Ik realiseer me dat het een illusie is, dat we de crisis die in vele jaren is gekomen, kunnen oplossen in twee sessies. Er is al veel gezegd en er zijn al vele analyses gemaakt, waaronder deze die ik zelf maakte.
Niet transparant
Na de uitbraak van de varkenspest in 1997 en de MKZ uitbraak in 2000 brak er een stevige discussie uit over de toekomst van de veehouderij. Door de crisis waren er veel beelden van de stallen op de TV. Burgers schrokken zich een ongeluk. De grootste klacht zo rond de eeuwwisseling was dat de sector niet transparant was. Boeren stonden met hun rug naar de samenleving. De leefomstandigheden, gezondheid en weerbaarheid van de dieren, overlast voor de omgeving en diertransporten stonden ter discussie.
Een aantal varkenshouders die samen de Verklaring van Wageningen tekenden, begon een agenda voor hun eigen toekomst te maken. Prominente varkenshouders als Hans Verhoeven en Henk de Lange maakten deel uit van deze groep. De denkgroep van Wijffels bracht op in 2001 een agenda voor een herontwerp van de sector uit. Een advies aan de regering. Daarna gevolgd door de dialoog die landbouwminister Cees Veerman (2004) met de sector startte over de toekomst. Veerman wilde een transitieproces opstarten. Gevolgd door het rapport van overheid en sector: van speelbal tot speler (2012) en nu het rapport van Rosenthal (2015). Het papier blijkt geduldig, maar er zijn vorderingen. Grote zelfs.
Onconventioneel
Eerst was er de analyse van Wijffels gevolgd door de onconventionele aanpak van minister Veerman door de dialoog op te starten die zou moeten leiden een gedeelde analyse en verantwoordelijkheid en niet te vergeten tot nieuwe activiteiten. De uitvoeringsagenda duurzame veehouderij werd in het leven geroepen door Gerda Verburg. Diergericht ontwerpen deed zijn intrede. Varkens in Comfort Class een stal gericht op de behoeften van het varken, gebouwd door boeren en Dierenbeschermers. Later gevolgd door het integraal ontwerpen met oog voor mens, dier en milieu. Veehouders deden mee aan het ‘Nieuwe Veehouden’. Varkenshouder Mario Berkers was een van hen, evenals Mark van Sambeek van Frievar. Ook andere varkenshouders gingen aan de slag. Marijke Koenen startte VAIR en verloor onderwijl haar Michiel in de strijd, de familie Uittewaal kwam met het Linievarken. Frans de Rond is al meer dan 15 jaren bezig met de ontwikkeling van LIVAR. De jarenlange inzet van Hans Verhoeven leidde tot KDV. VION en AH namen samen met de Dierenbescherming het initiatief tot 1 ster varkensvlees. De aanzet daarvoor was geleverd door het voormalige Krull-varken van Jan Broenink, dat nu wroetvarken heet.
Dat werd zowel pijnlijk als eindelijk duidelijk in Den Bosch. We snappen elkaar nog steeds niet. Wie vanuit één type varkenshouderij blijft denken, zet alles op slot.Voorlopers gingen aan de bak, maar hebben het moeilijk om los te komen van de bestaande kostprijsdominantie. Ze vinden het lastig om nieuwe ketens te organiseren. Het peloton haakte nog niet aan of was niet in staat aan te haken. Je zou denken dat de motor op stoom is, maar dat is niet het geval.
Twee stromen
Een Brabantse conclusie die onvoldoende scherp werd donderdag, is dat er twee stromen zijn in varkensland. Er is een markt voor bedrijven die excelleren op kostprijs. Voor hen is het gelijke Europese speelveld van levensbelang. Al gaat het vermoedelijk om slechts een beperkt aantal bedrijven, ze kunnen nog steeds Europees meeconcurreren. Daarnaast is er ruimte voor differentiatie in de markt. Dat roepen we dus al meer dan 15 jaren, maar de voortgang is onvoldoende. Jumbo onderschrijft dat: er is te weinig onderscheidend vermogen bij varkensvlees. Dat werd zowel pijnlijk als eindelijk duidelijk in Den Bosch. We snappen elkaar nog steeds niet. We blijven allemaal vanuit onze eigen denkwereld denken. Teveel belanghebbenden blijven vinden dat iedereen moet passen binnen de oude stramienen van een exportgerichte varkenshouderij. Wie vanuit dat éne type varkenshouderij blijft denken, zet alles op slot.
Verstikkend oud-denken
Er mist nog iets. Oude denkpatronen voldoen niet meer. We moeten leren omdenken. In Den Bosch bleek hoe lastig dat voor mensen die vanuit de bestaande structuren blijven denken is. Die zorgen ervoor dat we denken dat een varken zo goedkoop mogelijk moet worden geproduceerd, omdat 80 of 70% van ieder dier moet worden geëxporteerd. Maar dat hoeft niet, zoals Jumbo liet zien. Wakker Dier gaf aan na te denken over het steunen van partijen die het hele varken zoveel mogelijk zelf verkopen.
Jumbo benoemde openlijk dat ze op zoek zijn naar marktdifferentiatie.We moeten iets doen aan de verstikkende werking van de focus op prijs in de varkensvleesketen. We moeten leren werken aan de innovatie van vleesproducten, vierkantsverwaarding dichtbij huis en vooral de manier waarop partijen in de keten waarde in plaats van kift aan elkaar toevoegen.
Waardering voor Jumbo
Tot nu toe zijn de initiatieven van nieuwe concepten vooral gedreven door varkenshouders die het anders willen. Waar zijn de supers? Alleen Jumbo liet zich zien. Ik heb grote waardering voor Jumbo die uit de kast kwam afgelopen week. Jumbo benoemde openlijk dat ze op zoek zijn naar marktdifferentiatie, maar nog wel zoekende zijn. Dat zoekproces willen ze samen doen met varkenshouders en de keten. Natuurlijk zijn ook AH en andere supers aan het denken. Maar zij doen dat alleen en in stilte.
Wie niet wil, doet niet mee. Wie energie vreet, al evenmin.Energiemakers?
Hoe wordt onze varkensketen een wij-keten? Een keten van allen die meedoen. Waar zitten onze energiemakers? Laten we elkaar iets gunnen in de keten. Luister naar de behoeften van de ander. Als we goed luisteren, krijgen we de bouwstenen die de ander nodig heeft om onze relatie te herstellen. Dat klinkt misschien cryptisch, maar belangrijk is dat wij het samen doen en elkaar wat gunnen en vooral allemaal willen. Zodat we samen snappen waar we naar toe willen. Boer, burger, slachter, super, consument en burger.
Ik pleit niet voor een makkelijke collectiviteit waarin iedereen achterover kan leunen. Wie niet wil, doet niet mee. Wie energie vreet, al evenmin. Alleen als je geeft, doe je mee. Dan pas kunnen we nieuwe ketens anders organiseren en worden de varkens van de toekomst een gezamenlijke uitdaging waar iedereen zijn uiterste best voor doet.
Fotocredits: Annechien ten Have presenteerde donderdagavond varkenscarpaccio, een nieuw varkensvleesproduct, Foodlog Media, foto: Bas Uterwijk
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jos, Sorry ik was je even vergeten.30 jaar terug was de efficiëntie ook slecht bij de meeste bedrijven.
Ik ben in 70 begonnen met 60 varkens in de week. Iedereen zei toen wat komen die broekies doen.
Nu 10 jaar later hadden wij de beste en modernste slachterij van Nederland niet de grootste,(14.000 en 5000 op een andere locatie ) dat is minder belangrijk. Ik mis de passie tegenwoordig in de sector. Wij maakten dagen van morgens 05.00 uur tot avond 11.00 uur. Heel normaal, daar moet je nu eens voor aankomen. Er waren toen meer kansen de omliggende landen hadden allemaal vlees tekort. Wij hadden goedkoop voer via Rotterdam, milieu-eisen waren minimaal, stront geen probleem. En kwalitatief een heel goed varken (compliment voor onze boeren). Als ik bij mijn compagnon op kantoor kwam, dat ik iets in de productie niet voor elkaar kreeg. Zei hij "Lex moet je eens goed luisteren WIJ ZETTEN EEN MAN OP DE MAAN en jij krijgt het niet voor elkaar" Daag je zorgt, dat het maar wel voor elkaar komt. Ons motto toen was Meten is weten, gissen is missen en gokken is dokken. Dat meten is bij veel bedrijven een onder geschoven kindje . Ik wil niet uit de school klappen maar daar heb ik wel wat mismanagement van gezien in de laatste 15 jaar wat een onkunde van omhoog gevallen directies/ doctorandussen . Maar de vleeshandel daar moet je in geboren zijn om de in en outs te overzien. Deze hele knappen koppen snapten er niets van, de Rabo bank incluis. Dit kun je niet leren op een universiteit.
De hele sector wordt eraan gewaagd. En de Rabo bank als een haas de sector uit.
Henric, Wij hebben begin jaren 80/ 90 (ik weert niet meer precies het goed jaar ) Ook een opkoopregeling gehad , dit fonds werd gefinancierd door de sector via het PVV (productschap voor VEE en Vlees ) volgestort door boeren en Slachterijen. Er werden vn slachthaken uit de markt gekocht. Dit werd contractueel vastgelegd, dat deze bedrijven niet verder of opnieuw zouden kunnen opstarten. Verder kwam het Moloch Vion van de grond.
Dick, Op de verhalen van de supers moet ik alleen maar lachen, Jumbo is een verhaal voor de Bühne. Dit zal dan gaan plaats vinden met van Rooi gewoon het volgende concept. Dat Azië verhaal kun je ook niet serieus nemen. Al dat soort landen kun je geen serieuze betrekkingen mee opbouwen, omdat deze landen bij de eerste best tegenwind het land sluiten voor import van Vee en Vlees met allerlei drogredenen (zie nu Rusland ) Van profiteren prima , maar altijd over een escape proberen over te houden of op te zoeken. Wij hebben gewoon veel teveel varkens om goed te verwaarden (vierkantverwaarding is zo ontzettend moeilijk.) Dat is een van de redenen waarom ik altijd zo op de kosten hamer. Ik weet uit ervaring, dat daar nog veel is te halen.
Dat m.n. China op dit moment booming is geeft wat lucht bij de slachterijen (die goedgekeurd zijn ) maar op langere termijn echt niet. De varkensstapel in China / VS / en Brazilië groeit weer.
Kwestie van tijd en al die tijd verknoeien wij met navelstaren of mooie praatjes.
Mark, ik denk dat het - commercieel-economisch gesproken - best mogelijk zou zijn geweest Nederlands varken in China te verkopen. Maar dan hadden we er eerder mee moeten beginnen. Die kans hebben we al 15 jaar geleden gemist. Nu is het te laat: de marketingbudgetten liggen wat hoger dan 111 miljoen euro (zie FL 6) die de EU onlangs ter beschikking stelde en de nood is hoog terwijl de productie en dus de prijsconcurrentie tussen Europese aanbieders op die Aziatische markten doorgaat.
Marktstrategisch is het wat mij betreft een zinloos idee; het buitenland heb je nodig om het zgn. 'derde kwartier' (organen, oren, snuiten, poten etc.) kwijt te raken, maar nu nog een strategie bouwen op meer (karkassen) is business wise naief. Volgens Bert Urlings kan het overigens wel. Sterker nog: gebeurt het al op basis van de zogeheten IKB-kwaliteit. Maar als dat zo is, luidt de vraag: waarom hebben we dan toch een probleem?
Ecologisch kun je je bovendien afvragen of je Nederlands varkens moet willen verkopen in Azië omdat je mest ophoopt op een plek waar je dat niet moet willen.
Dat is niet morgen al zo. Maar is wel een onvermijdelijk eindpunt.
Volgens mij waren we het erover eens dat de bulkverkoop voor Nederland geen houdbaar scenario is. Dat maakt dat het antwoord is: nergens. Bulk uit Nederland houdt op.