De eerste stap op weg naar leefstijldifferentiatie in de zorg is gezet. Staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nam gistermiddag in Nieuwspoort adviezen daaromtrent in ontvangst.
Van Rijn nam gistermiddag zowel het advies 'Het belang van wederkerigheid' van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) als het zogenaamde signalement 'Leefstijldifferentiatie in de zorgverzekering: een overzicht van ethische argumenten' van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) in ontvangst. De beide instanties willen daarmee een bijdrage leveren aan het instant houden van ons geavanceerde zorgstelsel. Dat staat onder druk door de oplopende kosten in de zorg en de steeds minder vanzelfsprekende solidariteit van de premiebetalers.
De RVZ richt zich met een appel tot 'patiënten en cliënten, behandelaars en zorgaanbieders, verzekeraars en gemeenten en andere belanghebbenden, zoals werkgevers' om verantwoordelijkheid te nemen in het streven de zorg betaalbaar te houden. Een van de manieren om die verantwoordelijkheid te nemen is het belonen van 'gezond gedrag'. Maar wat is gezond gedrag? Sporten is gezond, maar ieder weekend stromen de eerste hulpposten vol met voetbalblessures. Hoe kun je leefstijldifferentiatie aanbrengen in het zorgpremiestelsel? Ga je bij ongezond gedrag meer premie, eigen risico of eigen betalingen afdragen? Of krijg je korting als je niet rookt?
Het CEG heeft de argumenten voor en tegen op een rijtje gezet, zodat deze ethische discussies zorgvuldig gevoerd kunnen worden.
In het persbericht bij de presentatie vanmiddag, licht het CEG de discussies als volgt toe:
Vier discussiepunten over leefstijldifferentiatie komen aan de orde. Als eerste de discussie of leefstijldifferentiatie uitvoerbaar is. Is het controleren van ongezond gedrag praktisch mogelijk en mag het volgens Europese wetgeving? En is een ethisch acceptabele uitvoering mogelijk of stuit deze op bezwaren van stigmatisering en privacy (“een gezondheidspolitie”)? Als tweede de discussie of preventie een overtuigende reden is voor leefstijldifferentiatie. Zorgt een hogere premie ervoor dat mensen zich gezonder gaan gedragen? En zijn prikkels voor een gezonde leefstijl betuttelend of juist wenselijk? Als derde de discussie of leefstijldifferentiatie een rechtvaardiger verdeling van de kosten oplevert. Is ongezond leven duurder dan gezond leven? En is het rechtvaardig om mensen die ongezond leven extra te laten betalen? Of is dat juist onrechtvaardig omdat leefstijl ook een gevolg is van externe factoren, zoals sociaal-economische status en een ongezonde omgeving? Als laatste de discussie of leefstijldifferentiatie de solidariteit in de zorg bevordert. Wat bedoelt men eigenlijk met solidariteit? En versterkt of ondermijnt leefstijldifferentiatie de bereidheid van burgers om mee te betalen aan een solidair systeem?
De eerste stap naar eigen verantwoordelijkheid is daarmee gezet. Public health experts stellen dat de context - zoals bijv. het alomtegenwoordige aanbod van frisdrank, het gebruikelijke 'wijntje' met een hapje, reclame die aanzet tot een ongezond voedingspatroon, sociale druk die mede zorgt voor obesogene stress of de aanwezigheid van roltrappen en liften - leidt tot ongezond gedrag. De gestelde vragen lijken sterk uit te gaan van de gedachte dat gedrag door een individu in een hoge mate van autonomie bepaald kan worden. Als dat niet het geval is, zijn ingrepen in de context nodig om de eigen verantwoordelijkheid binnen redelijke grenzen bij het individu te leggen.
Fotocredits: 'Déjà vu', uitsnede, franciskas garten
Dit artikel afdrukken
De RVZ richt zich met een appel tot 'patiënten en cliënten, behandelaars en zorgaanbieders, verzekeraars en gemeenten en andere belanghebbenden, zoals werkgevers' om verantwoordelijkheid te nemen in het streven de zorg betaalbaar te houden. Een van de manieren om die verantwoordelijkheid te nemen is het belonen van 'gezond gedrag'. Maar wat is gezond gedrag? Sporten is gezond, maar ieder weekend stromen de eerste hulpposten vol met voetbalblessures. Hoe kun je leefstijldifferentiatie aanbrengen in het zorgpremiestelsel? Ga je bij ongezond gedrag meer premie, eigen risico of eigen betalingen afdragen? Of krijg je korting als je niet rookt?
Het CEG heeft de argumenten voor en tegen op een rijtje gezet, zodat deze ethische discussies zorgvuldig gevoerd kunnen worden.
In het persbericht bij de presentatie vanmiddag, licht het CEG de discussies als volgt toe:
Vier discussiepunten over leefstijldifferentiatie komen aan de orde. Als eerste de discussie of leefstijldifferentiatie uitvoerbaar is. Is het controleren van ongezond gedrag praktisch mogelijk en mag het volgens Europese wetgeving? En is een ethisch acceptabele uitvoering mogelijk of stuit deze op bezwaren van stigmatisering en privacy (“een gezondheidspolitie”)? Als tweede de discussie of preventie een overtuigende reden is voor leefstijldifferentiatie. Zorgt een hogere premie ervoor dat mensen zich gezonder gaan gedragen? En zijn prikkels voor een gezonde leefstijl betuttelend of juist wenselijk? Als derde de discussie of leefstijldifferentiatie een rechtvaardiger verdeling van de kosten oplevert. Is ongezond leven duurder dan gezond leven? En is het rechtvaardig om mensen die ongezond leven extra te laten betalen? Of is dat juist onrechtvaardig omdat leefstijl ook een gevolg is van externe factoren, zoals sociaal-economische status en een ongezonde omgeving? Als laatste de discussie of leefstijldifferentiatie de solidariteit in de zorg bevordert. Wat bedoelt men eigenlijk met solidariteit? En versterkt of ondermijnt leefstijldifferentiatie de bereidheid van burgers om mee te betalen aan een solidair systeem?
De eerste stap naar eigen verantwoordelijkheid is daarmee gezet. Public health experts stellen dat de context - zoals bijv. het alomtegenwoordige aanbod van frisdrank, het gebruikelijke 'wijntje' met een hapje, reclame die aanzet tot een ongezond voedingspatroon, sociale druk die mede zorgt voor obesogene stress of de aanwezigheid van roltrappen en liften - leidt tot ongezond gedrag. De gestelde vragen lijken sterk uit te gaan van de gedachte dat gedrag door een individu in een hoge mate van autonomie bepaald kan worden. Als dat niet het geval is, zijn ingrepen in de context nodig om de eigen verantwoordelijkheid binnen redelijke grenzen bij het individu te leggen.
Fotocredits: 'Déjà vu', uitsnede, franciskas garten
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Volgens mij is het eerste wat moet gebeuren onderzoeken of een 'gezondere' leefstijl leidt tot minder kosten. Als dat niet het geval worden de andere vragen in een ander daglicht gesteld, zo niet overbodig. Het nu stellen van die vragen is ze stiekem al een beetje beantwoorden.
Nog maar drie jaar geleden werd leefstijldifferentiatie afgewezen - scherp zelfs - door politiek en verzekeraars: de NOS schreef er op 28 januari dit over.
De RvZ wilde toen nog de inkomensafhankelijke premie verhogen. "Dit om te voorkomen dat mensen met lage inkomens, die gemiddeld ongezonder zijn, financieel te zwaar getroffen worden."
Het zijn inderdaad vier goede discussiepunten, die ik ook bij een interne discussie in mijn politieke partij terugvind. Het is in mijn opzicht onuitvoerbaar, ondefinieerbaar en dus ook onberekenbaar en niet solidair vanwege bovengenoemde redenen. Aanvullend op de betutteling/wenselijkheid discussiepunt komt wat mij betreft er nog een vijfde punt bij: de mens is m.i. geen rationeel handelende home economicus. Dus alleen daarom al vind ik het onrechtvaardig hem daar zo hard op af te rekenen.
Nudging is niet voor niets nu zo populair in beleidsland: mensen reageren helemaal niet zoals je zou verwachten op grond van de rational choice theorieën die in beleidsland nog steeds gebruikt worden. Als je mensen gezonder (dus wat is dat en is dat wel goedkoper: de bekende 'roker sterft eerder discussie') zou ik dat door nudging proberen. Een trap aantrekkelijker maken, en dan niet met een infobord erbij, maar gewoon door ontwerp/kleur etc. Ongezond voedsel letterlijk moeilijker te bereiken in het schap/lelijke verpakkingsontwerpen. De kennis is er:denk aan de éénverpakkingsrepen bij de kassa en A-merken op ooghoogte.
Dit is natuurlijk wel weer voer voor de discussie of bedrijven/overheid zo mag manipuleren en of overheden bedrijven als supermarkten zulke eisen mag opleggen.
@Henric Die vraag is al uitgebreid onderzocht, bijvoorbeeld door het RIVM. Ik heb Johan Polder nog geen maand geleden daarover geinterviewd. Rokers en mensen met obesitas maken niet meer zorgkosten dan mensen met een gezonde leefstijl. De reden is dat ze vroeger komen te overlijden, terwijl gezonde mensen op late leeftijd andersoortige, maar wel hogere zorgkosten maken.
Bastiaan, dat dacht ik ook al. Maar waarom dan weer de vraag gesteld?
Sander, Nudging??