In Nederland was de eerste kritiek van de zijde van bestrijdingsmiddelenfabrikanten op het verbod op de zg. neonic's gisteren al te horen. Het verbod is erop gericht de bijensterfte terug te dringen. Vandaag klinkt ook uit Vlaanderen soortgelijke kritiek:
Het beroepscomité van de Europese Commissie opteerde voor een inperking van het gebruik van drie neonicotinoïden. De gewasbeschermingsmiddelenindustrie, vertegenwoordigd door Phytofar, betreurt dat. "De beslissing is niet proportioneel. Men wil het publiek laten geloven dat het verbieden van deze belangrijke gewasbeschermingstechniek de hoge bijensterfte een halt zal toeroepen."
Dat schrijft Vilt.be. Politiek en publiek reageren onderwijl blij. De kritiek is immers technisch van aard en daarom minder gemakkelijk te begrijpen.
Dit artikel afdrukken
Het beroepscomité van de Europese Commissie opteerde voor een inperking van het gebruik van drie neonicotinoïden. De gewasbeschermingsmiddelenindustrie, vertegenwoordigd door Phytofar, betreurt dat. "De beslissing is niet proportioneel. Men wil het publiek laten geloven dat het verbieden van deze belangrijke gewasbeschermingstechniek de hoge bijensterfte een halt zal toeroepen."
Dat schrijft Vilt.be. Politiek en publiek reageren onderwijl blij. De kritiek is immers technisch van aard en daarom minder gemakkelijk te begrijpen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Zelfs EFSA geeft in haar studie aan dat zij geen onderzoek heeft gedaan naar de oorzaken van bijensterfte. Er is gekeken naar de risico's voor bijen bij gebruik van 3 neonicotinoiden in de teelten in Europa. Die risico's zijn geinventariseerd maar ook weer omgeven met onzekerheid omdat veel onderzoeksgegevens ontbreken. Een aantal hoge risico's zijn geindentificeerd en het besluit van de Europese Commissie richt zich vooral op die toepassingen en daar wordt nu het voorzorgsprincipe gehanteerd. Dat besluit geeft wel een mooie mogelijkheid om een goede monitoring op te zetten. In Nederland ontstaan door een verbod in mais en bij particulieren en geen gebruik in grasland grote neonicotinoidenvrije zones. De eventuele bijdrage van deze middelen aan de bijensterfte zal dan wel helder worden.
Lost een verbod de bijensterfte op: dat is maar de vraag. Er zijn andere oorzaken die een veel grotere rol spelen. Met name het aanbod van stuifmeel en nectar en de varraomijt (bijenziekte) zijn belangrijk. Eén zaluw maakt nog geen zomer maar de eerste gegevens van afgelopen winter geven aan dat de bijensterfte in NL al sterk daalt van zo'n 20% de afgelopen 2 jaar naar ongeveer 12 % dit jaar waarbij 70% van de imkers geen enkele bijensterfte heeft. Het zou mij niks verbazen als we de bijensterfte onder de knie krijgen los van de maatregelen van de Europese Commissie. Dat neemt niet weg dat we verantwoord moeten omgaan met neonicotinoiden en andere insecticiden en moeten blijven zoeken naar alternatieven met lagere risico's. Maar zonder voldoende voedsel voor de bij en zonder een goede bijengezondheid komt het in ieder geval niet goed!
Sinds een aantal jaren is de bijensterfte in Nederland en daarbuiten sterk verhoogd. Dit corrreleert met een sterk toenemende toepassing van neonicotinoide insecticiden in de land- en tuinbouw. In 2009 heb ik ontdekt dat het dosis-werkingsprofiel van neonicotinoiden hetzelfde is als dat van genotoxische carcinogenen, zoals nitrosamines. Dat betekent dat de werking van deze stoffen door de blootstellingstijd enorm wordt versterkt. Je kunt uitrekenen dat de concentraties die in de praktijk in het veld worden gemeten in stuifmeel en nectar binnen een week een dodelijke werking op bijen hebben. Dat is naar mijn oordeel een onaanvaardbaar risico voor de belangrijkste bestuiver op de planeet. De producenten zeggen dat dit effect eerst maar eens in het veld moet worden aaangetoond, maar ik ben van mening dat er voldoende bewijslast is om het voorzorgsprincipe toe te passen en deze stoffen te verbieden. Bovendien is er al bijna een decenium sprake van milieuverontreiniging met imidacloprid en recent gepubliceerd onderzoek van de universiteit Utrecht toont aan dat deze milieuverontreiniging correleert met een afname van insecten. Dat is geen wonder als je het dosis-werkingsprofiel van imidacloprid bij geleedpotigen kent. Als we de sterk vervuilde regio's niet door een verbod op imidacloprid de kans geven te herstellen, zal zich een natuurramp voltrekken. Vissen, amfibieën, reptielen en veel vogelsoorten zijn afhankelijk van insecten als bron van eiwit. Deze soorten zijn gedoemd uit te sterven als deze voedselbronnen beneden het bestaansminimum worden gebracht.
Jaap, het onderzoek waaraan Henk refereert wordt door LTO toch wat terzijde geschoven, las ik op De Boerderij. Kun je nader toelichten waarom jullie wat minder bezorgd zijn?
@Dick
Wij schuiven het onderzoek niet terzijde. Normoverschrijdingen hebben negatieve effecten op het waterleven dat is klip en klaar. We hebben één bezwaar tegen de studie en dat is dat de studie op basis van monitoringsgevens stelt dat de normstelling niet goed is omdat effecten waarneembaar zijn bij lagere concentraties dan de norm. Naar onze mening kun je dat alleen stellen als je corrigeert voor de effecten van andere verontreinigende stoffen in het water die ook effect hebben op het waterleven: naast gewasbeschermingsmiddelen ook geneesmiddelen, antidepressiva etc.. Dat is niet gebeurd.
Naar onze mening is een verbod ook niet nodig. Wij zetten in op het zuiveren van de afvalwaterstromen (voornamelijk uit kassen) waardoor deze middelen niet meer in het water terecht zullen komen. WUR onderzoek biedt daarvoor goede oplossingen en met de implementatie daarvan gaan we de komende jaren aan de slag
<i>"Men wil het publiek laten geloven dat het verbieden van deze belangrijke gewasbeschermingstechniek de hoge bijensterfte een halt zal toeroepen."</i>
Greenpeace verwacht, om andere redenen, ook weinig van het huidige moratorium:
-Het gaat om een tijdelijk verbod van slechts drie stoffen terwijl er ook veel andere bestrijdingsmiddelen gevaarlijk zijn voor bijen;
-er zijn zoveel uitzonderingen gemaakt dat een groot deel van het gebruik buiten schot blijft. Dit geldt in nog sterkere mate voor Nederland waar de glastuinbouw- en sierteeltsector, beide grootverbruiker van imidacloprid en andere voor bijen gevaarlijke middelen, goeddeels zijn vrijgesteld;
-Er wordt er niets gedaan aan de voortschrijdende schaalvergroting en rationalisering in de landbouw waardoor het platteland veranderd in een groene woestijn waar voor bijen en andere nuttige insecten niets te halen valt.