Biologisch zou immoreel zijn omdat het de wereld niet kan voeden, maar dat pretendeert de biologische landbouw ook helemaal niet. Dat zegt Bert van Ruitenbeek, directeur van het biodynamische keurmerk Demeter
De discussie over biologische landbouw en het wereldvoedselvraagstuk komt om de zoveel tijd weer terug. Onlangs weer door de tekst van Ralf Bodelier in Trouw. Vanmorgen twitte hij dat er al 5 pro-biologische tegenartikelen zijn verschenen. Ik wil graag eens duidelijk maken welke rol de biologische landbouw wat mij betreft speelt in het totaal dat we ‘de landbouw’ noemen.
Tal van gunstige ontwikkelingen in de ‘reguliere’ landbouw kennen hun oorsprong in de biologische landbouw: minder gebruik van chemie, minder kunstmest, meer dierenwelzijn, meer verbinding met de directe omgeving. Kennelijk waren die pionierende bio-boeren niet op hun achterhoofd gevallen. Ze gaven een impuls tot vernieuwing van de landbouw.
De uitdaging: circulaire systemen
Biologische boeren gebruiken ook volop techniek, maar weloverwogen en passend in het systeemdenken. Geen gentech, zeker niet zolang de ‘beloften’ zoals hogere opbrengsten, droogteresistente en zouttolerante gewassen er maar niet komen, maar er behalve gemak en tijdelijk hogere inkomens voor grote boeren, vooral monoculturen, superonkruiden en -na enkele jaren- juist een hoger gebruik van bestrijdingsmiddelen ontstaat. Misschien is biologisch niet eens het belangrijkste en gaat het veeleer om een veel groter inzet: denken in circulaire systemen, in samenhang en aansluiten op de lokale omstandigheden, gebruik makend van lokale kennis. En leren en experimenteren.
Het gaat om innovatie
Productieverhoging in Europa is helemaal het vraagstuk niet. Een robuuste, weerbare landbouw, met hoge bodemvruchtbaarheid en veel biodiversiteit is dat wel. Een landbouw waar de rest van de wereld weer van kan leren. Dat is niet alleen ecologisch, maar ook economisch gunstig.
De bio-landbouw produceert ondanks dat daar in vergelijking met gangbaar nauwelijks in onderzoek is geïnvesteerd, zeer behoorlijk. Bovendien wordt altijd het gunstigste beeld van intensieve landbouw afgezet tegen de mindere kanten van bio-landbouw. Wat te denken van de massaal maïs in plaats van gras etende koeien in de VS met negatieve gevolgen voor gezondheid, milieu en onmogelijk te sluiten kringlopen die soja importeren uit Zuid-Amerika ten kosten van regenwouden en via onze veestapel mestoverschotten produceren in ons eigen land? Er is nog een lange weg te gaan waarbij de biologische landbouw als innovatieve aanjager zijn rol bewezen heeft gespeeld, terwijl ze dat met minimale middelen voor elkaar heeft gekregen.
De inzet: risicobeheersing
Geen enkel superzaad of landbouwsysteem gaat de wereld voeden omdat voedselproductie plaats vindt binnen een ecologische, sociale en culturele context. Het ontkennen daarvan en het zoeken naar uniforme oplossingen gedomineerd door enkele multinationals vormt de grootste bedreiging. Niet alleen voor de voedselproductie, maar ook voor de sociale samenhang. De werkelijke uitdaging zit in het creëren van diversiteit zodat de landbouw weerbaar blijft. Ieder groot, monolitisch systeem is immers kwetsbaar. Als er iets fout gaat, gaat alles fout. Daarom moeten we veel meer in termen van risico en risicobeheersing denken.
Geen zwart/wit
De oplossing van het wereldvoedselvraagstuk ligt in ontwikkelingslanden en verbeteringen in kennis, infrastructuur en de beperking van oogstverliezen. We zullen moeten inschikken met ons eetpatroon en ontkomen niet aan een lagere vleesconsumptie. En in sommige gebieden zullen een beetje kunstmest en chemie tijdelijk uitkomst kunnen bieden om tot productieverhoging te komen, maar dat moet niet leiden tot een vast systeem dat nog maar één kant uitkan: steeds grotere monoculturen die de resilience van het landbouwsysteem verder uithollen, terwijl de uitdaging van onze tijd is om die weer te vergroten.
Het gaat niet om een zwart-wit discussie. Zeker is dat de biologische landbouw een enorme impuls heeft gegeven en geeft aan de verduurzaming van de landbouw en dat het op z’n minst vreemd is dat dit altijd weer zoveel verbale agressie lijkt op te roepen. Alle kaarten op bedrijven als Monsanto en co en hun verledens met Agent Orange en DDT is onwenselijk. Alle kaarten op biologisch is onhaalbaar. Een groeiende groep vaak hoog opgeleide burgers voelt aan dat we op zoek moeten naar een nieuw evenwicht in onze voedselketen. Hun veranderende eetpatroon geeft ruimte aan een innovatieve en diverse groep boeren die het stempel immoreel van theoloog Bodelier niet verdienen. Ze verdienen als pioniers juist een hele grote pluim.
Fotocredits: Garage of Green Furrows, uitsnede, Ian Sane
Dit artikel afdrukken
Tal van gunstige ontwikkelingen in de ‘reguliere’ landbouw kennen hun oorsprong in de biologische landbouw: minder gebruik van chemie, minder kunstmest, meer dierenwelzijn, meer verbinding met de directe omgeving. Kennelijk waren die pionierende bio-boeren niet op hun achterhoofd gevallen. Ze gaven een impuls tot vernieuwing van de landbouw.
De uitdaging: circulaire systemen
Biologische boeren gebruiken ook volop techniek, maar weloverwogen en passend in het systeemdenken. Geen gentech, zeker niet zolang de ‘beloften’ zoals hogere opbrengsten, droogteresistente en zouttolerante gewassen er maar niet komen, maar er behalve gemak en tijdelijk hogere inkomens voor grote boeren, vooral monoculturen, superonkruiden en -na enkele jaren- juist een hoger gebruik van bestrijdingsmiddelen ontstaat. Misschien is biologisch niet eens het belangrijkste en gaat het veeleer om een veel groter inzet: denken in circulaire systemen, in samenhang en aansluiten op de lokale omstandigheden, gebruik makend van lokale kennis. En leren en experimenteren.
Het gaat om innovatie
Productieverhoging in Europa is helemaal het vraagstuk niet. Een robuuste, weerbare landbouw, met hoge bodemvruchtbaarheid en veel biodiversiteit is dat wel. Een landbouw waar de rest van de wereld weer van kan leren. Dat is niet alleen ecologisch, maar ook economisch gunstig.
De bio-landbouw produceert ondanks dat daar in vergelijking met gangbaar nauwelijks in onderzoek is geïnvesteerd, zeer behoorlijk. Bovendien wordt altijd het gunstigste beeld van intensieve landbouw afgezet tegen de mindere kanten van bio-landbouw. Wat te denken van de massaal maïs in plaats van gras etende koeien in de VS met negatieve gevolgen voor gezondheid, milieu en onmogelijk te sluiten kringlopen die soja importeren uit Zuid-Amerika ten kosten van regenwouden en via onze veestapel mestoverschotten produceren in ons eigen land? Er is nog een lange weg te gaan waarbij de biologische landbouw als innovatieve aanjager zijn rol bewezen heeft gespeeld, terwijl ze dat met minimale middelen voor elkaar heeft gekregen.
De inzet: risicobeheersing
Geen enkel superzaad of landbouwsysteem gaat de wereld voeden omdat voedselproductie plaats vindt binnen een ecologische, sociale en culturele context. Het ontkennen daarvan en het zoeken naar uniforme oplossingen gedomineerd door enkele multinationals vormt de grootste bedreiging. Niet alleen voor de voedselproductie, maar ook voor de sociale samenhang. De werkelijke uitdaging zit in het creëren van diversiteit zodat de landbouw weerbaar blijft. Ieder groot, monolitisch systeem is immers kwetsbaar. Als er iets fout gaat, gaat alles fout. Daarom moeten we veel meer in termen van risico en risicobeheersing denken.
Geen zwart/wit
De oplossing van het wereldvoedselvraagstuk ligt in ontwikkelingslanden en verbeteringen in kennis, infrastructuur en de beperking van oogstverliezen. We zullen moeten inschikken met ons eetpatroon en ontkomen niet aan een lagere vleesconsumptie. En in sommige gebieden zullen een beetje kunstmest en chemie tijdelijk uitkomst kunnen bieden om tot productieverhoging te komen, maar dat moet niet leiden tot een vast systeem dat nog maar één kant uitkan: steeds grotere monoculturen die de resilience van het landbouwsysteem verder uithollen, terwijl de uitdaging van onze tijd is om die weer te vergroten.
Het gaat niet om een zwart-wit discussie. Zeker is dat de biologische landbouw een enorme impuls heeft gegeven en geeft aan de verduurzaming van de landbouw en dat het op z’n minst vreemd is dat dit altijd weer zoveel verbale agressie lijkt op te roepen. Alle kaarten op bedrijven als Monsanto en co en hun verledens met Agent Orange en DDT is onwenselijk. Alle kaarten op biologisch is onhaalbaar. Een groeiende groep vaak hoog opgeleide burgers voelt aan dat we op zoek moeten naar een nieuw evenwicht in onze voedselketen. Hun veranderende eetpatroon geeft ruimte aan een innovatieve en diverse groep boeren die het stempel immoreel van theoloog Bodelier niet verdienen. Ze verdienen als pioniers juist een hele grote pluim.
Fotocredits: Garage of Green Furrows, uitsnede, Ian Sane
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Bravo, Bert! Wijze woorden. Balsem voor de ziel.
Goed artikel, Bert. Al neigt het er naar te miskennen dat de bio-boeren - ook de pioniers - profiteren van gunstige ontwikkelingen bij de gangbare collega's. Mede als resultaat van onderzoek gefinancierd uit forser 'gangbaar onderzoeksbudget'. Er is en blijft onderlinge kift én wantrouwen, ondanks de soort van gentleman's-agreement om niet teveel onderling af te zetten in de publiciteit. De kunst is het beste van beide werelden te willen zien, te verkennen en uit te diepen. Opdat het helpt in de ontwikkeling naar een circulaire economie, gebaseerd op groene grondstoffen. Bio-boeren hebben daarbij een voorsprong, omdat de kringloop al deel uit maakt van hun denken en doen. Maar alleen met hun 'gangbare' collega's kunnen ze werken aan landbouwsystemen die verder kijken dan alleen het voeden van (9 miljard) mensen.
Volgens mij is hier sprake van een dubbele monoloog.
Aanhangers van bio (zoals ook in dit stuk) wijzen op de vooruitstrevende rol die met name biologische akker- en tuinbouw heeft gespeeld en nog moet spelen in het vinden van meer duurzame vormen van landbouw. Dat lijkt me feitelijk juist, maar is geen antwoord op de voornaamste kritiek die er op het systeem is.
Die behelst namelijk enerzijds de rigiditeit van het regelgedreven systeem biologisch, en de intransparantie van het keurmerk voor de consument.
Vraag: waarom moet op een sterk innovatief ingestoken denkwijze, een uitgebreide set regels en controlesystemen worden losgelaten? Wanneer het draait om innovatie is bewegingsvrijheid een eerste vereiste?
Om het antwoord 'om de consument garanties te geven over de oorsprong' meteen maar weg te nemen: die weet sowieso niet wat er achter het systeem schuilgaat. Die 'voelt' het als natuurlijk, logisch, gezonder en meer. Maar iedereen hier weet dat wanneer je uitlegt wat wel en niet bio is, je verbaasde reacties krijgt. Ergo: de noodzaak tot een dergelijk regelgedreven systeem is intern.
Ook ik zie dat biologische boeren (meestal) een interne drive hebben om het beter te doen. Je zou kunnen zeggen dat de innovatieve drive binnen biologisch groter is. Wat sommige bio-boeren dwars zit (dat verzin ik niet, dat is me letterlijk meermalen door de boeren zelf verteld) is het juk van regels en kosten. Dat vind ik zorgwekkend.
Mede doordat gangbaar sterk in beweging is, is de wens tot onderscheidend vermogen ook bij biologische boeren groter dan ooit. Gooi dat juk dan af! Dat is de reden waarom ik tegen het keurmerk ben. Niet tegen het systeemdenken.
Omdat het valse verwachtingen inlost bij een slechts gedeeltelijk geïnformeerde consument. Omdat het innovatie remt in plaats van bevordert en omdat het meer behelst dan tuin- en akkerbouw. Dat laatste is frappant: bij elke discussie (ook hier) beslaat bio in hoofdzaak akkerbouw. Zelden bijvoorbeeld visteelt. Vreemd niet?
Een einde aan de 'biologisch vs gangbaar' discussie, betekent voor mij een frisse start. EKO is al leeg, vul die niet opnieuw alstublieft. Het verwart nog meer. Bepaal gemeenschappelijke nieuwe inzichten en vertaal die naar merken. Merken die op emotioneel niveau relevant zijn voor de consument. Die is duurzaam- en keurmerkmoe.
Biologisch is vanaf dan een doel, geen beschreven vorm. Één van de nieuwe vormen, bij voorkeur onder een nieuwe naam waarvan de consument wel begrijpt waar het voor staat.
Waarom doet Bert met zijn wijze woorden de waarheid steeds zoveel geweld aan.
Hendrik, de wijze woorden van Bert, zo vat ik ze althans op, brengen het discours over gewenste oplossingsrichtingen voor gekende problemen op een voor mij inspirerend niveau. Jouw waarheid is zo waar als ik weet niet wat, maar vooral geldend for the long run, and, in the long run we'll all be dead as a dodo.