Onlangs presenteerde het CBL - de brancheorganisatie voor de wederverkoop van levensmiddelen - de kip en het varken van morgen. Daarmee kwam de organisatie tegemoet aan maatschappelijke eisen ten aanzien van de dierhouderij. Boerenvertegenwoordigers eisen compensatie voor de extra kosten die zij moeten maken. Dat weigert het CBL, dat de mogelijkheid open wil houden om bij andere dan Nederlandse leveranciers in te kopen. Als Nederlandse boeren hun meerwaarde niet kunnen waarmaken naar het publiek, is dat hun probleem. De supers hebben er nu voor gezorgd dat ze een voorsprong kunnen nemen op de buitenlandse concurrentie. Als ze die niet goed weten waar te maken, is dat niet de verantwoordelijkheid van de supers. Dat is de redenering die directeur Marc Jansen van het CBL hanteert in een column voor de koepel van diervoederbedrijven NEVEDI. Hij schrijft:

"Investeringen moeten worden terugverdiend. Het is echter onmogelijk om collectief op voorhand garanties te bieden voor de compensatie van extra kosten, zoals sommige belangenbehartigers van boeren eisen. Helaas betekent het opstellen van criteria voor verduurzaming van een productieketen niet automatisch dat een boer meer geld krijgt voor de grondstof die hij levert. [...] Producenten moeten veel meer in concepten denken en veel meer de zaken benaderen vanuit het perspectief van de consument.[...] Consumenten zoeken onderscheid in smaak en gezondheid. Dat zijn eigenschappen die beginnen bij het voer. Als het om verduurzaming gaat moeten veevoerproducenten ervan uit gaan dat ze geen brokken verkopen, maar een glas melk of een karbonaadje."

Fotocredits: Chickens and pigs, uitsnede, Michael and Sarah Braun
Dit artikel afdrukken