Crisp laat zich er op voorstaan te opereren "op het snijvlak van gemak en lokaal". De online luxe-super verkoopt (verse) producten van zo'n 650 boeren, kwekers en producenten rechtstreeks aan de consument. Die bestelt via internet, de bestelde producten worden door de producenten ('s nachts) afgeleverd in het centrale distributiecentrum in Amsterdam en vandaaruit bezorgt Crisp de volgende dag aan huis. Crisp noemt zich eerder een 'marktplaats' die klanten aan leveranciers koppelt dan een online super - daarvoor is het assortiment ook te specifiek. Geen toiletpapier, wel truffelsalami of veganistische kant-en-klaarmaaltijden. Klanten zouden er dol op zijn.
Tijdens de coronacrisis groeide de omzet zodanig snel dat Crisp inmiddels winst maakt op de bestellingen zelf maar nog niet op de ondersteuning bedrijfsvoering, schrijft Het Financieele Dagblad. Volgens GfK hadden internetsupers een marktaandeel van 7,6%, begin 2020 (vóór de lockdowns) was dat nog 4,3%. Maar omdat de vaste lasten, marketinguitgaven en investeringen (zoals voor bezorgauto's) in de beginfase hoog zijn, is Crisp als geheel nog niet winstgevend. Dat is ook komend jaar nog niet te verwachten, zegt Peeters.
Wel zal ook Crisp, net als de overige (online) supermarkten, met een scheef oog kijken naar de snelle opkomst van de flitsbezorgers. Het Duitse Gorillas en Flink, het Turkse Getir en het Britse Zapp haalden de afgelopen maanden tientallen miljoenen op bij durfinvesteerders en zetten vol in op de Nederlandse markt. Waar overigens de bezorgbomen niet tot in de hemel blijken te groeien: volgens GfK zakte het marktaandeel van onlineboodschappenbezorgers de afgelopen maanden, na de versoepelingen, al weer terug naar 7%. Voor vooral oudere Nederlanders weegt het zelf kunnen kiezen nog altijd zwaarder dan het gemak voor de millennial.
Toch lijkt het concept erg veel op een Foodhub zoals wij die op verschillende plaatsen in Noord Amerika kennen. Het grootste probleem voor de gemiddelde kleinere ondernemer is het bevoorraden van een super gedurende een langere periode met een varieteit aan produkten. Bovendien werkt een een super liever niet met een dozijn verschillende producenten. De oplossing daarvoor was de foodhub. Het is in N.A. eenvoudiger geregeld maar het principe, het concept is hetzelfde. Bijkomend voordeel is dat je aan het begin van het seizoen al redelijk kunt voorspellen wat je produktie op een bepaald moment is. Als de centrale ziet dat er veel te veel broccoli gaat komen in Juli, maar te weinig Romaine, kun daar advies op baseren.