Niet over koken en eten vandaag, maar eens iets anders: de was. Die mag ook culinair heten, want veel mensen hebben hun wasmachine in de keuken staan. De wasmachine was de meest emanciperende uitvinding tussen het huisraad. Wij kunnen ons vandaag nog nauwelijks voorstellen hoe het eraan toeging bij onze (over)grootouders.

Zon
Mijn vader kon er respectvol om zuchten. “Mijn ouders, die hebben hard gewerkt,” zei hij dan. “Wij hebben dat nooit gedaan.” Met de terugkeer van de zon en het groeien van het gras in de tuin moest ik hieraan denken.

Een wasbeurt, die meestal begon op maandag, duurde een dag of drie. Weken, koken, schrobben of slaan, wringen, drogen. Vaak kwam daar ook bleken bij, en dan nog stijven en strijken.
Men waste in een washuis (waskot), in het Frans la buanderie. Wie klein behuisd was, ging collectief. Brussel kent een Washuisstraat.

De wasmachine was de meest emanciperende uitvinding tussen het huisraad
Maar er is ook een rue de la Blanchisserie: de Blekerijstraat.
Gewassen witgoed werd uitgespreid op een grasveld en daar in de zon gebleekt. Ik vond dat raar, want textiel in de zon verschiet toch van kleur? Witgoed hoort door de zonneschijn te vergelen. Waarom spreidde moeder dan de lakens uit op het gras? In volle zon?

Bleekweide
Veel later heb ik de les geleerd: het is een vernuftig chemisch proces dat onze voorouders door ervaring hadden ontdekt. Essentieel zijn: witte, schone was, een bleekweide met groeiend gras, vochtige grond, heldere zon … en een hond.

Wanneer de zon volop schijnt, produceert het gras extra veel zuurstof (O2). Spreid er een vers gewassen en nat beddenlaken over uit. Het licht kan nog vrij goed door het laken dringen en onder de stof gaat de concentratie zuurstof toenemen en oplossen in het nat (H2O).

De energie uit het harde uv-licht van de zon doet zuurstof en water met elkaar reageren en zo ontstaat H2O2, waterstofperoxide of in de volksmond zuurstofwater, een beproefd bleekmiddel. Ooit gehoord van een peroxideblonde? Wel, die heeft zo'n middeltje in zijn/haar haar gebruikt.

Peroxide
Peroxide valt pigmenten, proteïnen en vetten aan, en doet kleuren en vlekken verdwijnen. Het is ook onstabiel en valt spoedig weer uiteen in water en zuurstof. Geen vervuilende residu's!

Let wel, de zon doet het laken ook uitdrogen, en als het water weg is, stopt natuurlijk ook de chemische reactie. Het is dus van belang dat het laken al die tijd nat blijft (bleken kon meerdere dagen duren).

Tegenwoordig bestaan er allerhande aanzetstukken voor watersproeiers voor, vroeger gebruikte men grote scheppen (lepels) waarmee men water dretste over het witgoed (er staat een bronzen bleker met zijn schep te pronken op de hekken van de Kleine Zavel).

Bleken werd een erkend ambacht en bleekweiden, meestal in de buurt van een riviertje, waren daarom waardevol. De meeste mensen beschikten in de stad niet zelf over veel grasveld, dus wie geld genoeg had betaalde beroepsblekers om het werk te doen.

Lakenaar
O, en die hond? Gezien deze activiteit niet zo arbeidsintensief was, kon één man heel wat bleekgoed beheren, maar hij nam daarmee ook heel wat oppervlakte in. In Laken waren er veel geschikte bleekweiden langs de Zenne.

Laken haalt zijn naam niet voor niets van het Latijnse lacus: meer, wateroppervlak. De kans dat witgoed werd gepikt wanneer de bleker aan de andere kant bezig was, lijkt niet denkbeeldig. De blekers hadden daarom waakhonden.

Agressieve dieren die de wacht hielden, maar niet noodzakelijk met hun vuile poten overal over liepen. Op den duur werd dat een hondenras: de Lakenaar of Lakense herder. Ook al is het een officieel stamboekras, er zijn vandaag blijkbaar geen Lakenaars meer in Laken. Woef.
Dit artikel afdrukken