Ook dit is culinaire praktijk: de afwas. In een vorm van hypercorrectie wil men ons soms 'de vaat', laten zeggen, met uitdrukkingen als vaatdoek, vaatrek... Maar het verschil is groot: de vaat, dat is het huisgerief wanneer het vuil werd door het kook- en etensproces. Met afwassen zorg je ervoor dat de vaat geen vaat meer is! Dan is het weer Villeroy-Boch, Solingen, Durobor of Val-Saint-Kapot!

Vrouwentaak
Er was een tijd dat afwas vrouwenwerk was. Elke dag in het gezin. Wanneer er een groot familiefeest was, verdwenen – als de tafel na het dessert was afgeruimd – de vrouwen collectief naar de keuken, gastvrouw zowel als genodigden, terwijl de mannen rookten en met de kaarten speelden. Het ging er in de keuken vaak vrolijker aan toe dan aan de kaarttafel. Afwassen was eens een sociaal, zij het seksueel gedifferentieerd gebeuren. Het gaat, nu we toch meer op voet van gelijkheid met elkaar omgaan, nog vaak zo: Ik mag na een feestdis nog zo luid zeggen: “laat maar staan, dat doe ik wel morgenochtend”, dan nog veren de dames recht en begeven ze zich naar de pompbak om de afwas te doen. Het zit ingebakken.

Thuis moest het om de beurt. Mama waste af en spoelde na, mijn broer of ik moest afdrogen. Maar vader deed mee, naargelang de omstandigheden. Hij had het van zijn moeder geleerd, want die deed haar zoons afwassen en ook dweilen (er waren daar ook geen meisjes in het gezin).

"Met afwassen ging het zoals met koffie zetten: niemand leert het, maar op een bepaalde leeftijd wordt iedereen geacht het te kunnen"
Leren afwassen
Hoe leer je trouwens afwassen? Want ook daar is techniek voor nodig. Het ging tot nu zoals met koffie zetten: niemand leert het, maar op een bepaalde leeftijd wordt iedereen geacht het te kunnen. Vroeger was er nog een 'familiale' afdeling op school, daar leerden meisjes het huishouden. En dat was blijkbaar genoeg curriculum om een jong leven mee te vullen. Eén ding is zeker, sommige mensen kunnen véél beter afwassen dan andere. En in een professionele omgeving is opleiding ook verplicht, HACCP-­regels (een formeel geheel van regels voor de voedselhygiëne) bestaan er ook voor de afwas. Er lopen zelfs dishwashing consultants rond, en spijtig genoeg komen die niet thuis de borden en glazen doen. Neen, ze willen het je wel uitleggen, tegen betaling.

Afwasmiddel
Hoe wassen jullie thuis af? Met een schotelvod, een borsteltje en heet water? Hoeveel afwasmiddel is er nodig? Waarschijnlijk heel wat minder dan de verkopers van het spul ons willen doen geloven in hun reclame. Hoe belangrijk is het naspoelen? Of is dat alleen maar waterverspilling? En wie gebruikt (nog) soda om 'de vaat te doen'? Die witte kristallen behoorden niet tot onze familietradities, maar er zijn mensen die erbij zweren. Natriumcarbonaat, zoals soda eigenlijk heet, is een ouderwets, maar interessant spul. Daar waar je met afwasmiddel een (soort) organische zeep toevoegt aan het afwaswater, maak je met soda instant zeep van de vetresten op de borden en het bestek zelf. Je slaat dus een stap over. Daarenboven zijn sodakristallen geen organische stof die moeilijk afbreekt, maar een onschadelijk zout. En nog spotgoedkoop ook! En een nationale trots, want de fabricage ervan werd uitgedacht door de Waal Ernest Solvay in 1861. Het bracht hem een fortuin.

En dan is er het afdrogen. Een grotendeels overbodig ritueel. Nog maar pas uit de spoeling of iemand grijpt het bord al vast en begint het te drogen met een doek. Gevolg: na drie borden is dat doek kletsnat en voor de rest van de week een bron van bacteriën. Laat die borden gewoon uitdrogen en wrijf ze later droog op om de spatsporen te verwijderen en de lepels te doen blinken. Ook in de keuken is minder soms meer.

Maar iedereen eet graag uit schone borden. Smakelijk.
Dit artikel afdrukken