Kennen jullie Henrietta Lacks? Henrietta was een vrouw uit Virginia in de Verenigde Staten. Ze werd geboren in 1920. Ze overleed aan baarmoederkanker in 1951, nauwelijks 31 jaar oud. Ze liet een man en vijf kinderen achter. Henrietta was van erg eenvoudigen huize, maar toch werd zij onsterfelijk, niet door haar werk, maar door haar kankercellen.

Onsterfelijke cellen
Tijdens de behandeling die ze onderging in het Johns Hopkins-hospitaal in Baltimore, deed iemand een biopsie van haar kankercellen en liet die uitgroeien. De cellen bleven steeds groeien, zodat de medische faculteit het materiaal begon weg te schenken aan andere onderzoeksinstellingen, als experimenteermateriaal. Henrietta’s kankercellen zijn onsterfelijk geworden.

Ik leerde over dit bizarre verhaal rond 1979, tijdens mijn studies, omdat er in het labo van de VUB toen ook werd gewerkt met wat men HeLa-cellen was gaan noemen (HeLa voor Henrietta Lacks). Wij maakten toen de bespiegeling dat er veel meer kilo’s HeLa over de wereld moesten zijn verspreid dan de arme vrouw ooit heeft gewogen. En of die celkweek niet zou kunnen gebruikt worden om de mensheid te voeden? Vandaag worden haar cellen nog steeds gebruikt! Vanuit die onderzoekswereld is dat idee verder gegroeid, al lang voor wij erover discuteerden.

Nieuwste trend in voedingsindustrie
Het nieuwe woord in de voedingsindustrie is nu kweekvlees. Dat is uiteraard een onwoord, al het vlees dat we eten werd gekweekt. Behalve dan vis uit de échte visserij, zoals pladijs, haring en sommige vormen van wild, voor zover die laatste niet werden gekweekt en dan uitgezet.

Het idee om ‘wilde’ cellen, zoals stamcellen, te gaan kweken is een van oorsprong Nederlands idee. Een arts, Willem van Eelen, nam een eerste patent op kweekvlees, reeds in de jaren vijftig. Het was toen nog maar een idee.

Op 5 augustus 2013 landde het eerste kweekvlees in de pan voor het oog van Britse televisiecamera’s. Het werd een hamburger. Tja, wat had u gedacht?

Eerste kweekvlees
Cellen kweken in schaaltjes, zoals die van de onfortuinlijke Henrietta, is één zaak. Maar vlees is geen hoop onsamenhangende cellen. Vlees, dat zijn weefsels. Weefsels kunnen niet groeien zonder kanalen voor voeding en interne organisatie. Langzaamaan heeft men dat ook leren doen. Er werd internationaal samengewerkt, er kwam kapitaal vanuit investeringsmaatschappijen. Op 5 augustus 2013 landde het eerste kweekvlees in de pan voor het oog van Britse televisiecamera’s. Het werd een hamburger. Tja, wat had u gedacht (het had ook bolognesesaus kunnen zijn)? Het vlees kwam van het Nederlandse Mosa Meat en bestond uit spiercellen van een rund. De kweker, professor Mark Post van de universiteit van Maastricht, grapte dat die snack 250.000 euro had gekost. Ondertussen is die prijs uiteraard snel aan het dalen en waarschijnlijk zal er binnen korte tijd kweekvlees liggen in de winkelschappen.

Gedaan met ‘vleesvervangers’. Dit is vlees, al wie het proefde, beaamt dat. Maar ik zal wel niet de enige zijn die zich vragen stelt. Is dit nu de toekomst? Is dit ethisch, is dit … bio?

Vegetarisch?
Veganistisch is kweekvlees niet, de basis blijft nog altijd een dier, een koe of kip. Vegetarisch? Misschien, want er werd geen dier voor geslacht. Het is zeker ‘hoogbewerkt voedsel’, voedsel waar iedereen tegenwoordig zo tegen is: het komt uit laboratoria, het wordt gekweekt in ‘reactoren’ en er worden verschillende ingewikkelde synthetische kweekmedia voor gebruikt. Wie cynisch is, denkt aan het monster van Frankenstein. Niet de genetisch gemodificeerde groenten zijn ‘Frankenfood’, dit hier staat véél dichter bij het idee in de roman van Mary Shelley.

Net zoals Henrietta uit de tabaksvelden van Virginia, stond er ook ergens een Bella in een Limburgse wei waarvan nu meer weefsel in omloop is dan het oorspronkelijke wezen had. Smakelijk!
Dit artikel afdrukken