In de marge van een discussie over wie nu eigenlijk 'het brein' is achter de smaaklessen voor kinderen ontstond hier een discussie die me teveel 'begraven' blijft in de comments.
Het onderwerp is belangrijk genoeg om het eens naar de voorpagina te tillen. Vandaar.
Over feiten kibbel je niet, er duikt vast wel een datum op waaruit blijkt wie de eigenlijkste uitvinder van de smaaklessen is, Eurotoques of Pierre Wind of Johannes van Dam.
Zouden die fameuze smaaklessen zélf niet eens het onderwerp van discussie moeten zijn? Over de geboden leerstof van E en W heb ik enige twijfels, want ik hoor (over de Eurotoques-Dag-van-de-Smaak) jaar in jaar uit nooit iets anders dan dat in zo’n les wordt voorgedaan hoe je échte mayonaise maakt, doorgaans tot afgrijzen van de klas, die zich de pleuris schrikt van de hoeveelheid olie, en massaal de conclusie trekt dat Remia frietsaus uit een emmer veel lekkerder en gezonder is (daar is het Voedingscentrum het van harte mee eens).
De stormachtigheid van Wind moet voor kinderen op zichzelf al een sensatie wezen, nog sensationeler dan de inhoud van zijn smaakles. Bij mijn weten zet hij ze blauw, groen, geel of rood gekleurde yoghurt voor, en dan is de gein dat de gele het lekkerst wordt gevonden. Hoogst interessant in psychologisch opzicht, maar het lijkt me nóg opzienbarender om het smaakverschil tussen yoghurt en yoghurt te laten proeven. Of heb ik het verkeerd begrepen en gaat het helemaal niet om het overbrengen van kwaliteitsbesef? Omdat Pierre Wind en Euotoque-secretaris Fred Dijsselbloem jaarlijks slechts een paar scholen kunnen bezoeken, wordt er hier en daar heftig nagedacht (daar gaan, sinds landbouwminister Veerman enthousiast is, wel enige miljoenen aan beleidsvorming naar toe) om het project van de smaaklessen ‘breder te trekken’.
Ik herinner me een presentatie een smaakleskist, gemaakt door Wageningse studenten, die zo was ingericht dat de docent voor het geven van smaaklessen geen stap buiten zijn leslokaal hoefde te zetten: je kunt hem/haar per slot niet dwingen om een frisse en rijp geplukte oudhollandse Cox te gaan bemachtigen om het verschil te laten proeven met de gangbare vermoeide Nieuwzeelandse supermarktfoetsjie. Er zaten derhalve kokertjes gedroogde kruiden in voor een blinde smaaktest, waaruit ik begreep dat kinderen zo konden leren dat je geen enkel verschil ruikt tussen gedroogde peterselie en gedroogde basilicum. Het kan natuurlijk zijn dat ik de bedoeling niet geheel correct gevat heb.
Wat ik geloof ik wel heel goed begrijp, is dat er, als er op school ‘smaaklessen’ zouden moeten worden gegeven, er nog geen enkel zinnig idee over in omloop is. (Wel heel veel onzinnige, zoals de door Unilever en Albert Heijn gesponsorde schoollunches van papperig bluebandbrood en mierzoete fristi of fruit-2-day: men bezie de ontmoedigende resultaten op smaaklessen.nl, en men beproeve - t’is inderdaad een hele beproeving - de link naar het zogeheten schoolgruiten.)
Een onoverkomelijke handicap is denk ik wie die smaaklessen moeten gaan geven. Moet de leerkrachten niet eerst worden bijgebracht dat een aardbei niet aan bomen groeit, en dat ze ook in andere gedaante bestaan dan als stootvaste kogels in een doosje uit Spanje? Zo heel erg zeker is het niet dat ze iets weten over hun eten...
Moeten koks die lessen dan geven? Kúnnen ze dat dan?
Deze gemene vraag stellen is hem meteen beantwoorden: mijn fiducie in hun warenkennis is niet zo heel groot, wat komt omdat ik hun opleiders wel eens hoor over het niet kunen herkennen van blaadjes spinazie-in-het-echt, of het geen notie hebben waar kaas van wordt gemaakt, noch hoe, en dat kaas ook in andere substantie wordt geleverd dan als het plakje dat tussen de tosti zit...
Daarom, mocht Johannes van Dam níet de bezitter zijn van het oorspronkelijk-oorspronkelijke idee van de smaaklessen, dan is hij in mijn ogen wel de bedenker van het béste idee, want met die smaakcolleges wilde hij bij de koks beginnen, toch?
Dit artikel afdrukken
Het onderwerp is belangrijk genoeg om het eens naar de voorpagina te tillen. Vandaar.
Over feiten kibbel je niet, er duikt vast wel een datum op waaruit blijkt wie de eigenlijkste uitvinder van de smaaklessen is, Eurotoques of Pierre Wind of Johannes van Dam.
Zouden die fameuze smaaklessen zélf niet eens het onderwerp van discussie moeten zijn? Over de geboden leerstof van E en W heb ik enige twijfels, want ik hoor (over de Eurotoques-Dag-van-de-Smaak) jaar in jaar uit nooit iets anders dan dat in zo’n les wordt voorgedaan hoe je échte mayonaise maakt, doorgaans tot afgrijzen van de klas, die zich de pleuris schrikt van de hoeveelheid olie, en massaal de conclusie trekt dat Remia frietsaus uit een emmer veel lekkerder en gezonder is (daar is het Voedingscentrum het van harte mee eens).
De stormachtigheid van Wind moet voor kinderen op zichzelf al een sensatie wezen, nog sensationeler dan de inhoud van zijn smaakles. Bij mijn weten zet hij ze blauw, groen, geel of rood gekleurde yoghurt voor, en dan is de gein dat de gele het lekkerst wordt gevonden. Hoogst interessant in psychologisch opzicht, maar het lijkt me nóg opzienbarender om het smaakverschil tussen yoghurt en yoghurt te laten proeven. Of heb ik het verkeerd begrepen en gaat het helemaal niet om het overbrengen van kwaliteitsbesef? Omdat Pierre Wind en Euotoque-secretaris Fred Dijsselbloem jaarlijks slechts een paar scholen kunnen bezoeken, wordt er hier en daar heftig nagedacht (daar gaan, sinds landbouwminister Veerman enthousiast is, wel enige miljoenen aan beleidsvorming naar toe) om het project van de smaaklessen ‘breder te trekken’.
Ik herinner me een presentatie een smaakleskist, gemaakt door Wageningse studenten, die zo was ingericht dat de docent voor het geven van smaaklessen geen stap buiten zijn leslokaal hoefde te zetten: je kunt hem/haar per slot niet dwingen om een frisse en rijp geplukte oudhollandse Cox te gaan bemachtigen om het verschil te laten proeven met de gangbare vermoeide Nieuwzeelandse supermarktfoetsjie. Er zaten derhalve kokertjes gedroogde kruiden in voor een blinde smaaktest, waaruit ik begreep dat kinderen zo konden leren dat je geen enkel verschil ruikt tussen gedroogde peterselie en gedroogde basilicum. Het kan natuurlijk zijn dat ik de bedoeling niet geheel correct gevat heb.
Wat ik geloof ik wel heel goed begrijp, is dat er, als er op school ‘smaaklessen’ zouden moeten worden gegeven, er nog geen enkel zinnig idee over in omloop is. (Wel heel veel onzinnige, zoals de door Unilever en Albert Heijn gesponsorde schoollunches van papperig bluebandbrood en mierzoete fristi of fruit-2-day: men bezie de ontmoedigende resultaten op smaaklessen.nl, en men beproeve - t’is inderdaad een hele beproeving - de link naar het zogeheten schoolgruiten.)
Een onoverkomelijke handicap is denk ik wie die smaaklessen moeten gaan geven. Moet de leerkrachten niet eerst worden bijgebracht dat een aardbei niet aan bomen groeit, en dat ze ook in andere gedaante bestaan dan als stootvaste kogels in een doosje uit Spanje? Zo heel erg zeker is het niet dat ze iets weten over hun eten...
Moeten koks die lessen dan geven? Kúnnen ze dat dan?
Deze gemene vraag stellen is hem meteen beantwoorden: mijn fiducie in hun warenkennis is niet zo heel groot, wat komt omdat ik hun opleiders wel eens hoor over het niet kunen herkennen van blaadjes spinazie-in-het-echt, of het geen notie hebben waar kaas van wordt gemaakt, noch hoe, en dat kaas ook in andere substantie wordt geleverd dan als het plakje dat tussen de tosti zit...
Daarom, mocht Johannes van Dam níet de bezitter zijn van het oorspronkelijk-oorspronkelijke idee van de smaaklessen, dan is hij in mijn ogen wel de bedenker van het béste idee, want met die smaakcolleges wilde hij bij de koks beginnen, toch?
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
"De vraag is wat het meest relevant is gegeven de onbetwist duidelijk geïdentificeerde vijand: steeds dikker wordende kinderen."
Smaaklessen gaan helemaal niet helpen. Staatsingrijpen is nodig. Voorbeeld? Ik heb vandaag een brood proberen te kopen in de Albert Hein *zonder* transvetten. Meer dan de helft van de beschikbare broden, waaronder alle prijsvechters, bevatte die wel! De strijd tegen steeds dikker wordende kinderen wordt gevoerd met een alomvattend verbod op kunstmatig geharde vetten.
Hans volstrekt eens: als je al begint met twijfel, kom je nooit op gang!
Jouw zoontje is trouwens goed op weg. De doelstelling lijken me bij hem nogal gelukt. Ik hoop niet dat hij doorgaat tot het 'hoogst haalbare' - dan moet er afdunning bij.
In godsnaam: geen land met 16 miljoen culinaire critici!
Smaaklessen zijn niet het einde, zoveel is duidelijk uit de discussie: er kan veel op aangemerkt worden, en ze zullen altijd een begin zijn van een verandering. Maar welke verandering? Dat zullen er altijd meerdere zijn, lijkt me. De smaaklessen zelf hebben als eerste praktische doel om leerlingen op een spannende en ontspannen manier bewust met eten bezig te laten zijn. Bij mijn jongste zoontje (11jaar) komt dat doel goed uit de verf.Het verdere effect is dat hij snapt dat een tomaat vele smaken kan hebben. Vindt-ie leuk! Zonder enige beïnvloeding van mij heeft hij vervolgens de snoeptomaatjes geproefd en afgekeurd. Vindt-ie interessant! Hij snapt door die lessen ook dat veel naar binnen werken zo zijn prijs heeft. Vindt-ie ook boeiend! En zo kun je wel even doorgaan. Misschien heeft het (veel) later als effect dat hij in de voedingsmiddelenbranch wil gaan werken, dat hij kok wil worden, of misschien wel het hoogst haalbare: culinair journalist! Misschien heeft het ook als efffect dat docenten anders tegen eten gaan aankijken, misschien gaan ze zelf naar koks of andere deskundigen om hen bij te staan bij de lessen, misschien verbinden tuinders zich met smaaklessen, misschien gaat er nog veel meer gebeuren.
Enfin, of smaaklessen de goede en voldoende effecten hebben is één, twee is: wat kunnen we allemaal (nog meer) doen om smaaklessen en aanverwante initiatieven krachtiger te maken? En als we aan die tweede vraag nu eens eerst een paar jaar gaan werken, laten we ons dán nog eens de eerste vraag stellen.
Nee, alleen bij de zalm de vetten. De oxidatie daarvan levert ranzigheid op. In het geval van de eiwitten ging het (waarschijnlijk) om enzymatische rijping, net als bij vlees, een smaak die gewaardeerd werd. Bacterieel bederf, bij de roodbaars, stonk en werd afgewezen.
Gelukkig: Onno deed het al spontaan! (onze comments kruisten). Oeps, het waren dus de vetten en niet de eiwitten, vlgs zijn hypothese.
Science & Cooking: inderdaad we weten al aardig wat (mede dankzij Harold McGee en Herve This), maar lang niet zoveel als er te weten valt. De 'zo-doen-we-dat-nu-eenmaals' regeren - zelfs bij menige kok. Niks mis mee overigens, pragmatische kennis is ook heel nuttig ... zolang het iets beters niet in de weg staat.