Kleine beestjes maken van een kilo plant, meer vlees dan grote. Iedereen weet inmiddels wel dat we dierlijke eiwitten veel beter uit insecten zouden kunnen halen dan uit veel grotere dieren die een heel ongunstige voerconversie hebben. Duurzaamheid, kosten en beschikbaarheid zijn krachtige overwegingen. Maar er is een heel hoge drempel voor we onze tanden in een lekker knapperig gebakken sprinkhaan zetten. Dat is raar, als je bedenkt dat we wel rustig een gamba pellen en van kop en pootjes ontdoen. Er zijn zelfs mensen die de kop helemaal uitzuigen. Het is allemaal psychologisch en cultureel bepaald.

In FoodNavigator breekt Dr. Andrew Bodey, verbonden aan duurzaamheidsconsultancy Best Foot Forward, een lans voor een culturele en psychologische hersenspoeling. "Voedselkeuzes zijn aangeleerd. Als mensen willen afvallen of hun eetgewoontes willen veranderen, wordt cognitieve gedragstherapie ingezet, en ik denk dat sommige van deze principes breder toegepast zouden moeten worden." Zoals mensen met een speciale training hun vliegangst kunnen overwinnen, zou ook de afkeer van insecten overkomen kunnen worden. Ofwel door die insecten iets heel exclusiefs te maken (en sommige topchefs en restaurants hebben insecten al openlijk op het menu), of juist door ze volledig te 'vermommen', bijvoorbeeld in een saus.

Maar dan is er feitelijk niets nieuws onder de zon. Voedingsmiddelenfabrikanten zijn uiterst bedreven in het verwerken van de minst appetijtelijke delen van kip, varken of rund tot worst of 'processed meats'. Er zijn tal van verbloemende namen in omloop ('prairie oysters' voor stierenballen) en marketeers zijn experts in het uitlichten van iedere bijzondere eigenschap die maar bij het publiek kan aanslaan.

Een beetje eet-culturele hersenspoeling om 's werelds duurzaamheid te verbeteren is welkom in een samenleving die zich steeds sneller moet aanpassen aan de grenzen van de natuur. En zeg nou zelf, wat stelt 'insectensaus' nou helemaal voor, naast hond in het gehakt, varken in de elandlasagna of tot rundvlees omgekat paard?.

Fotocredits: yoshing_BT
Dit artikel afdrukken