De krant werpt een nieuw licht op een aspect waar consumenten zich nauwelijks van bewust zijn: de druk om tegen lage prijzen te leveren. De Frankfurter Allgemeine Zeitung zet uiteen hoe de relatie tussen producenten, fabrikanten, inkopers en de consument in elkaar steekt. De oorzaak van de recente voedselschandalen wordt ontnuchterend duidelijk. Iedere cent telt.

Het begint bij het product. Boeren hebben niet veel mogelijkheden om zich van elkaar te onderscheiden. Een ei is een ei, het heeft geen merk. Een doorsnee varken is niet anders dan het varken van de buurman. In de Duitse levensmiddelenmarkt zijn zo'n 300.000 boerenbedrijven en een 6.000 verwerkers (fabrikanten) actief. Die maken producten die uiteindelijk door een heel beperkt aantal handelsketens ingekocht worden voor distributie naar supermarkten en consumenten. In Duitsland zijn 4 handelsketens verantwoordelijk voor 85 procent van alle omzet in de levensmiddelensector: Edeka, Rewe, Aldi en Lidl/Kaufland.

Sommige van deze inkopers hebben een naam van betrokkenheid en leverancierstrouw hoog te houden. Met de opkomst van de discounters heeft echter een nieuw soort inkoper zijn intrede gedaan: de keiharde onderhandelaar, die niet schroomt om met dreigementen en chantage de primaire leveranciers onder druk te zetten. In de krant doet een anonieme eierboer (100.000 leghennen met een eigen verpakkingsunit) zijn verhaal: 'Eenmaal per jaar telefoneert hij, net als al zijn collega's, met de inkoper van een discounter. Die heeft hij al jaren niet in persoon gezien. Die inkoper zegt dan zoiets als: 'Sorry, maar in jouw regio hebben we voor volgend jaar al genoeg eieren, maar aan de Deense grens (500 kilometer verderop) kunnen we nog wel wat van je kwijt'. Als de boer daar niet op ingaat, gebruikt de inkoper allerlei intimidatie en dreigtaktieken, tot scheldpartijen aan toe. Op het spel staat 100.000 euro omzet, en de arbeidsplaatsen op zijn bedrijf - als hij geen nieuw jaarcontract kan sluiten, gaat hij over de kop. De inkopers misbruiken hun machtspositie schaamteloos, traineren de onderhandelingen tot een paar dagen voor het aflopen van het huidige contract. Ze doen in feite alles om de prijs maar zo laag mogelijk te krijgen. En op enig moment moet de boer wel, om niet met zijn producten en alle daarbij komende vaste kosten te blijven zitten.'

Er zijn ook andere inkoopsystemen, zoals bij inschrijving of via een (internet)veiling. In zulke gevallen moet de boer of leverancier aantonen dat hij zich houdt aan de vereiste specificaties (vaak bladzijden lang) en hopen dat zijn offerte geaccepteerd wordt. Bij een veiling wint het gunstigste bod.

Alleen merkfabrikanten zoals bijvoorbeeld Haribo, Ferrero en Nestlé hebben door hun merken een zodanig sterke onderhandelingspositie dat zij de inkoopmacht kunnen trotseren. Consumenten vragen immers om hun merken en accepteren het niet als die plotseling van de schappen verdwijnen. Een ei is echter een ei, zelfs als het een scharrel- of biologisch ei is.

Niet dat de supermarktinkopers er zoveel mee opschieten: in de voortdurende race om de laagste prijzen blijft er ook van de marges in de handelsketen maar bar weinig over. Daarom stagneren ook bij supermarkten de omzetten. De enige die profiteert van de lage voedselprijzen is de consument - hij houdt geld over voor andere dingen en kan eisen stellen aan transparantie, diervriendelijkheid of milieubescherming. De boeren en leveranciers die daar geen gevolg aan geven, komen in een kwaad daglicht te staan.

Boeren kunnen geen kant op. Een boer krijgt ongeveer 11 cent per ei. Om 1 cent te verdienen, moet hij 100 eieren verkopen. Dan heb je dus veel kippen nodig om te kunnen leven. Dat verdienen ging voorheen in samenspraak met de inkopers. Leverancier(s) en inkoper zaten samen om de tafel om nieuwe producten te ontwikkelen. Met de nieuwe generatie discount-inkopers is daar geen sprake meer van. Die voeren een kille prijzenoorlog, hard tegen hard, over de telefoon. Er komt geen overleg meer aan te pas, producenten worden met de rug tegen de muur gezet. Zijn ze eenmaal voor hun afzet grotendeels afhankelijk van een discounter, dan wordt de prijsdruk nog hoger. Ieder incident wordt aangegrepen om de prijzen omlaag te krijgen. Een eierschandaal? Dan geldt 'immer Billiger' des te meer. Dat juist deze insteek mede de oorzaak is van het eierschandaal ontgaat de consument. Zeker nu hij voorzichtiger is met zijn uitgaven, is hij dolblij met goedkope eitjes.

Zo komen, volgens de Frankfurter, de schandalen in de wereld. Volgens de Nederlandse supers klopt er niets van deze voorstelling van zaken. Wat hen betreft is de maat vol en moet er niet langer over hen als kwaaie pieren worden gesproken.

Fotocredits: Crushed, uitsnede, Jaydot
Dit artikel afdrukken