezondheid, rolde uit zijn zetel van het lachen. “Dat mens gaat een van deze weken nog eens doodvallen,” sprak hij. Het was de tijd van vetvrees en becelmargarine, olijfolie werd gepusht door Europa. Welaan, Maïté wordt dit jaar in juni 80, mijn vader haalde de 66 niet!

Culinaire mediafiguren
Het is wat met die culinaire mediafiguren: Auguste Escoffier werd 89, Pellaprat – ook een gevierd kookboekenschrijver – 85. Maurice Edmond Sailland, met als pseudoniem Curnonsky, schreef zestig boeken vol over de Franse keuken. Hij reisde jarenlang (vaak op kosten van Michelin) door heel Frankrijk en publiceerde artikels, kritieken en wijnpagina’s aan de lopende band. Hij had de reputatie van drie keer per dag op restaurant te kunnen.

Ongegeneerd en met een accent van hier tot in Arcachon demonstreerde zij recepten waarin kikkers, hanen, ganzenlevers, slakken en ortolanen werden gesmoord in boter en ganzenvet, overgoten met liters armagnac en room
Curnonsky kwam jammerlijk om het leven in 1955 toen hij zijn tafelgasten uitwuifde vanuit het venster van zijn appartement in Parijs en pardoes naar beneden tuimelde. Hij werd 85. De allereerste Franse televisiekok, Raymond Oliver, werd ook nog een respectabele 81 jaar.

Gaston Clément, de eerste televisiekok van België
De eerste Belgische televisiekok, die daarvoor ook al jaren keukenpraatjes hield op het toenmalige NIR, was Gaston Clément. Over de man is er niet zo gek veel terug te vinden, behalve dan zijn eigen boeken. Er moeten er miljoenen van zijn verkocht. Clément was erg populair en schreef zeker een veertigtal kookboeken, in beide landstalen. Daarnaast ook columns in kranten en tijdschriften. Als kok heeft hij twee koningen gediend. Voor Baron Empain ging hij naar Egypte koken in de luxehotels van Heliopolis. Maar hij hield ook van volkskeuken en folklore. Zijn recepten zijn doorgaans eenvoudiger dan die van Maïté.

Hoe dan ook: Gaston Clément stierf in 1973 op de gezegende leeftijd van 94 jaar. Dat was toevallig op dezelfde dag als de man die op de RTB jarenlang de ochtendlijke turnoefeningen presenteerde. Maar die laatste was wel enkele decennia jonger. Daar is toen in België hartelijk om gelachen. Gaston Clément kent vandaag nog iedereen, de arme turnmeneer is volledig vergeten. Smakelijk.
Dit artikel afdrukken